Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening tegemoetkoming kosten sociale participatie van minimaplushuishoudens in de gemeente Pekela

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening sociale participatie gemeente Pekel 2012

De raad van de gemeente Pekela;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van november 2011;

overwegende dat het wenselijke is om de mogelijkheid te bieden om onder voorwaarden aan huishoudens een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van sociale participatie;

gelet op de artikel 149 Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende Verordening:

“Verordening tegemoetkoming kosten sociale participatie van

minimaplus huishoudens in de gemeente Pekela”

Luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder:

inwoner:

  • a.

    de persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit en ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente op het moment van aanvraag;

  • b.

    de vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000;

  • c.

    de persoon die niet de Nederlandse nationaliteit bezit maar die tot permanente vestiging in Nederland is toegelaten door het bevoegd gezag en ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente op het moment van aanvraag.

    • 2.

      Huishouden van een alleenstaande:

  • a.

    de alleenstaande als omschreven in artikel 4, eerste lid onder a van de Wet werk en bijstand (WWB).

    • 3.

      Huishoudens van een alleenstaande ouder of een gezin:

  • a.

    de alleenstaande ouder als omschreven in artikel 4, eerste lid onder b van de WWB;

  • b.

    het gezin als omschreven in artikel 4, eerste lid onder c van de WWB.

Artikel 2 Aanspraak

  • b.

    1.Aan een huishouden genoemd in artikel 1 kan door burgemeester en wethouders een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van sociale participatie ingeval van een alleenstaande, een alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen of een gezin het in aanmerking te nemen inkomen lager is dan 110 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    2. Geen aanspraak op een tegemoetkoming heeft de inwoner:

    • a.

      die studerende is en aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 of;

    • b.

      die voor een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in aanmerking komt, of;

    • c.

      die aanspraak heeft op een langdurigheidstoeslag als genoemd in artikel 36 WWB.

Artikel 3 De tegemoetkoming

  • b.
    • c.
      • 1.

        De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar een bedrag van maximaal € 50,-- per jaar per huishouden, vermeerderd met een bedrag van maximaal € 50,-- per jaar per lid van het huishouden;

      • 2.

        De tegemoetkoming wordt verleend voor de kosten van sociale participatie en ineens als forfaitair bedrag uitbetaald. Nota’s dienen op aanvraag te worden getoond;

      • 3.

        De totale tegemoetkoming bedraagt niet meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten en wordt dus lager vastgesteld indien hiervan sprake is;

      • 4.

        Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd elk kalenderjaar de bedragen aan te passen.

Artikel 4 De aanvraag

  • b.
    • 1.

      Een aanvraag voor tegemoetkoming kan worden ingediend door of namens een lid van het huishouden;

    • 2.

      De aanvraag dient te geschieden op het door burgemeester en wethouders vastgestelde formulier;

    • 3.

      Bij de aanvraag dienen naar genoegen van burgemeester en wethouders bewijsstukken te worden ingediend, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan;

    • 4.

      De uiterste aanvraagtijd is tot 3 maanden na afloop van het kalenderjaar.

Artikel 5 De berekening

  • b.

    Op het inkomen als bedoeld in artikel 2 wordt in mindering gebracht de alimentatie-verplichtingen of (verplichte) onderhoudsbedragen ten behoeve van de (ex)echtgeno(o)t(e) en minderjarige kinderen, voor zover aan deze verplichtingen wordt voldaan.

Artikel 6 Aanspraak zelfstandigen

  • b.

    In afwijking van het gestelde in de artikel 5 wordt de aanspraak van een huishouden, die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op het inkomen uit zelfstandig uitgeoefend beroep of bedrijf, als volgt berekend: het netto bedrijfsresultaat over het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag wordt verminderd met het over dat jaar geldend percentage als bedoeld in artikel 10, lid 1 van de Wet financiering volksverzekeringen.

Artikel 7 De beschikking

  • b.

    Burgemeester en wethouders nemen een besluit binnen 8 weken na de datum waarop de aanvraag is binnengekomen.

Artikel 8 Bezwaar

  • b.

    Op de ”Verordening sociale participatie gemeente Pekela” zijn de bepalingen aangaande bezwaar zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

  • b.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Intrekking verordening

  • b.

    De “Verordening sociale participatie gemeente Pekela’ d.d. 15 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van inwerkintreding.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • b.

    Deze verordening vervangt de huidige verordening en treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 12 Citeertitel

  • b.

    Kan worden aangehaald als “Verordening sociale participatie gemeente Pekel 2012’.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van

    20 december 2011

    Voorzitter, M. Schollema

    Griffier, W. Meffert

Vergoedingenlijst

  • A.

    Onderwijs en educatie

  • q

    Iedere vorm van niet-individeel gericht onderwijs, educatie of cursussen, waarbij het aspect van sociale participatie aanwezig is.

  • q

    Abonnement op een dagblad.

    • B.

      Sport en recreatie

    • q

      Lidmaatschap en contributie van sport-, recreatieve- en culturele verenigingen;

    • q

      Zwemabonnementen;

    • q

      Seizoenkaart voor bezoek aan sportactiviteiten.

    • B.

      Cultuur

    • q

      Contributie/lidmaatschap bibliotheek;

    • q

      Museumjaarkaart;

    • q

      Theater en bioscoopbezoek;

    • q

      Lidmaatschap van een ouderenbond.

    Bovenstaande lijst is niet bedoeld als een limitatieve opsomming, maar slechts als indicatie.