Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent Prostitutiebeleid Pijnacker-Nootdorp 2020

Geldend van 15-08-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent Prostitutiebeleid Pijnacker-Nootdorp 2020

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en de burgemeester van Pijnacker-Nootdorp, elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gezien het advies van de afdeling Wijkzaken d.d. 4 augustus 2020;

overwegende dat:

  • het college en de burgemeester een gezamenlijke bevoegdheid hebben voor het beleid ten aanzien van prostitutie;

  • het college en de burgemeester op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zijn om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot hun bevoegdheden;

  • het wenselijk is dat het college en de burgemeester de nota ‘Prostitutiebeleid Pijnacker-Nootdorp 2020’ vaststellen, elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

  • I.

    Het ‘Prostitutiebeleid Pijnacker-Nootdorp 2020’ vast te stellen:

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Er zijn verschillende redenen aan te wijzen die het noodzakelijk maken dat er voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp prostitutiebeleid wordt vastgesteld.

In 2018 is er voor het eerst een exploitatievergunning verleend voor een escortbedrijf dat opereert vanuit Pijnacker-Nootdorp. Daardoor is de behoefte ontstaan om de regels in de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 (hierna: APV) verder aan te vullen met beleid. Ook onderdeel van dit beleid is een handhavingsstrategie waarin staat omschreven welke bestuurlijke maatregel of sanctie volgt bij overtredingen van de APV, dit beleid en/of andere wet- en regelgeving.

Naast het feit dat er nu één prostitutiebedrijf in Pijnacker-Nootdorp is gevestigd waar beleid voor nodig is, kan de gemeente ook te maken krijgen met niet-vergunde prostitutie en mensenhandel. Om dergelijke misstanden effectief aan te kunnen pakken op het moment dat het zich voordoet, is er beleid en een handhavingsstrategie nodig.

Artikel 3:11 van de APV stelt dat er ten hoogste aan één seksinrichting of escortbedrijf een exploitatievergunning wordt verleend. Dit maakt deze vergunning schaars. In november 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het fenomeen ‘schaarse vergunningen’. Het gevolg van deze uitspraak is dat vergunningen waar een maximumstelsel voor geldt als schaars worden getypeerd en het college aan potentiële gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze schaarse vergunningen. Dat betekent dat de regel ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ niet mag worden toegepast en er een ander verdelingsmechanisme nodig is om de vergunning eerlijk te verdelen. Een dergelijk verdelingsmechanisme wordt met dit beleid ook vastgelegd.

1.2 Kwetsbaarheid van de prostitutiebranche

De prostitutiebranche heeft een aantal eigenschappen die de branche kwetsbaar maken. Een van die eigenschappen is de anonimiteit van zowel de klanten als de sekswerkers. Maar ook het feit dat de branche wordt blootgesteld aan migratiestromen waar lokale en nationale overheden weinig invloed op kunnen uitoefenen speelt hierbij een rol. Uit de rapportage van de Nationaal rapporteur mensenhandel blijkt dan ook dat er in Nederland veel sekswerkers uit Midden- en Oost-Europa werkzaam zijn. De anonimiteit en de snelheid van handelen via internet maakt dat vormen van criminaliteit zoals mensenhandel en uitbuiting op de loer liggen. De traditionele vormen van locatie gebonden vergunde prostitutie krijgen steeds meer concurrentie van (illegale) prostitutie die wordt aangeboden via internet en mobiele telefonie. Deze illegale branche blijft zoeken naar alternatieve locaties waar zij uit het zicht kunnen opereren, zoals oneigenlijk gebruik van woningen en hotels. Het is daarom van belang dat de gemeente kan interveniëren bij onwenselijke en/of illegale situaties, bijvoorbeeld in een geval waarbij sprake is van uitbuiting.

1.3 Doelen van dit beleid

Met dit beleid worden de volgende doelen beoogd:

  • het scheppen van heldere regels als aanvulling op de APV;

  • het creëren van extra mogelijkheden om handhavend op te treden bij misstanden en illegale situaties;

  • De bescherming van het woon- en leefklimaat;

  • de bescherming van kwetsbare personen/sekswerkers;

  • het vastleggen van een eerlijk verdelingsmechanisme voor de exploitatievergunning.

1.4 Juridisch kader

Algemene Plaatselijke Verordening

Op basis van artikel 3:11a van de APV is het toegestaan één seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. In hoofdstuk 3 van de APV is omschreven aan welke voorwaarden een dergelijk bedrijf moet voldoen om een vergunning te verkrijgen en te behouden. Bij het exploiteren van een seksinrichting zonder vergunning kan de burgemeester op basis van artikel 3:4, eerste lid APV optreden.

