Regeling vervallen per 30-12-2013

Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Peel en Maas

Geldend van 14-01-2010 t/m 29-12-2013

Intitulé

Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Peel en Maas

<vet>DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS</vet>Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethoudersGezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 7 december 2009Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.Gelet op artikel 10.33 van de Wet Milieubeheer en op artikel 3.5 van de Waterwet;Vast te stellen de volgende verordening:<vet>VERORDENING AANSLUITVOORWAARDEN RIOLERING GEMEENTE PEEL EN MAAS </vet>

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

1

Aansluitleiding:

Particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluiting tezamen

2

Aansluitpunt:

Het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten.

3

Afvalwater:

Huishoudelijk afvalwater of (een mengsel met) bedrijfsafvalwater zoals omschreven in de Wet Milieubeheer.

4

Bronneringswater:

Grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

5

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas.

6

Drainagewater:

Grondwater, ingezameld door een ingegraven waterdoorlatend buizensysteem.

7

Drukriool:

Het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater exclusief hemelwater, waarbij transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk of onderdruk.

8

Gemeente:

De gemeente Peel en Maas.

9

Gemengd stelsel:

Het openbaar vuilwaterriool met een buizenstelsel voor de afvoer van stedelijk afvalwater, inclusief hemelwater.

10

(Verbeterd)Gescheiden stelsel:

Het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater

11

Grondwater:

Grondwater in de zin van de Waterwet.

12

Hemelwater:

Hemelwater in de zin van de Waterwet.

13

Infiltreren:

Infiltreren in de zin van de Waterwet.

14

Nieuwbouw:

Gehele nieuwbouw, aanbouw of de bouw van bijgebouwen alsmede uitbreiding van verharding.

15

Onroerende zaak:

Ieder bij de gemeente als apart WOZ-object bekend staand object zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek.

16

Openbaar riool:

Het gedeelte van de riolering, dat bij de gemeente in eigendom en beheer is, bestemd voor de inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en drainagewater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleiding.

17

Particulier riool:

De binnen-, buiten- en terreinrioolleidingen van het aan te sluiten perceel tot aan het aansluitpunt.

18

Perceelaansluitleiding:

Het bij de gemeente in beheer zijnde riool en de voorzieningen die daarvan onderdeel uitmaken, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt.

19

Rechthebbende:

a. De eigenaar, vereniging van eigenaren of zakelijk gerechtigde van een onroerende zaak ten behoeve waarvan de aansluiting op het gemeentelijk riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.b. De rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder a. bedoelde personen.

20

Regenwaterriool:

Het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van afvloeiend hemelwater.

21

Stedelijk afvalwater:

Stedelijk afvalwater in de zin van de Wet Milieubeheer.

22

Vrijvervalriool

Riolering waarbij het transport van afvalwater door een openbaar rioolstelsel op natuurlijke wijze geschiedt, van hoog naar laag. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gemengde stelsels en (verbeterd) gescheiden stelsels.

23

Vuilwaterriool:

Het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of (een mengsel met) bedrijfsafvalwater.

 

Artikel 2 Vergunningplicht

  • 1 Het is verboden zonder een daartoe door het college verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

     

  • 2 Het college verleent een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelsaansluiting:

    • a.

      Voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater, indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is en het een aanvraag betreft ten behoeve van aansluiting van bestaande bouw;

    • b.

      Voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater, indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is en het een aanvraag betreft ten behoeve van aansluiting van nieuwbouw;

    • c.

      Voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • d.

      Voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater, indien ter plaatse een drukriolering aanwezig is.

    • e.

      Voor de afvoer van hemelwater indien infiltratie niet of onvoldoende mogelijk is;

    • f.

      Voor de afvoer van drainagewater ter, zoveel als mogelijke, voorkomen of beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming voor zover dit doelmatig is.

  • 3 Voor iedere nieuwe aansluiting is een aansluitvergunning vereist.

     

  • 4 Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

     

  • 5 In de aansluitvergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      Het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      Het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    • c.

      Sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • d.

      De periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien het een tijdelijke aansluiting betreft of de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater.

  • 6 Indien binnen een jaar na de verlening van de aansluitvergunning de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitvergunning betrekking heeft niet is uitgevoerd, kan het college de aansluitvergunning intrekken.

     

Artikel 3 De vergunningaanvraag

  • 1 De aanvraag om een vergunning wordt schriftelijk bij het college ingediend. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bij deze verordening behorend formulier.

  • 2 De vergunning wordt aangevraagd voor de aansluiting op de riolering van één enkele onroerende zaak.

  • 3 In het geval van meerlagen woningbouw of bedrijfsverzamelgebouw mag de aanvraag worden ingediend voor de benedenwoning respectievelijk de eerste bedrijfsruimte en de daarboven liggende woningen danwel achterliggende bedrijfspanden.

  • 4 De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat het formulier inclusief benodigde bijlagen is verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan aan te vullen.

Artikel 4 Weigering van een aansluitvergunning

  • 1 Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

     

  • 2 Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      De hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;

    • b.

      De bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van een balkeerklep wordt aangesloten;

    • c.

      De gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • d.

