Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2018 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Geldend van 29-10-2022 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2022

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2018 gemeente Pijnacker-Nootdorp

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het voorstel van de auditcommissie van 12 oktober 2017;

gelet op artikel 33 en 147 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    vast te stellen de Verordening ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2018 gemeente Pijnacker-Nootdorp;

  • 2.

    vast te stellen de Fractieondersteuning tabel kostensoorten (bijlage 1) met de volgende wijzigingen als gevolg van een amendement:

    • a.

      het onderdeel “opzetten, onderhouden en beheren van een website” wordt verplaatst van de kolom NIET naar de kolom WEL;

    • b.

      de tekst ‘(valt onder politieke partij)’ wordt verwijderd uit de tabel.

Verordening ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2018 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Begripsbepalingen

  • a.

    Wet: de Gemeentewet;

  • b.

    Griffier: de griffier als bedoeld in artikel 100 van de Wet of diens plaatsvervanger;

  • c.

    Secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 100 van de Wet;

  • d.

    Ambtenaar: ambtenaar, aangesteld door Burgemeester en Wethouders van Pijnacker-Nootdorp;

  • e.

    Raadslid: een lid van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp;

  • f.

    Fractieleden van buiten de raad: door de raad benoemde leden ter ondersteuning van een fractie;

  • g.

    Fractie: leden van de raad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard;

  • h.

    Auditcommissie: de auditcommissie als bedoeld in artikel 4 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Hoofdstuk 2: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties;

    • d.

      andere bijstand.

  • 2. De bijstand, bedoeld in het eerste lid wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand verlenen.

Artikel 2

  • 1. Een ambtenaar verleent na een verzoek door de griffier aan de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      dit hem in een loyaliteitsconflict brengt;

    • d.

      de gevraagde hoeveelheid informatie het redelijke overschrijdt.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij hiervan mededeling aan de griffier die in overleg treedt met de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot de secretaris.

Hoofdstuk 3: Fractieondersteuning

Artikel 6 Recht op financiële bijdrage

  • 1. De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. De jaarlijkse bijdrage bestaat uit een vast deel van € 3.250,00 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 325,00 per raadszetel.

  • 3. In een jaar waarin de verkiezingen plaatsvinden ontvangen de fracties een financiële bijdrage voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. Vanaf de maand na de verkiezingen ontvangen de ‘nieuwe’ fracties het voorschot voor de overige maanden van het jaar.

  • 4. De hoogte van de vergoedingen als bedoeld in lid twee worden aan het begin van elke bestuursperiode vastgesteld door de raad.

Artikel 7 Besteding financiële bijdrage

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken waarbij de door de raad vastgestelde fractiegeldentabel van toepassing is.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften, voorschotten en leningen;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      uitgaven aan raadsleden voor werkzaamheden die zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van de fractie verrichten;

    • f.

      uitgaven ten behoeve van bedrijven of instellingen waarover raadsleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben;

    • g.

      buitenlandse reizen;

    • h.

      verkiezing of herverkiezing van raadsleden;

    • i.

      kosten voor kantoorruimte;

    • j.

      kosten voor horeca hoger dan de som van 50 euro per raadslid of fractielid van buiten de raad per kalenderjaar.

  • 3. De raad werkt de uitgaven die uit de financiële bijdrage worden bekostigd nader uit. Deze uitwerking in de afzonderlijke fractiegeldentabel kan jaarlijks door de raad worden gewijzigd en wordt vastgesteld bij de besluitvorming over de verantwoordingen.

  • 4. In aanvulling op de financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 6 heeft elke fractie de beschikking over een fractiekamer, alsmede de mogelijkheid tot printen en kopiëren.

Artikel 8 Uitgaven fractieondersteuning

  • 1. Uitgaven ten laste van de bijdrage voor fractieondersteuning declareert de fractievoorzitter, tot het maximum van de jaarlijkse bijdrage van de fractie, bij de griffier met een factuur. De declaratie vindt uiterlijk 31 december van het kalenderjaar plaats.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 dient in een jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden de declaratie uiterlijk op de verkiezingsdatum gedeclareerd te zijn. Na de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling kan tot 31 december van dat kalenderjaar gedeclareerd worden.

  • 3. De griffier zorgt voor betaling van de facturen.

Artikel 9 Verantwoording en controle

  • 1. Elke fractie legt, binnen een maand na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag met bijbehorende onderliggende documenten.

  • 2. In een jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, legt elke fractie binnen een maand na de verkiezingsdatum verantwoording af over de maanden tot en met de maand van de verkiezingen.

  • 3. De auditcommissie van de raad is belast met de controle van de verantwoordingen van de fractievergoedingen en brengt advies uit aan de raad.

  • 4. De raad stelt na ontvangst van het advies van de auditcommissie de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van de fracties die uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en de jaarlijkse bijdrage van de fractie;

    • c.

      voor zover nodig de terugvordering bij fracties van onrechtmatige uitgaven.

