Besluit van de burgemeester van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent procedure voor de verlening exploitatievergunning speelautomatenhal (Nadere regels vergunningsprocedure exploitatievergunning speelautomatenhal)

Geldend van 25-12-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van de burgemeester van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent procedure voor de verlening exploitatievergunning speelautomatenhal (Nadere regels vergunningsprocedure exploitatievergunning speelautomatenhal)

De burgemeester van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het advies van de afdeling Wijkzaken d.d. 17 december 2019;

gelet op artikel 2:39, vijfde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017;

besluit:

houdende nadere regels inzake de procedure voor de verlening van de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal:

Inleiding

Met artikel 2:39, vijfde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 (hierna: APV) heeft de gemeenteraad de burgemeester de bevoegdheid gegeven om nadere regels vast te stellen ten behoeve van de vergunningsprocedure voor de vergunningaanvraag voor de exploitatie van een speelautomatenhal.

Op grond van de APV kan de burgemeester maximaal één vergunning verlenen voor de exploitatie van een speelautomatenhal.

In deze nadere regels wordt eerst de vergunningsprocedure omschreven. Vervolgens wordt toegelicht welke gegevens moeten worden ingediend, hoe deze moeten worden aangeleverd en tot slot wordt toegelicht hoe vergunningaanvragen worden beoordeeld.

BESCHRIJVING VAN DE VERGUNNINGPROCEDURE

Bekendmaking

Wijze van bekendmaking

De procedure start met het openstellen van de mogelijkheid voor belangstellenden om een vergunningaanvraag in te dienen. Dat gebeurt door middel van een bekendmaking in het Gemeenteblad, op de gemeentelijke website en in de gemeenteberichten in de lokale krant. Dit is blijkens de uitspraak van 9 maart 2016 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:661) voldoende.

Aanvraagtijdvak

In diezelfde bekendmaking maakt de burgemeester de periode bekend waarin de potentiële gegadigden een aanvraag kunnen indienen. Deze periode wordt het aanvraagtijdvak genoemd. Het aanvraagtijdvak wordt voor een periode van 6 weken opengesteld. Deze periode wordt voldoende geacht, omdat ruim van tevoren bekend wordt gemaakt wanneer en voor welke periode het aanvraagtijdvak wordt opengesteld. Indien er sprake is dat de termijn van vergunning van de huidige vergunninghouder afloopt, is van tevoren bekend per welke datum een nieuwe vergunning verleend kan worden. Een jaar voordat de datum dat de huidige vergunning afloopt en er een nieuwe vergunning beschikbaar komt, wordt er een aanvraagtijdvak opengesteld voor nieuwe vergunningaanvragen.

Verdelingsprocedure

Na ontvangst van de vergunningaanvragen wordt beoordeeld of zij voldoen aan de indieningsvereisten. Aanvragen die hier niet aan voldoen, worden niet in behandeling genomen, behoudens het hierna onder ‘ontvankelijkheid’ bepaalde. Hierna worden de aanvragen getoetst aan de uitsluitingscriteria. Aanvragers op wie tenminste één van de uitsluitingscriteria van toepassing is, ontvangen een negatieve beschikking. Vervolgens vindt een inhoudelijke beoordeling plaats op basis van de in dit document genoemde criteria, waarbij wordt beoordeeld welke van de ontvankelijke aanvragen in aanmerking komt voor de vergunning.

Na beoordeling door de beoordelingscommissie (de toelichting op de beoordelingscriteria volgt later in dit document) wordt bepaald of een aanvraag, en zo ja, welke aanvraag wordt getoetst op basis van de criteria uit de Wet Bibob.

Indieningsvereisten

Wijze van indiening

Gedurende het aanvraagtijdvak kunnen aanvragen worden ingediend. Aanvragen voor de verlening van een vergunning voor de vestiging van een speelautomatenhal (hierna: aanvraag) dienen digitaal te worden ingediend. De aanvragen dienen te worden gericht aan de burgemeester van Pijnacker-Nootdorp. Een aanvraag dient rechtsgeldig ondertekend te zijn.

Een aanvraag dient uiterlijk op de laatste dag van het aanvraagtijdvak te 18.00 uur in het bezit van de gemeente Pijnacker-Nootdorp te zijn. Alleen aanvragen die tijdig zijn ontvangen worden in behandeling genomen.

