Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsregeling gemeente Peel en Maas 2010

Geldend van 25-09-2014 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Peel en Maas 2010

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders nr. 1894/2010/2038

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.

Gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO)

Gehoord de beraadslagingen

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Bezoldigingsregeling Gemeente Peel en Maas 2010

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO);

    • 2.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO);

  • b.

    salaris:

  • het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO);

  • c.

    uurloon:

  • het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Peel en Maas CAR/UWO);

  • d.

    schaal:

  • de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO);opgenomen in bijlage II van die regeling;

  • e.

    maximumsalaris:

  • het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f.

    bezoldiging;

  • de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas CAR/UWO);

  • g.

    betrekking:

  • de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO);

  • h.

    conversie:

  • de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • i.

    volledige betrekking:

  • de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO);

  • j.

    overwerk:

  • het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas(CAR/UWO).

Hoofdstuk 2 Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop

    de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per maand vastgesteld door het Maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling

gemeente Peel en Maas (CAR/UWO).

Artikel 6 Inschaling en functiewaardering

  • 1. De toepassing van bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Peel en Maas (CAR/UWO) vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Peel en Maas (CAR/UWO).

  • 2. Burgemeester en Wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4. Voor een ambtenaar kan zonder voorafgaand ontslag geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal, met uitzondering van de situatie bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid dan wel bij het opleggen van een disciplinaire straf als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling Peel en Maas (CAR/UWO).

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag, indien hij naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders zijn functie voldoende vervult.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, telkens per 1 januari.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, wordt in het geval het functioneren van een ambtenaar niet wordt beoordeeld conform het daartoe ontwikkelde instrumentarium, altijd een periodieke verhoging van het salaris toegekend.

Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

Artikel 9 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald, dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO), het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

  • 2. Voorzover nodig zal – in afwijking van het eerste lid -de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij

    verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld. Dit kan worden gerealiseerd door een inschaling waarbij het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de

    ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal,

    indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 11 Gratificatie

  • 1. Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO) worden toegekend.

  • 2. Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

Artikel 12 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

  • 1. Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO) worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal het verschil tussen de voor hem geldende schaal en het maximum salaris van de naasthogere schaal.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 13 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal het verschil tussen de voor hem geldende schaal en het maximum salaris van de naasthogere schaal.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een

    toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Artikel 14 Nadere regels

Burgemeester en Wethouders stellen nadere regels omtrent de toepassing van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 13.

Artikel 15 Afbouwregeling

Bij het beëindigen van de toepassing van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 11 tot en met 13 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Hoofdstuk 4 Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 16 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar voor wie een lagere salarisschaal geldt dan schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO).

Artikel 17 Toelage onregelmatige dienst

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een lagere salarisschaal geldt dan schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO), wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO).

  • 2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO).

  • 3. Voor de in het vorige lid onder a. genoemde morgen-en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

  • 4. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 18 Toelage bereikbaarheids-en beschikbaarheidsdienst

  • 1. De ambtenaar, die op basis van artikel 15:1:10, tweede lid onder c van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Peel en Maas (CAR/UWO), is aangewezen om volgens een daartoe vastgesteld rooster bereikbaarheids-en beschikbaarheidsdienst te verrichten, heeft aanspraak op een vergoeding.

  • 2. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt nader bepaald in een door het college van Burgemeester en Wethouders vast te stellen regeling.

  • 3. Bij het vaststellen van de vergoeding kan rekening worden gehouden met de aard van de bereikbaarheids-en beschikbaarheidsdienst, de duur, alsmede de beperking als gevolg van de bereikbaarheids-en Beschikbaarheidsdienst.

Artikel 19 Inconveniëntentoelage

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware, onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt een toelage toegekend.

  • 2. Burgemeester en Wethouders bepalen nader welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate.

  • 3. Het vergoedingsbedrag voor de inconveniënten bedraagt per maand een percentage van 3% van het maximum salaris behorende bij het salaris van schaal 5.

Artikel 20 Afbouwtoelage

  • 1. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 17,18 en 19, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door

    Burgemeester en Wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 13, en

    • b.

      de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikelen 17,18 en 19 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste vier jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in artikelen 17,18 en 19 – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikelen 17,18 en 19 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in artikelen 17,18 en 19 – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan zes maanden.

  • 5. De toelage wordt op de volgende wijze afgebouwd: in het eerste jaar met 0%, in het tweede jaar 25%, in het derde jaar 50%, in het vierde jaar 75% en daarna volledig.

  • 6. Burgemeester en Wethouders kunnen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 21 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid Voorziet, treffen Burgemeester en Wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 22 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1. De Bezoldigingsregeling gemeente Maasbree 2006, de Bezoldigingsregeling gemeente Helden 1997, de Bezoldigingsverordening gemeente Kessel 2005, de Bezoldigingsregeling gemeente Meijel 2000,

    de Uitvoeringsregeling overwerk gemeente Helden, de Regeling Toelagen en Onkostendekkende Vergoedingen gemeente Helden, de Regeling toekennen gratificaties gemeente Kessel, de Regeling gratificaties gemeente Meijel, de Inconveniëntenregeling gemeente Meijel en de Uitbetalingsregeling gemeente Meijel worden ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 23 Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de regeling bedoeld in artikel 22 eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor deze regelingovereenkomstige besluiten kent, gelden als

besluiten genomen krachtens deze regeling.

Artikel 24 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bezoldigingsregeling gemeente Peel en Maas 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 5 januari 2010
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester
drs. H. Mensink, W.J.G. Delissen-van Tongerlo