  • 5. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren:

    • a.

      de reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 6;

    • b.

      in een jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden worden vindt volledige afrekening met de fracties  plaats en vloeien, na het vaststellen van de verantwoordingen, de resterende gelden terug naar de algemene reserve.

Artikel 10 Gevolgen splitsing fractie

  • 1. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 6 vastgestelde financiële bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden met ingang van de maand volgend op de maand waarin kennisgeving is gedaan over de splitsing.

  • 2. Met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar volgend op de splitsing hebben alle fracties recht op een financiële bijdrage zoals bepaald is in artikel 6.

  • 3. Indien een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de maand volgend op de maand waarin de fractie hiervan kennisgeving heeft gedaan.

Artikel 11

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet of wanneer een artikel voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de raad. Indien in strijd wordt gehandeld met artikel 7 of wanneer niet wordt voldaan aan andere bepalingen in deze verordening vordert de gemeenteraad de in het geding zijnde uitgaven terug.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling

Artikel 12

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2010.

  • 2. Op de fractieondersteuning over de kalenderjaren 2014 tot en met 2017 is hoofdstuk 2 van de Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010 nog van toepassing.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 november 2017.

de griffier,

drs. B.S.M Sepers

de voorzitter,

mw. F. Ravestein

Bijlage 1 – Fractiegeldentabel (19INT01490)

Fractieondersteuning tabel kostensoorten versie na 1e wijziging conform besluit raad 28 maart 2019 behorende bij verordening ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2018 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Op basis van de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 stelt de raad nader vast waar de fractieondersteuning aan besteed mag worden.

In deze tabel staan kosten die wel en kosten die niet uit de fractieondersteuning kunnen worden vergoed. De kostensoorten komen deels uit de uitgaven van de afgelopen jaren, deels uit voorbeelden van andere gemeenten. Dit overzicht kan in de loop der tijd worden aangevuld met andere kostensoorten. Het is daarbij steeds de raad die bepaalt welke kosten wel en welke kosten niet vanuit de fractieondersteuning kunnen worden bekostigd.

WEL

NIET

In het algemeen: de vergoeding mag worden besteed aan kosten die verband houden met de raads/fractiewerkzaamheden.

Als tegenhanger hiervan is in het algemeen bepaalt dat enkele uitgaven niet mogen:

  • uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen en regelingen;

  • uitgaven die vallen onder de raads/onkostenvergoeding, zoals representatie, vakliteratuur, kantoorkosten, telefoonkosten, reiskosten;

  • betalingen aan politieke partijen, daarmee verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

  • verkiezingscampagnes, werving leden of partijbelangen;

  • advertenties (werving, verkiezingen, reclame, partij).

  • giften, lief & leed, (verjaardags)presentjes, bloemen e.d. t.b.v. (interne) relaties;

  • individuele administratiekosten, visitekaartjes, printercartridges

  • kosten voor fractiekamer, postadres fractie, printen, kopieren (fracties hebben nl. de beschikking over fractiekamer en de mogelijkheid te printen en kopiëren)

Personele ondersteuning van de fractie (fractieassistent/medewerker, secretarieel, organisatorisch, inhoudelijk, onderzoek, coach)

 

Vergoeding kosten fractieassistent conform de fiscale regels belastingdienst.*

De fractie overlegt bij de jaarlijkse verantwoording een lijst met uitgevoerde werkzaamheden en urenverantwoording..

Vergoeding/tegemoetkoming aan raadsleden (art. 99 GW). voor werkzaamheden die zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van de fractie verrichten.

     

Opzetten, onderhouden en beheren van een website

 

Inhuren (externe)adviseurs, ondersteuning bij uitwerken initiatiefvoorstel of volksvertegenwoordigende rol.

 

Organiseren bijeenkomsten door minimaal twee fracties, waarbij de doelgroep breder is dan alleen leden van de eigen partij en het onderwerp betrekking heeft op de gemeentepolitiek (zaalhuur, organisatie, publiciteit)

Organiseren van bijeenkomsten door de fractie voor alleen leden van de eigen partij (bijvoorbeeld een ALV)

Nieuwjaarsbijeenkomst georganiseerd door partijbestuur

Fractie excursie/werkbezoek/bijeenkomst/heisessie op locatie bij voorkeur binnen de gemeente:

Het maximaal te declareren bedrag per kalenderjaar wordt bepaald door het aantal benoemde (buiten)raadsleden (€ 100,00 p.p.) plus € 50,00 per (buiten)raadslid voor horeca (art. 7 lid j verordening)

 

 

Opleidingen gericht op functioneren van de fractie als geheel

  • Individuele/persoonlijke onkosten (cursussen, congressen, opleidingen.

  • De kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid komen ten laste van de gemeente.

  • Indien een raadslid in verband met de uitoefening van de functie lid is van een beroepsvereniging, vergoedt de gemeente de contributie van die beroepsvereniging.