Indieningsvereisten

De formele indieningsvereisten voor de aanvraag zijn in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) benoemd. De bijlagen waar om wordt gevraagd in het digitale aanvraagformulier zijn de materiële indieningsvereisten. Hier vallen onder andere het bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, een Verklaring Omtrent Gedrag van de Rechtspersoon en een volledig ingevuld vragenformulier in het kader van de Wet Bibob. Ook de drie beoordelingscriteria: de conceptomschrijving speelautomatenhal; het plan preventie gokverslaving; en het plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid, vallen onder de materiële indieningsvereisten. Deze worden hieronder toegelicht:

  • Het document ‘Conceptomschrijving speelautomatenhal’ met daarin opgenomen:

    • -

      Adres en kadastrale gegevens van de beoogde locatie, inclusief bewijs dat de aanvrager kan beschikken over de voorgenomen locatie voor de speelautomatenhal;

    • -

      Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarop is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en hoeveel kansspelautomaten worden opgesteld;

    • -

      Een overzicht van de aard en locatie van de overige te realiseren recreatieve functies binnen het complex of gebouw waarin de speelautomatenhal beoogd is te worden gevestigd, of een overzicht van de gevestigde recreatieve functies die de speelautomatenhal met haar functie binnen het complex of gebouw waarin de speelautomatenhal beoogd is te worden gevestigd aan zal vullen en ondersteunen.

    • -

      Een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering is gemoeid en een bewijs dat dit met voldoende zekerheiden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd.

  • Het document ‘Plan preventieve gokverslaving’ met daarin een beschrijving van de wijze waarop kansspelverslaving wordt beoogd te worden voorkomen;

  • Het document ‘Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid’ met daarin een beschrijving van de beoogde aanpak van leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de speelautomatenhal.

Ontvankelijkheid

Aanvragen worden in eerste instantie beoordeeld op ontvankelijkheid. Daarbij wordt beoordeeld of de aanvragen voldoen aan de eisen gesteld in de Awb en hetgeen wordt gevraagd op het aanvraagformulier voor de vergunning.

De burgemeester kan de aanvrager een termijn van twee weken geven om de aanvraag aan te vullen indien:

  • de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag; of

  • de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking.

Als de aanvraag na deze twee weken alsnog niet compleet is, besluit de burgemeester conform artikel 4:5 Awb de aanvraag niet verder in behandeling te nemen. Indien direct of bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag blijkt dat deze niet voor inwilliging vatbaar is, kan het voorkomen dat de burgemeester een inhoudelijke beslissing tot afwijzing van de aanvraag moet nemen.

Uitsluitingscriteria/weigeringsgronden

In artikel 2:39 lid 6 van de APV staan de weigeringsgronden voor een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal opgenomen. Aanvragen waarbij één of meerdere weigeringsgronden van toepassing zijn, worden uitgesloten van verdere beoordeling. De aanvraag waarop een uitsluitingsgrond/weigeringsgrond van toepassing is, leidt tot een negatieve beschikking waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.

Beoordeling

Als de aanvraag ontvankelijk is, wordt overgegaan tot een inhoudelijke beoordeling.

Adviserende beoordelingscommissie en ondersteuning door deskundigen 

De burgemeester zal een beoordelingscommissie (hierna: de commissie) instellen, die de burgemeester adviseert bij de beoordeling. De commissie wordt als volgt samengesteld:

  • Een juridisch medewerker

  • Een (APV) vergunningverlener

  • Een medewerker met stedenbouwkundige expertise

  • Een medewerker openbare orde en veiligheid

  • Een teamleider of afdelingshoofd van de afdeling Wijkzaken

 

Een aanbestedingsjurist kan worden gevraagd de commissie ten aanzien van de procedure te adviseren. Indien nodig, worden ook andere deskundigen uitgenodigd om te adviseren over specifieke onderdelen. Deze adviseurs hebben geen rol bij het toekennen van de punten.

De commissie adviseert de burgemeester. De burgemeester besluit over de vergunningverlening op basis van de beoordeling en advisering van de commissie.

Beoordelingscriteria

Algemeen

Alle ontvankelijke aanvragen waarop tevens geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn, worden inhoudelijk beoordeeld door de commissie. Op basis van deze beoordeling adviseert de commissie de burgemeester. Bij deze beoordeling zijn maximaal 100 punten te behalen. De commissie kijkt bij het uitbrengen van advies aan de burgemeester naar het aantal vergaarde punten en spreekt bij het uitbrengen van het advies in principe de voorkeur uit voor de aanvraag met de meeste punten.

