Regeling vervallen per 22-12-2011

Beleidsregel verhaal WWB en WIJ

Geldend van 18-11-2010 t/m 21-12-2011

Intitulé

Beleidsregel verhaal WWB en WIJ

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

 

Gelet op:

 

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;artikel 61 van de Wet werk en bijstand;

artikel 5 van de Verordening bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik; artikel 57 van de Wet investeren in jongeren.

 

Overwegende dat:

 

het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand;

 

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Beleidsregel verhaal WWB en WIJ

 

Algemeen

 

Artikel 1 Verhaal van bijstand

Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen vankosten van bijstand:

  • 1.

    Tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het BurgerlijkWetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplichtjegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op hetminderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijknakomt;

  • 2.

    Tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het BurgerlijkWetboek: op degene die zijn onderhoudsplicht na echtscheiding of ontbinding van hethuwelijk na scheiding van tafel en bed niet of niet behoorlijk nakomt;

  • 3.

    Op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenkingheeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonkenmiddelen rekening zou zijn gehouden als de schenking niet had plaatsgevonden,tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker op het moment vande schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnenvoorzien;

  • 4.

    Op de nalatenschap van de persoon als:a. aan die persoon ten onrechte bijstand is verleend indien sprake is van een situatieals beschreven in de beleidsregels terugvordering artikel 4 onder a en e envoor zover voor het overlijden nog geen terugvordering heeft plaatsgevonden;b. bijstand is verleend in de vorm van geldlening of als gevolg van borgtocht.

  • 5.

    Op degene die zijn onderhoudsplicht op grond van artikel 395a van Boek 1 van hetBurgerlijk Wetboek niet of niet behoorlijk nakomt jegens zijn meerderjarig kind aanwie bijzondere bijstand is verleend.

Behalve in de gevallen als bedoeld in onderdeel 4, onderdeel b, worden kosten vanbijstand die meer dan vijf jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot verhaalzijn gemaakt, niet verhaald.

Artikel 2 Beperking

Buiten de gevallen aangegeven in artikel 1 vindt geen verhaal plaats.

 

Artikel 3 Geheel of gedeeltelijk afzien van het nemen van een verhaalsbesluit

Burgemeester en wethouders kunnen afzien af van het nemen van een verhaalsbesluitals:

  • a.

    het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 50,00 per maand

  • b.

    geen causaal verband bestaat tussen de bijstandsbehoeftigheid en de ontbinding vanhet huwelijk

  • c.

    daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht ofdegene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 4 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

In afwijking van artikel 1 kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek vandegene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kostenvan bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het momentvan het besluit opeisbaar zijn, als:

  • a.

    redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnenvoortgaan met het betalen van zijn schulden;

  • b.

    redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingenvan de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen; en

  • c.

    de vordering van de gemeente wegens verhaal van bijstand tenminste zal wordenvoldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Artikel 5 Intrekking van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek

Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadele van debelanghebbende gewijzigd als:

  • a.

    niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregelingtot stand gekomen is, die voldoet aan de eisen bedoeld in de artikel 4 genoemdevoorwaarden a, b en c;

  • b.

    de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig deschuldregeling voldoet; of

  • c.

    onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste ofvolledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 6 Beoordeling van mate en duur van de onderhoudsplicht

a. Maatstaven voor vaststellen verhaalsbedrag

Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 1

onder 1, 2, en 3 en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden

met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn als de

rechter moet beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot

levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het

huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.

b. Geen splitsing verhaalsbedrag.

Het verhaalsbedrag, dat wordt geëist voor de ex-partner en voor de minderjarige

kinderen, wordt gesteld op het gehele voor verhaal beschikbare bedrag zonder

splitsing in verhaal partner en verhaal kind.

c. Verhaal uitsluitend voor minderjarige kinderen.

