Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit Jeugdhulp

Geldend van 26-01-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Besluit Jeugdhulp

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

Overwegende, dat de Verordening Jeugdhulp de bevoegdheid geeft om nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in voornoemde verordening;

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende nadere regels:

Besluit Jeugdhulp

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    In dit Besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Beroepsmatige hulp: de hulp verleend door een in het SKJ of BIG geregistreerde professional of onder verantwoordelijkheid van geregistreerde professional (niet zijnde een vrijwilliger), zoals bedoeld in artikel 5.1.1. van het Besluit Jeugdwet;

    • b.

      Budgethouder: de persoon die het persoongebonden budget (Pgb) toegekend heeft gekregen.

    • c.

      Gezinsplan: Plan dat door de gezinscoach wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of ouders waarin de doelen van het gezin zijn uitgewerkt en wie welke rol heeft bij het vervullen van die doelen

    • d.

      Hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet.

    • e.

      Niet-beroepsmatige hulp: die hulp die: - verleend wordt door: mensen in de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders of - niet verleend wordt door of onder verantwoordelijkheid van een in het SKJ of BIG geregistreerde professional zoals bedoeld in artikel 5.1.1. van het Besluit Jeugdwet. Het kan hierbij ook gaan om activiteiten in aanvulling op hulp die door geregistreerde professionals geleverd wordt.

    • f.

      Wet: Jeugdwet

  • 2.

    Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet 2015 (in het bijzonder artikel 1.1), het Besluit Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp.

Artikel 2. Onderzoek en familiegroepsplan

  • 1. Als ouders of een jeugdige zich hebben gemeld bij de gemeente met een hulpvraag, maakt het college zo spoedig mogelijk met de jeugdige en zijn ouders een afspraak voor een gesprek. Tijdens het gesprek verzamelt het college alle voor het onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6 van de Verordening, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie.

  • 2. Als de jeugdige en zijn ouders een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet hebben opgesteld, dan wordt dit als eerste bij het onderzoek betrokken.

  • 3. Als een familiegroepsplan ontbreekt, brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.

Artikel 3. Gezinsplan

  • 1. Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek. Dit verslag is het concept-gezinsplan. In ieder geval moeten hierin de doelen van het gezin en wie welke rol heeft bij het vervullen van die doelen worden opgenomen.

  • 2. Zo spoedig mogelijk na het gesprek verstrekt het college aan de jeugdige of zijn ouders het conceptgezinsplan, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen.

  • 3. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het conceptgezinsplan toegevoegd.

  • 4. Het concept wordt door aanvrager ondertekend voor akkoord of voor gezien en daarmee wordt het een definitief gezinsplan.

  • 5. Het gezinsplan vormt de basis voor de te verlenen beschikking als bedoeld in artikel 5 van de Verordening.

Artikel 4. Nadere criteria individuele voorziening

De individuele voorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de jeugdige in staat wordt gesteld tot:

  • a.

    gezond en veilig op te groeien;

  • b.

    te groeien naar zelfstandigheid, en

  • c.

    voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren, rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau.

Artikel 5. Voorwaarden pgb

Bij het opstellen van een gezinsplan worden de voorwaarden uit artikel 8.1.1 lid 2 van de Wet getoetst.

Artikel 6. Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder

De budgethouder is zelf verantwoordelijk voor:

  • a.

    het inkopen van de individuele voorziening;

  • b.

    het afsluiten van een zorgovereenkomst met elke zorgverlener en het aanleveren van deze zorgovereenkomst(en) bij het SVB;

Artikel 7. Hoogte pgb individuele voorzieningen

Bij de hoogte van de uurtarieven voor het pgb gelden twee tarieven:

  • a.

    Voor beroepsmatige hulp: maximaal 90% van het maximum tarief voor soortgelijke hulp binnen de regionaal afgesloten raamcontracten.

  • b.

    Voor niet-beroepsmatige hulp: maximaal € 20,- per uur.

Artikel 8. Pgb voor inzetten sociaal netwerk

Het verstrekken van een pgb als een financiële compensatie voor ondersteuning door mensen in de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders is mogelijk onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    als de ondersteuning de gebruikelijke zorg overstijgt en het leidt tot een doelmatiger, efficiënter en tot effectievere ondersteuning;

  • b.

    als deze persoon heeft aangegeven in staat te zijn de gevraagde hulp te leveren.

Artikel 9. Besteding en verantwoording kosten pgb

  • 1.

    De schriftelijke (zorg)overeenkomst die de budgethouder sluit met iedere persoon of zorgaanbieder bij wie hij een individuele voorziening inkoopt, moet in overeenstemming zijn met de door het college afgegeven beschikking (inclusief gezinsplan). Indien het college van mening is dat de zorgovereenkomst hier niet aan voldoet, wordt de budgethouder in de gelegenheid gesteld om de overeenkomst in de gewenste zin aan te passen. De goedkeuring door het college is een voorwaarde voor de Sociale Verzekeringsbank om tot uitbetaling aan de zorgverlener over te kunnen gaan. Zonder een goedgekeurde zorgovereenkomst vindt namelijk geen uitbetaling plaats. Indien het college wel akkoord is met de zorgovereenkomst dan wordt dit doorgegeven aan de Sociale Verzekeringsbank en tevens wordt dan aangegeven wat het maximumtarief is per zorgovereenkomst.

  • 2.

    De volgende kosten zijn uitgesloten uit het persoonsgebonden budget:

    • a.

      een eenmalige uitkering of een feestdagenuitkering voor de zorgverlener.

    • b.

      reiskosten van de zorgverlener

    • c.

      Kosten voor bemiddelingsbureaus, tussenpersonen of belangenbehartigers

    • d.

      Administratiekosten

  • 3.

    Er is een vrij besteedbaar bedrag van € 250,- toegestaan bij de besteding van het persoonsgebonden budget. Dit vrij besteedbaar bedrag moet de budgethouder zelf uit het toegekende budget weten vrij te spelen. Het staat de budgethouder vrij hier de uitgesloten kosten uit lid 2 uit te betalen.

  • 4.

    In geval van meerdere typen hulp mag de budgethouder onderling schuiven zolang dit binnen het toegekende budget past.

Artikel 10. Intrekking oude beleidsregel en overgangsrecht

  • 1. De Beleidsregel jeugdhulp zoals vastgesteld op 5 januari 2015, wordt met ingang van 1 januari 2017 ingetrokken.

  • 2. Een jeugdige of ouder houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Beleidsregel jeugdhulp zoals vastgesteld op 5 januari 2015, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.

  • 3. Aanvragen die zijn ingediend onder de Beleidsregel jeugdhulp zoals vastgesteld op 5 januari 2015 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van dit Besluit, worden afgehandeld krachtens de Beleidsregel jeugdhulp.

Artikel 11. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Besluit Jeugdhulp.

  • 2.

    Dit Besluit treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2017.

Ondertekening

Panningen, 16 januari 2017
Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H. Breukers W.J.G. Delissen-van Tongerlo