De commissie komt bij haar beoordeling in onderling overleg op basis van unanimiteit voor ieder beoordelingscriterium tot één van de navolgende scores:

Score

Omschrijving

100%

Uitmuntend: De inschrijver overtreft de verwachtingen van de gemeente en heeft het beoordelingscriterium Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden (SMART) uitgewerkt.

75%

Goed: De inschrijver voldoet aan het gevraagde en heeft het beoordelingscriterium SMART uitgewerkt.

50%

Matig: De inschrijver voldoet aan het gevraagde, maar de uitwerking van het beoordelingscriterium is niet volledig SMART.

25%

Onvoldoende: Inschrijver voldoet niet (volledig) aan het gevraagde.

Het aantal behaalde punten per beoordelingscriterium wordt bepaald door vermenigvuldiging van de score met het maximaal aantal te behalen punten op dat criterium.

De aanvragen worden beoordeeld op de volgende (hieronder nader uitgewerkte) criteria:

Criterium

Maximale punten

  • 1.

    Conceptomschrijving speelautomatenhal

40 punten

  • 2.

    Plan preventie gokverslaving

20 punten

  • 3.

    Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid

40 punten

Totaal:

100 punten

De aanvraag die op basis van de beoordeling van de commissie als hoogste eindigt, wordt getoetst aan de Wet Bibob. Indien sprake blijkt van een ernstig gevaar als bedoeld in de Wet Bibob kan de vergunning worden geweigerd. In geval van een mindere mate van gevaar kan de vergunning verleend worden onder nadere voorschriften die zijn gericht op het wegnemen of beperken van het gevaar.

De burgemeester kan aanvragen die worden beoordeeld met minder dan 56 punten weigeren. Aanvragen die met minder dan 56 punten worden beoordeeld kunnen worden beschouwd als aanvragen met een onvoldoende niveau.

Beoordelingscriteria

De inhoudelijke beoordeling van de aanvragen vindt plaats aan de hand van het document ‘Conceptomschrijving speelautomatenhal’, het document Plan preventie gokverslaving’ en het document ‘Plan openbare orde en veiligheid’.

Criterium 1: Conceptomschrijving speelautomatenhal

In de conceptomschrijving zet de inschrijver uiteen op welke manier de speelautomatenhal is ingebed in een amusementsbedrijf en aan welke ontspanningsfaciliteiten die ondersteuning biedt.

De gemeente hecht aan een (haalbaar) concept waarin het accent ligt op recreatief spelen en bestendiging dan wel versterking van het recreatief profiel van de gemeente. Het gelijktijdig realiseren (dan wel versterken of bestendigen van reeds bestaande) recreatieve functies is voor de gemeente belangrijk. De mate waarin dat het geval is, is onderdeel van de vergelijkende toets tussen de aanvragen.

Aandachtspunten

In het document ‘Conceptomschrijving speelautomatenhal’ moet worden omschreven op welke wijze de speelautomatenhal in samenhang met de andere in het amusementsbedrijf aanwezige recreatieve voorzieningen bijdraagt aan het versterken van het recreatief aanbod van ontspanningsfaciliteiten in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. In ieder geval moet in worden gegaan op de volgende aspecten:

  • De visie van de aanvrager op en de mate van de synergie tussen de speelautomatenhal en de overige amusementsfuncties;

  • De visie van de aanvrager op de rol van de speelautomatenhal in het bestendigen dan wel versterken van het recreatief profiel van Pijnacker-Nootdorp en de mate waarin daar sprake van is;

  • Een nauwkeurige omschrijving van het gehele concept, de omvang van de totale inrichting, blijkend uit een voorlopig ontwerp en een beschrijving van het aanbod van voorzieningen (recreatieve functies) in het complex waarin de speelautomatenhal wordt gerealiseerd. In deze omschrijving moet ook de toegevoegde waarde van het concept en de samenhang met de gekozen locatie worden toegelicht. Indien het gaat om vestiging van een speelautomatenhal bij een reeds bestaande recreatieve voorziening met ontspanningsfaciliteiten dient ook aangegeven te worden welke functies nieuw zijn en welke eventueel vervallen.

  • De wijze waarop is gewaarborgd dat de inbedding van de speelautomatenhal en de overige ontspanningsfaciliteiten gedurende de looptijd van de vergunning in stand blijven;

  • Een opstellings- en inrichtingsplan van de speelautomatenhal, ter toetsing van de productdifferentiatie, waarin de plaats, het aantal en de samenstelling van de speelautomaten nauwkeurig worden vermeld en een weergave van de wijze waarop een en ander bijdraagt aan de doelstellingen van de gemeente.

