Regeling vervallen per 05-01-2012

Verordening rioolheffing Maasbree 2010

Geldend van 17-12-2009 t/m 04-01-2012

Intitulé

Verordening rioolheffing Maasbree 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASBREEGelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 november 2009Gezien de behandeling in de voorbereidende raadsbijeenkomst van 7 december 2009Gelet op artikel 216 en artikel 228a van de GemeentewetB E S L U I TVast te stellen de volgende verordening:

Verordening rioolheffing Maasbree 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel:een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, en/of de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1 De belasting wordt geheven: van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering;

  • 2 Met betrekking tot de heffing als bedoeld in het eerste lid wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt geheven per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1.

    De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt per perceel

    € 378,00

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedraagt de heffing voor onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn te worden gebruikt als woning, per perceel

    € 231,00

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 40,00 doch minder is dan € 4.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordeningen

  • 1 De Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009 van de gemeente Maasbree, vastgesteld op 16 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rioolheffing in die periode plaatsvindt.

  • 4 De datum van ingang van heffing is 31 december 2009.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rioolheffing Maasbree 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 december 2009de raadsgriffier,                                        de voorzitter,