Regeling vervallen per 25-10-2018

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Geldend van 04-07-2017 t/m 24-10-2018

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het advies van de afdeling DST d.d. 9 december 2014;

gelet op de artikelen 4.2, tweede lid, 5.1, achtste lid, 6.1, derde lid, 7.2, tweede lid, 9.3 en 10.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015;

besluit:

vast te stellen de volgende Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015:

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015;

    • b.

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • c.

      programma van eisen: schriftelijke weergave van de technische en ergonomische eisen waaraan een te realiseren woningaanpassing dient te voldoen;

    • d.

      collectief vraagafhankelijk vervoer: het openbaar vervoerssysteem voor de regio Haaglanden dat op verzoek van de passagier het vervoer regelt van deur tot deur, nader te noemen de Regiotaxi;

    • e.

      Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (Algemene Maatregel van Bestuur Stb. 2014 nr. 420);

    • e.

      kostprijs van een dienst: het bedrag dat de gemeente betaalt aan de leverancier of via een persoonsgebonden budget beschikbaar stelt aan de inwoner, per uur voor begeleiding of hulp bij het huishouden, per dagdeelvoor begeleiding groep of per etmaal voor kortdurend verblijf;

    • f.

      kostprijs van een voorziening: het bedrag dat de gemeente betaalt aan de leverancier of via een pgb beschikbaar stelt aan de inwoner, voor een voorziening per vier weken, per maand of voor de voorziening in totaal.

  • 2.

    Alle overige begrippen die in deze nader regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de verordening, het Uitvoeringsbesluit en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

HOOFDSTUK 2 BEPALINGEN INZAKE VERSTREKKING VAN (MAATWERK)VOORZIENINGEN

Paragraaf 2.1 Ondersteuning bij het wonen in een geschikt huis

Artikel 2.1.1 Toepassing primaat verhuizing

Het bedrag, zoals bedoeld in artikel 4.2.tweede lid van de verordening , is € 5.000,00.

Artikel 2.1.2 Woningaanpassing als maatwerkvoorziening

  • 1.

    De kostprijs van een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing voor het geschikt maken van de woning van de cliënt wordt door het college vastgesteld op basis van een door het college geaccepteerde offerte op basis van het programma van eisen.

  • 2.

    Bij het vaststellen van de in het vorige lid bedoelde kostprijs kan door het college gebruik gemaakt worden van de landelijk gemiddelde standaardprijzen voor woonvoorzieningen in het kader van de wet, zoals vastgesteld door SCIO consult B.V.

  • 3.

    Indien het college inschat dat de kostprijs als bedoeld in het eerste lid minder dan € 5.000,00 bedraagt, kan opdrachtverlening plaatsvinden zonder voorafgaande offerte-aanvraag.

  • 4

    In afwijking van het gestelde in het eerste tot en met derde lid wordt de kostprijs van een maatwerkvoorziening voor onderhoud, keuring en reparatie van liften en elektrische deurdrangers vastgesteld op de bedragen zoals vermeld in bijlage 1, behorend bij dit besluit.

Artikel 2.1.3 Aanvang werkzaamheden en bezichtiging van de woonruimte in verband met woningaanpassing

Voor de verstrekking van een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    met de werkzaamheden waarop de voorziening betrekking heeft, mag geen aanvang worden gemaakt voordat het college positief heeft beslist op de aanvraag;

  • b.

    door het college aangewezen personen hebben op één of meer door het college te bepalen tijdstippen toegang tot de woning of het gedeelte van de woonruimte waar de aanpassing wordt aangebracht;

  • c.

    de hierboven onder b. genoemde personen wordt inzage gegeven in de bescheiden en tekeningen die betrekking hebben op de woonruimteaanpassing;

  • d.

    de hierboven onder b. genoemde personen wordt de gelegenheid geboden tot het controleren van de woonruimteaanpassing.

Artikel 2.1.4 - Gereedmelding woningaanpassing

  • 1.

    Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden, doch uiterlijk binnen 12 maanden na het toekenningsbesluit, verklaart de cliënt schriftelijk aan het college dat de in het vorige artikel bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2.

    De gereedmelding, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een verklaring waaruit blijkt dat bij het realiseren van de woningaanpassing is voldaan aan de voorwaarden waaronder de maatwerkvoorziening tot woningaanpassing is toegekend.