  • Een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering is gemoeid en een bewijs dat dit met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd.

Bij combinatie van een speelautomatenhal met recreatieve functies waar regelmatig jongeren van onder de 18 jaar komen is de manier waarop de functies worden gescheiden van belang voor de beoordeling. Uitgangspunt is dat jongeren zo min mogelijk direct geconfronteerd worden met de speelautomaten.

Een belangrijke doelstelling voor Pijnacker-Nootdorp is het versterken van het recreatieve aanbod van ontspanningsfaciliteiten. Er zijn verschillende doelgroepen. Er zal worden gelet op de samenhang in het voorstel, onder meer ten aanzien van de doelgroepen van de verschillende onderdelen in het concept. Concepten die een evenwichtige bijdrage leveren waarmee verschillende doelgroepen worden bediend, zullen hoger worden gewaardeerd. Tevens zal de inrichting van de locatie worden beoordeeld op de aspecten die zien op de relatie met de omgeving met het oog op de bescherming en ondersteuning van het karakter van de wijk/kern en de relatie met de omgeving. Dit met het oog op de bescherming en ondersteuning van het karakter van de wijk/kern en de relatie met het derde criterium (openbare orde en bijdrage leefbaarheid), waaronder bereikbaarheid, toegankelijkheid en de inpassing in de omgeving.

De verwachting is dat de omvang van de beantwoording inclusief eventuele bijlagen ongeveer 15 pagina’s A4 zal bevatten.

Criterium 2: Plan preventie gokverslaving

De gemeente hecht waarde aan een open, weinig ingrijpende toegangscontrole, zonder dat dat betekent dat minderjarigen worden toegelaten in de hal.

In het kader van preventie van gokverslaving, verwacht de gemeente dat de exploitant zelf verantwoordelijkheid neemt voor het voorkomen van gokverslaving, door het personeel goed op te leiden en zorg te dragen voor een goede samenwerking met de bevoegde instanties. Ook het op peil houden van de benodigde vaardigheden van het personeel is voor de gemeente belangrijk.

Aandachtspunten

In het document ‘Plan preventie gokverslaving’ moet worden omschreven op welke wijze de ondernemer zorg voor preventie en bestrijding van gokverslaving. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten:

  • De visie en ervaring van de aanvrager op preventie van gokverslaving en de maatregelen die hij in dat verband neemt;

  • De organisatie van de toegangscontrole (leeftijdscontrole en bezoekers met een al dan niet vrijwillige ontzegging);

  • De wijze waarop het personeel wordt opgeleid en getraind in:

    • -

      Het bij personen signaleren van het ontwikkelen van gokverslaving;

    • -

      Het ontwikkelen van communicatievaardigheden ten behoeve van de omgang met mensen met beginnende verschijnselen van gokverslaving;

  • De wijze waarop bezoekers voorlichtingsmateriaal over gokverslaving in de speelautomatenhal kunnen verkrijgen;

  • De wijze waarop periodieke afstemming met instellingen op gebied van preventie die binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp werkzaam zijn plaatsvindt.

De verwachting is dat de omvang van de beantwoording ongeveer 5 pagina’s A4 zal bevatten.

Criterium 3: Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid

De gemeente hecht waarde aan de vestiging van een speelautomatenhal met een zo gering mogelijke negatieve impact op de omgeving. De manier van samenwerking met de belanghebbenden uit de omgeving en de informatievoorziening aan die belanghebbenden, vooraf, maar ook bij of na incidenten zal worden beoordeeld.

Aandachtspunten

In het ‘Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid’ moet worden aangegeven hoe de exploitant zorgdraagt voor de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de speelautomatenhal. Daaronder wordt ook het voorkomen van parkeeroverlast verstaan.

De ondernemer dient een risicoanalyse op te nemen waaruit de risico’s voor de directe omgeving van de onderneming blijken en welke maatregelen de ondernemer neemt om de gevolgen hiervan te beperken. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de aard van het bedrijf en de spanning waaraan het woon- en leefmilieu ter plaatse kan worden blootgesteld door de exploitatie van de onderneming.