*Bron: Belastingdienst

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/werk_en_inkomen/werken/werken-als-vrijwilliger/vrijwilligersvergoedingen/vrijwilligersvergoedingen

Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 maart 2019.

drs. B.S.M. Sepers

griffier

mw. F. Ravestei

de voorzitter,

Toelichting

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Het legt expliciet vast dat de raad en individuele raadsleden een recht op ambtelijke bijstand hebben. Politieke groeperingen hebben daarnaast recht op fractieondersteuning. De uitwerking hiervan moet bij verordening worden geregeld.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In eerste instantie wordt bekeken of de gevraagde bijstand door de griffie kan worden verleend. Is dit niet het geval, dan kan de griffier het verzoek via de secretaris, als het hoofd van de ambtelijke organisatie, neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. Het begrip document wordt hier gebruikt in de betekenis die het in de wet openbaarheid bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de wet openbaarheid van bestuur. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet. Hiervoor is een regeling getroffen in het reglement van orde voor vergaderingen van de raad. De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.

Artikelen 2 en 3

Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. In artikel 3 is aangegeven dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester. Het ligt in de rede dat hij hierover overleg voert met de secretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken raadslid). Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet).

Artikel 4

Ook indien – naar de mening van het raadslid – op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd: de burgemeester. Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris.

Artikel 5

Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om inlichtingen te verschaffen over een verzoek om ambtelijke bijstand wordt in dit artikel bepaald dat collegeleden zich voor informatie dienen te wenden tot de secretaris.

Artikel 6

De financiële bijdrage is bedoeld voor inhoudelijke ondersteuning aan de fracties. De gemeentewet kent geen definitie van het begrip “fractie”. Artikel 33 tweede lid gaat wel uit van het bestaan van in de raad vertegenwoordigde groeperingen. In het Reglement van orde voor vergaderingen van de raad is bepaald dat leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard bij aanvang van de zitting als een fractie worden beschouwd.

De hoogte van het budget voor fractieondersteuning wordt in de gemeentebegroting opgenomen en dus door de raad vastgesteld. Het budget voor fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen. Om de administratie te vereenvoudigen is er bewust voor gekozen de hoogte van het bedrag niet jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de vergoedingen voor de raads- en commissieleden. In plaats daarvan neemt de raad aan het begin van elke bestuursperiode een besluit over de hoogte van de bijdrage.

Artikel 7

Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van fractieondersteuning worden fracties grotendeels

vrijgelaten. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. De bijdrage aan de fracties is met name bedoeld voor de inhoudelijke ondersteuning. De gekozen formulering in lid 1 geeft hiervoor een nadere omschrijving. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Het inzetten van de bijdrage voor de fractieondersteuning ten behoeve van bijvoorbeeld cursussen voor individuele raadsleden, die niet de fractie ten goede komen, is niet toegestaan.

Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft. Een uitzondering hierop is de ambtelijke bijstand conform artikel 1. Fracties moeten vrij zijn in de keuze van de personen die hen ondersteunen. Op de in dit artikel geschetste wijze kunnen fracties ondersteuning door derden zelf bekostigen.

Een nadere uitwerking van kosten die wel en niet in aanmerking komen om te worden vergoed vanuit

de door de gemeente beschikbaar gestelde jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning kunnen worden opgenomen in een separate bijlage van deze verordening.

Artikel 8

De bijdrage wordt op declaratiebasis toegekend. In een verkiezingsjaar wordt de bijdrage in twee

gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit verrekend worden.

Artikel 9

Door de fracties verantwoording te laten afleggen over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning, is controle per fractie mogelijk. Uitgangspunt is dat fracties alle kosten onderbouwen door middel van documenten. De verantwoording van de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning verloopt als volgt:

  • a.

    Indienen bij de griffie van een verantwoording van de gemaakte kosten waaruit blijkt waaraan de gelden zijn besteed en de facturen;

  • b.

    Controle van de verantwoordingen door de auditcommissie;

  • c.

    Mogelijkheid tot het toelichten en/of aanpassen van de verantwoordingen;

  • d.

    Advies over de verantwoordingen door de auditcommissie aan de raad;

  • e.

    Vaststellen van de verantwoordingen door de raad.

De controle en het advies door de auditcommissie is in lijn met het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

In een verkiezingsjaar wordt, naast verantwoording over het afgelopen kalenderjaar, ook verantwoording afgelegd over het lopende kalenderjaar tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. Op die manier kan snel definitieve afrekening plaatsvinden en iedere fractie de nieuwe raadsperiode met een schone lei beginnen. De verantwoordingen kunnen door de accountant meegenomen worden met de controle op de jaarrekening.

Artikel 10

Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast wordt aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergaderd de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.

Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen voorschot krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.

Artikel 11

Dit artikel maakt dat elk bedrag dat niet besteed is, direct opeisbaar is en dat indien in strijd met de verordening wordt gehandeld het bedrag dat in het geding door de gemeente kan worden teruggevorderd.

Artikel 12

Dit artikel behoeft geen toelichting.