  • 3.

    Degene aan wie de maatwerkvoorziening tot woningaanpassing is toegekend, dient, voor zover van toepassing, gedurende een periode van vijf jaar alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.

Artikel 2.1.5 Kosten in verband met woningaanpassing en overige woonvoorzieningen

  • 1.

    Een maatwerkvoorziening voor noodzakelijke tijdelijke huisvesting van de cliënt in verband met het aanpassen van diens huidige woonruimte of de door deze cliënt nog te betrekken woonruimte kan alleen worden verstrekt voor de periode dat de woonruimte ten gevolge van het realiseren van een woonruimteaanpassing niet bewoond kan worden en de cliënt dubbele woonlasten heeft.

  • 2.

    De kosten voor een maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld

    • a.

      op de hoogte van het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van het bedrag per maand dat als maximale huurgrens geldt om nog in aanmerking te komen voor huurtoeslag ingevolge de Wet op de huurtoeslag als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer aanhouden van de te verlaten zelfstandige woonruimte;

    • b.

      op de hoogte van het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van € 271,00 per maand als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet- zelfstandige woonruimte.

  • 3.

    De termijn waarover een maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt, bedraagt maximaal zes maanden.

  • 4.

    In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 5.000,00 is aangepast, kan het college, indien noodzakelijk, een maatwerkvoorziening verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt.

  • 5.

    De hoogte van de in het vorige lid bedoelde maatwerkvoorziening is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte met een maximum per maand dat gelijk is aan de maximale huurgrens, waarbij de Wet op de huurtoeslag nog van toepassing is.

Artiel 2.1.6 Terugbetalingsverplichting na realisatie woningaanpassing

  • 1.

    De in artikel 7.2 van de Verordening genoemde terugbetalingsverplichting wordt aan de hand van onderstaand schema berekend:

    • a.

      bij verkoop in het eerste jaar na gereedmelding 100 %;

    • b.

      bij verkoop in het tweede jaar na gereedmelding 80 %;

    • c.

      bij verkoop in het derde jaar na gereedmelding 60 %;

    • d.

      bij verkoop in het vierde jaar na gereedmelding 40 %;

    • e.

      bij verkoop in het vijfde jaar na gereedmelding 20 %;

    in alle bovenbedoelde gevallen verminderd met de verschuldigde bijdrage in de kosten die voor rekening van de aanvrager is gebleven.

  • 2.

    De datum van verkoop, bedoeld in het voorgaande lid, wordt vastgesteld aan de hand van de datum waarop de koopovereenkomst is gesloten.

Artikel 2.1.7 Woningsanering

  • 1.

    De tegemoetkoming voor woningsanering in de vorm van het vervangen van zachte door harde vloerbedekking, bedraagt maximaal € 54,00 per strekkende meter.

  • 2.

    Voor woningsanering gelden, met inachtneming van het maximumbedrag, zoals genoemd in het eerste lid, de volgende afschrijvingstermijnen voor de te vervangen vloerbedekking:

    • a.

      is een artikel nieuwer dan 2 jaar: 100% van de werkelijk gemaakte kosten;

    • b.

      is een artikel 2-4 jaar oud: 75% van de werkelijk gemaakte kosten;

    • c.

      is een artikel 4-6 jaar oud: 50% van de werkelijk gemaakte kosten;

    • d.

      is een artikel 6-8 jaar oud: 25% van de werkelijk gemaakte kosten;

    • e.

      is een artikel 8 jaar of ouder: geen vergoeding.

Paragraaf 2.2 Ondersteuning bij het lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 2.2.1 Gebruik Regiotaxi

Gebruik van de Regiotaxi buiten het gebied als bedoeld in artikel 4.10 , eerste lid van de verordening is geheel voor eigen rekening.

HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS ROND VERSTREKKING VAN MAATWERKVOORZIENINGEN

Artikel 3.1 Regels rond verstrekking van maatwerkvoorzieningen in natura

  • 1.

    Een maatwerkvoorziening in natura kan worden verleend in eigendom, in bruikleen of in de vorm van persoonlijke dienstverlening.

  • 2.