Het verhaalsbedrag, uitsluitend voor minderjarige kinderen, wordt maximaal

vastgesteld conform de tabel “eigen aandeel kosten van kinderen”, zoals vermeld in

het Rapport alimentatienormen (Tremarapport, eerste helft *).

d. Ingangsdatum verhaal

De ingangsdatum van het verhaalsbedrag wordt bepaald op de eerste dag van de

eerstvolgende maand na de datum van het verhaalsbesluit, tenzij individuele

omstandigheden een andere ingangsdatum aanvaardbaar maken.

e. Duur van de onderhoudsplicht

1. Als de onderhoudsplicht is vastgesteld of overeengekomen voor 1 juli 1994 dan

geldt een maximale duur van 15 jaar voor de ex-partner.

2. Als de onderhoudsplicht is vastgesteld of overeengekomen na 1 juli 1994 dan geldt

een maximale duur van 12 jaar voor de ex-partner.

3. Als het huwelijk niet meer dan 5 jaar heeft geduurd en er geen kinderen geboren

zijn uit dit huwelijk dan geldt een maximale duur van 5 jaar voor de ex-partner.

 

Artikel 7 Verhalen op grond van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud

Als een rechterlijke uitspraak over levensonderhoud verschuldigd op grond vanBoek 1 van het Burgerlijk Wetboek die uitvoerbaar is, niet wordt nagekomen, wordtverhaald in overeenstemming met deze uitspraak. De datum van de gerechtelijkeuitspraak kan niet ouder zijn dan bij 7 onderdeel e genoemde perioden.Het besluit tot verhaal wordt in dat geval per brief meegedeeld aan degene op wie wordtverhaald, met de aanmaning het verschuldigde binnen dertig dagen na verzending van debrief te voldoen.Als aan de aanmaning geen gevolg wordt gegeven verhaalt de gemeente hetverschuldigde tenzij de onderhoudsplichtige bijstand ontvangt.Het besluit tot verhaal levert een executoriale titel op, die op kosten van de schuldenaarwordt betekend en met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van BurgerlijkeRechtsvordering ten uitvoer wordt gelegd.

 

De onderhoudsgerechtigde wordt in kennis gesteld van het verhaalsbesluit.

Artikel 8 Wijziging van een door de rechter vastgesteld bedrag levensonderhoud

De gemeente verzoekt de rechter het verhaalsbedrag in afwijking van eenrechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen, als de rechter:

  • a.

    deze uitspraak zou kunnen wijzigen op de gronden genoemd in de artikelen 157 en 401van dat boek;

  • b.

    geen rekening heeft kunnen houden met alle voor de betrokken beslissing inaanmerking komende gegevens en omstandigheden betreffende beide partijen.

De gemeente zal alleen dan overgaan tot het onder 9 a en b genoemde, als de\onderhoudsbijdrage meer dan € 50,00 per maand hoger vastgesteld wordt op grond vande draagkrachtberekening. De onderhoudsplichtige wordt hierover schriftelijkgeïnformeerd. Bij een verlaging van de onderhoudsbijdrage op grond van dedraagkrachtberekening moet de onderhoudsplichtige zelf een verzoek hiertoe bij deRechtbank in dienen.

*) Handboek Schulinck, 11. Herziening, intrekking, terugvordering en verhaal > 4. Verhaal > 3. Verhaal op ex-echtgenoot

Een gerechtelijke alimentatiebeschikking die op basis van draagkrachtberekening isvastgesteld en niet ouder dan drie jaar, wordt gevolgd.

Artikel 9 Het verhaalsbesluit

Een besluit tot verhaal op grond van artikel 1 wordt door het college aan degene opwie verhaal wordt gezocht meegedeeld. Het besluit vermeldt het bedrag of de bedragenwaarvan, evenals de termijn of termijnen waarbinnen, betaling wordt verlangd. Bijverhaal op de nalatenschap kan de mededeling worden gericht tot de langstlevendeechtgenoot of een der erfgenamen die bij de afwikkeling van de nalatenschap zijnbetrokken.

 

Artikel 10 Verhaal in rechte

Als de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan degemeente te betalen of niet of niet tijdig tot betaling overgaat, kunnen burgemeester enwethouders besluiten tot verhaal in rechte. Burgemeester en wethouders zien af vanverhaal in rechte als het te verhalen bedrag een bedrag van € 600,00 niet te bovengaat.