In ieder geval dient de aanvrager aandacht te besteden aan de volgende aspecten:

  • De algemene visie van de ondernemer op het handhaven van de openbare orde in de omgeving;

  • De wijze waarop de ondernemer wil bijdragen aan de leefbaarheid van de omgeving;

  • Welke gedrag- en huisregels gelden voor komende en gaande bezoekers;

  • Hoe de naleving van deze gedrag- en huisregels wordt bewaakt;

  • Hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid;

  • Hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • Welke openingstijden gelden en hoe deze zijn gerelateerd aan de andere faciliteiten binnen de onderneming;

  • De wijze waarop de ondernemer wil omgaan/samenwerken met bevoegde instanties;

  • De wijze waarop de ondernemer handhavingskosten van de gemeente voorkomt;

  • Een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s worden benoemd en adequate en reële beheersmaatregelen van de ondernemer zijn opgenomen.

De verwachting is dat de omvang van de beantwoording ongeveer 7 pagina’s A4 zal bevatten.

Gelijkscorende aanvragen

Als meerdere aanvragen een gelijke hoogste score hebben dan geeft het cijfer voor het concept (criterium 1) de doorslag. Indien dan nog steeds sprake is van meerdere aanvragen die een gelijke hoogste score hebben, dan geeft het cijfer van die aanvragen voor het plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid (criterium 3) de doorslag. Indien dit nog steeds geen uitsluitsel geeft dan wordt er geloot tussen de hoogste gelijkscorende aanvragen.

Vervolg beoordelingsprocedure

Alle aanvragers worden geïnformeerd over de voorlopige uitkomst van de beoordeling. De burgemeester stelt de aanvragers in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen over de voorlopige uitkomst van de beoordeling. Hiervoor geeft de burgemeester een termijn van twee weken. Dit kan leiden tot een aanpassing van het advies aan de burgemeester. Op basis van het advies neemt de burgemeester een besluit.

Bibob-toets 

De aanvraag die op basis van de beoordeling van de commissie als hoogste eindigt, kan worden getoetst aan de Wet Bibob. Indien de gemeente op basis van het Bibob-advies tot de conclusie komt dat er geen sprake is van gevaar, verleent de burgemeester de vergunning aan de betreffende aanvrager. Indien sprake is van een mindere mate van gevaar, kan de vergunning worden verleend onder nadere voorschriften die zijn gericht op het wegnemen of beperken van het gevaar.

Voordat de burgemeester aan een beschikking voorschriften verbindt als bedoeld in artikel 3, zevende lid van de Wet Bibob, en voordat de burgemeester een voor de betrokkene negatieve beslissing neemt op grond van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet Bibob, dan wel op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet Bibob, stelt de burgemeester de betrokkene in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen. Hiervoor geeft de burgemeester een termijn van twee weken. De eventuele reacties worden besproken in de commissie. Dit kan leiden tot een aanpassing van het advies aan de burgemeester. Op basis van genoemde adviezen zal de burgemeester uiteindelijk een besluit nemen.

Indien de burgemeester besluit op grond van de Bibob-toets de vergunning te weigeren aan de aanvrager met de hoogste score, wordt de opvolgend aanvrager getoetst op basis van de Wet Bibob.

Andere vergunningen  

Er kan pas gebruik worden gemaakt van de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal als het gebruik van het pand voor de speelautomatenhal en de overige te realiseren functies planologisch zijn toegestaan. Dit kan tot gevolg hebben dat de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal niet gebruikt kan worden omdat de ruimtelijke procedure of aanvraag voor een omgevingsvergunning niet leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan of omgevingsvergunning.

Vergunningverlening en rechtsbescherming

De burgemeester besluit op basis van het advies van de commissie aan welke aanvrager de exploitatievergunning wordt vergund. In aanvulling op de weigeringsgronden zoals genoemd in art. 2:39 lid 6 APV geldt dat indien de burgemeester van mening is dat de (ontvankelijke) aanvragen een onvoldoende niveau hebben en er geen aanvragen zijn waaraan voldoende punten kunnen worden toegekend naar het oordeel van de burgemeester, de burgemeester de exploitatievergunning kan weigeren. Het is de beleidsvrijheid van de burgemeester om hetzij een nieuwe ronde open te stellen of dat niet te doen. Tegen het afwijzen van de aanvraag om een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal staat bezwaar en beroep open voor de belanghebbende(n).

Bekendmaking

De burgemeester zal de beslissing tot vergunning in het Gemeenteblad, de gemeenteberichten en op de gemeentelijke website bekend maken, in aanvulling op de bekendmakingsvereisten uit de Algemene wet bestuursrecht.

Inwerktreding en citeertitel

Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking en worden aangehaald als ‘Nadere regels vergunningsprocedure exploitatievergunning speelautomatenhal’.

Ondertekening

Vastgesteld op 17 december 2019.

mw. F. Ravestein

burgemeester