    Indien een maatwerkvoorziening in natura wordt verstrekt in bruikleen of in de vorm van persoonlijke dienstverlening dient tussen leverancier en cliënt dan wel diens vertegenwoordiger een bruikleenovereenkomst respectievelijk een dienstverleningsovereenkomst te worden gesloten. Levering of dienstverlening vindt eerst plaats nadat de beschikking tot toekenning van de maatwerkvoorziening in natura bekend is gemaakt aan de cliënt.

  • 3.

    Leverancier en cliënt dienen gebruik te maken van de modelovereenkomst voor bruikleen dan wel dienstverlening die door het college ter beschikking wordt gesteld.

  • 4.

    Van de bruikleenovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst wordt direct na ondertekening een afschrift aan het college gezonden.

  • 5.

    Het recht op de maatwerkvoorziening vervalt indien de cliënt niet binnen drie maanden na toekenning gebruik maakt van de toegekende maatwerkvoorziening.

HOOFDSTUK 4 NADERE REGELS PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 4.1

[Vervallen]

Artikel 4.2

[Vervallen]

HOOFDSTUK 5 BIJDRAGE IN DE KOSTEN

Artikel 5.1 Bijdrage in de kosten voor bij verstrekking maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget

  • 1.

    De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten bij verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget zijn gelijk aan de bedragen zoals genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in het eerste lid zijn cliënten met een inkomen tot maximaal 110 % van de toepasselijke bruto bijstandsnorm geen bijdrage in de kosten verschuldigd bij verstrekking van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget.

  • 3.

    Het bedrag dat door de gemeente wordt aangeleverd aan het CAK voor de berekening van de eigen bijdrage, bedraagt 50% van de kostprijs van de toegekende dienst of voorziening. Dit lid is niet van toepassing op hulp bij het huishouden.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in het eerste lid wordt geen bijdrage in de kosten gevraagd bij:

    • a.

      verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget voor aanpassing van een gemeenschappelijke ruimte voor zover deze betrekking heeft op het toe- en doorgankelijk maken van het woongebouw, waardoor meerdere personen gebruik kunnen maken van deze aanpassing;

    • b.

      verstrekking van een maatwerkvoorziening voor huurderving als bedoeld in artikel 2.1.5, vierde en vijfde lid, van deze nadere regels;

    • c.

      verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget voor kosten van onderhoud, keuring, reparatie en aanpassing van een woonvoorziening, die niet meteen bij de eerste verstrekking van de betreffende maatwerkvoorziening zijn inbegrepen;

    • d.

      de toekenning van een maatwerkvoorziening in de vorm van het recht op gebruik van collectief vervoer tegen gereduceerd tarief als bedoeld in artikel 2.2.1. van deze nadere regels;

    • e.

      verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen voor zover de voorziening bestaat uit of bedoeld is voor accessoires, aanpassingen van hulpmiddelen (met uitzondering van autoaanpassingen), rijlessen of reparatie-, onderhouds- en keuringskosten die niet bij de eerste verstrekking van de maatwerkvoorziening zijn inbegrepen.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Citeertitel en inwerkingtreding

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 9 december 2014
de secretaris, de burgemeester,
drs. J.P.R. Woudstra mw. F. Ravestein

Bijlage 1

Maximale vergoeding 1 van kosten onderhoud, keuring en reparatie van liften en elektrische deurdrangers zoals bedoeld in artikel 2.1.2, vierde lid, van de Nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015.

Onder een traplift wordt verstaan: een stoeltraplift, een rolstoeltraplift en/of een staplateaulift.

Soort lift

Frequentie periodiek onderhoud

Kosten periodiek onderhoud

Traplift

1 x per jaar

€ 232,00

Woonhuislift

2 x per jaar

€ 283,00

Hefplateaulift

2 x per jaar

€ 283,00

Plafondlift

1 x per jaar (incl. weekendservice)

€ 270,00

Automatische deuropeners

1 x per jaar

€ 136,00

Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:

50% voor installaties geplaatst buiten de woning

50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen

50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch weg te klappen raildelen.

De kosten voor eventuele bijkomende reparaties kunnen separaat van de onderhoudskosten worden vergoed. Genoemde bedragen zijn per onderhoudsbeurt.

Reparatiekosten als gevolg van vandalisme worden maximaal eenmaal per jaar vergoed.


Noot
1

Genoemde bedragen zijn exclusief BTW