 

 

Artikel 11 Heronderzoek naar draagkracht

Tenminste één keer per jaar verrichten burgemeester en wethouders onderzoek naar dedraagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Als gewijzigdeomstandigheden daartoe aanleiding geven wordt als gevolg van dit onderzoek debetalingsverplichting gewijzigd vastgesteld. Wijziging van de betalingsverplichtinggebeurt niet als de draagkracht ten opzichte van het vorige verhaalsbesluit met niet meerdan € 50,00 per maand vermeerderd is of met een bedrag van € 25,00 per maand isverminderd.

 

Artikel 12 Invordering door vereenvoudigd derdenbeslag

Als de belanghebbende niet bereid is de door de rechter vastgestelde bijdrage voorlevensonderhoud of de op verzoek van de gemeente vastgestelde bijdrage te voldoen danwordt die uitspraak ten uitvoer gelegd door middel van executoriaal beslagovereenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van hetWetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

 

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verhaal WWB en WIJ  

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. 

  • 3. De beleidsregel verhaal Wet werk en bijstand, zoals vastgesteld door,het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas op 15 juni 2010wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregel in werking treedt. 

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
 
de gemeentesecretaris/directeur,                               de burgemeester,
 
 
drs. H. Mensink                                                                W.J.G. Delissen- van Tongerlo
 

Toelichting 1 beleidsregel Verhaal WWB en WIJ

Algemeen In deze beleidsregels wordt vastgelegd op welke wijze de gemeente gebruik maakt van de in de Wet werk en bijstand (voornamelijk in de Invoeringswet) genoemde mogelijkheid kosten van bijstand te verhalen.Dit past in de visie om in het kader van de volledige financiële verantwoordelijkheid van de gemeente zorg te dragen voor eenduidige vastlegging van de tot 1 januari 2004 onder de Abw vastgestelde werkwijze en om de uit die werkwijze en activiteiten voortvloeiende middelen te waarborgen. Ingevolge artikel 57 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) is op verhaal van kosten van inkomensvoorziening paragraaf 6.5 van overeenkomstige toepassing.

Daar waar in dit beleid ‘bijstand’ wordt genoemd daar wordt tevens mee bedoelt uitkering op grond van de WIJ.1. Verhaal van bijstand Onder 1 a en b worden de verhaalsmogelijkheden op de (ex)echtgenoot (en de daarmee gelijkgestelde geregistreerde partner) genoemd ten aanzien van de onderhoudsplicht jegens zijn (ex) echtgenoot en/of minderjarige kinderen.Overeenkomstig het bepaalde hierover in artikel 13 van de Invoeringswet WWB kan de gemeente tot een nader te bepalen tijdstip overgaan tot verhaal van kosten van bijstand conform de regels van de Algemene bijstandswet.In de praktijk komt de situatie van verhaal van kosten bijstand op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet nakomt, nauwelijks voor.In het individuele geval moet de situatie beoordeeld worden.2. BeperkingHierbij wordt benadrukt dat de bijstand uitsluitend wordt verhaald in de in beleidsregel 1 vastgelegde gevallen.3. Afzien van een verhaalsbesluitOp grond van een eerdere circulaire (Uitvoeringsaspecten van de nieuwe verhaalswetgeving, SZW 30 september 1992) wordt een kruimelbedrag gehanteerd. Verwezen wordt ook naar de bedragen genoemd in beleidsregels 10 en 11.6. Beoordeling onderhoudsplichtHet betreft hier de uitvoering van de zogeheten Trema-normen. Dit zijn de normen die door de rechtbank worden gehanteerd bij de vaststelling van de alimentatie die voorzien in zowel een zgn. netto als een bruto berekening. Voor zover het gemeentelijk beleid voorziet in een niet in de volle omvang uitvoeren van die Trema-normen (alleen de netto berekening of de vaststelling van een forfaitair verhaalsbedrag ten behoeve van kinderen) kan dat in de berekening worden toegelicht.11. Onderzoek naar draagkrachtHet hier genoemde bedrag kan worden herleid uit de onder de toelichting bij beleidsregel 3 genoemde bedrag van € 50,00 per maand. Op grond van praktische redenen wordt voorgesteld een lager bedrag op te nemen als de draagkracht vermindert.