      Voor een lozing van afvalwater een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer, een vergunning op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater of een ontheffing op grond van artikel 10.63 lid 1 van de Wet Milieubeheer voor het aan te sluiten perceel is geweigerd of niet aan de algemene regels bij of krachtens de Wet Milieubeheer of de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater wordt voldaan;

    • e.

      Een bouwvergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • f.

      Het de lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;

    • g.

      De gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar, eventueel na behandeling, op het oppervlakwater kan worden geloosd of door middel van retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • h.

      Indien op eigen perceel ge&#xEF;nfiltreerd moet worden en:- de inhoud van de infiltratievoorziening kleiner is dan 50 mm of- de inhoud van de infiltratievoorziening kleiner is dan hetgeen volgt uit een dynamische berekening toegespitst op de daadwerkelijke situatie.

    • i.

      Bij de lozing van afvalwater geen gebruik wordt gemaakt van een pvc-buis grijs gekleurd;

    • j.

      Bij de lozing van drainage-, grond- en hemelwater geen gebruik wordt gemaakt van een pvc-buis rood / bruin gekleurd

  • 3 Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij door het college de nadere eisen worden aangegeven waaraan het particulier riool dient te voldoen om eventueel alsnog voor vergunningsverlening in aanmerking te komen.

     

     

Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning

  • 1 Het college besluit uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

     

  • 2 In afwijking van het eerste lid houdt het college de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien op het aan te sluiten perceel nog geen omgevingsvergunning is verleend voor het realiseren, danwel het doen gebruiken van een gebouw of bouwwerk.

     

  • 3 Na verlening van de in lid 2 bedoelde vergunning neemt het college alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.

Artikel 6 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente. Het college kan hiertoe nadere regels stellen.

Artikel 7 Kosten van de aansluiting

  • 1 Het college stelt de kosten van de aanleg van een perceelaansluitleiding en/of voorzieningen vast, aan de hand van de door de gemeenteraad jaarlijks vast te stellen tarieventabel bij deze verordening.

     

  • 2 Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

     

Artikel 8 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1 Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de daadwerkelijk kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

     

  • 2 De kosten voor het onderhoud, renovatie dan wel vervanging van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.

     

  • 3 Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de perceelaansluitleiding ten gevolge van een wijziging van het openbaar rioolstelsel.

     

     

Artikel 9 Calamiteiten

  • 1 Bij een verstopping of een andere storing verricht rechthebbende onderzoek naar de oorzaak.

     

  • 2 Een verstopping of storing in het particulier riool dient door en voor rekening van rechthebbende te worden verholpen.

     

  • 3 Een verstopping of storing veroorzaakt door een constructief gebrek aan de perceelaansluitleiding wordt door en voor rekening van de gemeente verholpen. In dat geval worden de kosten van het onderzoek als bedoeld in lid 1 aan rechthebbende vergoed.

     

Artikel 10 Beëindiging gebruik

  • 1 Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende vergunning ingetrokken, waarna de aansluitleiding op kosten van de rechthebbende door de gemeente wordt dichtgezet of verwijderd.

  • 2 De rechthebbende is verplicht de gemeente van de beëindiging in kennis te stellen.

     

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

     

  • 2 In de gevallen waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet, beslist het college.

     

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1 Op alle op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening reeds bestaande aansluitingen is het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

     

  • 2 Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

     

Artikel 13 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders stellen beleidsregels op. Deze beleidsregels geven nadere invulling aan de bepalingen in deze verordening.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1 De verordening aansluitvoorwaarden riolering van Meijel van 26 januari 2004 wordt ingetrokken.

     

  • 2 De verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2009 van Maasbree van 16 december 2008 wordt ingetrokken.

     

  • 3 De verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Helden 2006 van de gemeente Helden van 27 november 2006 wordt ingetrokken.

     

  • 4 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

     

Ondertekening

Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 14 eerste, tweede of derde lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
 
 
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Peel en Maas’.
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 januari 2010.
 
de griffier, de voorzitter,
 
 
 
drs. A.G. Joosten, ing. M.J.H. Vestjens 

Tarieventabel 2011 1

In de tarieventabel zijn de gemaakte of de te maken kosten voor een aansluiting op de riolering berekend.

Er wordt onderscheid gemaakt in het volgende: 

Behandelingskosten.a. Behandelingskosten gemeente

Aansluitingen op de riolering van.b. Rioolaansluiting van gebouwde of ongebouwde eigendommen waarbij de kosten voor de aanleg van de rioolaansluiting in de bouwgrondexploitatie zijn betaald.c. overige aansluitingen onder vrijverval met een buisdiameter van 125mm *)d. overige aansluitingen onder vrijverval met een buisdiameter van 160mm *)e. overige aansluitingen onder vrijverval met een buisdiameter van 200mm *)f. overige aansluitingen met een grotere diameter dan 200mm *)g. overige aansluitingen op een afwijkend stelsel *)h. het vernieuwen, verleggen, of de aanleg van een extra aansluiting *)

*) genoemde kosten worden verhoogd met de behandelingskosten (tarief onder a)

De volgende tarieven zijn van voor a t/m h zijn van toepassing.

Behandelingskosten.a. € 199,70

Aansluitingen op de riolering van.b. er worden geen extra kosten in rekening gebrachtc. €. 2.201,60d. €. 2.227,30e. €. 4.541,50f. kostprijsg. kostprijsi. kostprijs