De burgemeester verleent de exploitatievergunning voor een seksinrichting en het college voor een escortbedrijf. Zij beschikken over verschillende bestuurlijke middelen om de belangen van de openbare orde en veiligheid, gezondheid en zedelijkheid te beschermen. In bepaalde situaties kan de vergunning ter bescherming van deze belangen worden ingetrokken of de seksinrichting worden gesloten.

Wet regulering sekswerk

Op dit moment ligt er een wetsvoorstel genaamd ‘Wet regulering sekswerk’. Dit wetsvoorstel is door de Eerste Kamer aangehouden, omdat er in het regeerakkoord van Rutte III is afgesproken dat ter voorkoming van misstanden in de prostitutiebranche nadere afspraken gemaakt moeten worden. Het wetsvoorstel moest onder andere aangepast worden omdat er nu geen vergunningplicht in is opgenomen voor zelfstandig werkende sekswerkers. Zo zullen alle vormen van bedrijfsmatige seksuele dienstverlening vergunningplichtig worden en zal er een wettelijke grondslag komen voor intakegesprekken om misstanden te voorkomen. De consequenties van eventuele wijzigingen in dit wetsvoorstel voor (lokaal) prostitutiebeleid zijn nu nog onduidelijk. De nadere interpretatie van het regeerakkoord en de daarbij behorende stappen zullen op termijn duidelijk worden. De verwachting is dat de Wet regulering sekswerkers in 2021 in werking zal treden.

Wetboek van strafrecht

In artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht is het verbod op mensenhandel opgenomen. In dit artikel wordt onder mensenhandel verstaan: “Het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten”.

1.5 Begrippenlijst

In deze nota verstaan we onder:

Prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

Sekswerker: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

Seksbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling.

Prostitutiebedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

Escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

Seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of prostitutiebedrijf waaronder tevens inbegrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

Exploitant: de natuurlijke persoon, de groep van natuurlijke personen, de rechtspersoon of rechtspersonen die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert c.q. exploiteren en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen;

Beheerder: de natuurlijke persoon of de groep van natuurlijke personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in een seksinrichting of escortbedrijf.

Bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:

  • -

    Het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is zoals de exploitant, de prostituee/sekswerker en de beheerder;

  • -

    De toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6:2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017.

  • -

    Andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

2. Exploitatievergunning voor seksbedrijven

2.1 Vergunningsplichtige activiteiten seksbedrijven

Op grond van artikel 3:4 APV is het verboden een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan. Het gaat hierbij om bedrijven die op bedrijfsmatige wijze een bepaalde vorm van seks aanbieden. Om te bepalen of er sprake is van bedrijfsmatigheid kan er gebruik worden gemaakt van de volgende factoren (niet limitatief):

  • Een of meerdere personen zijn werkzaam als sekswerker tegen betaling

  • De sekswerkers staan niet ingeschreven op het adres van waaruit de prostitutiewerkzaamheden plaatsvinden (inschrijving Basisregistratie personen leidend)

  • Organisatiegraad en de omvang van het aanbod

  • Een zakelijke bedrijfsmatige uitstraling en uiterlijke waarneembaarheid als seksbedrijf

Met de term seksinrichting wordt geduid op de voor het publiek toegankelijke locatie van een seksbedrijf. Dit kan samenvallen met de locatie waar de exploitant van het seksbedrijf zich heeft gevestigd, maar dat is niet per definitie het geval. De locatie waar een escortbedrijf is gevestigd wordt niet als seksinrichting beschouwd, omdat de seksuele activiteiten niet op die locatie plaatsvinden. Daarom zijn er twee verschillende vergunningen: een exploitatievergunning voor een seksinrichting en een exploitatievergunning voor een escortbedrijf.

Thuisprostitutie

Zolang er geen landelijke wetgeving is die thuisprostitutie vergunningsplichtig stelt, geldt er in Pijnacker-Nootdorp geen vergunningplicht voor thuisprostitutie. Bij thuisprostitutie vinden de handelingen bij de sekswerker thuis plaats en niet in een daarvoor ingerichte, publiek toegankelijke ruimte. Hiervoor geldt dat de sekswerker ook daadwerkelijk op het adres van de woning ingeschreven dient te staan in de Basisregistratie personen (BRP). Het is niet toegestaan dat er meerdere sekswerkers werkzaam zijn in de woning, ook niet als die sekswerkers ook op het adres van de woning staan ingeschreven.

Vergunningsplichtigeseksgerelateerde activiteiten in openbare inrichtingen

Ook openbare inrichtingen die gelegenheid geven tot seksuele handelingen anders dan tegen betaling vallen onder een vergunningplicht. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om sekssauna’s, darkrooms en parenclubs. Deze inrichtingen vallen onder de vergunningplicht die volgt uit artikel 2:28 van de APV. In dit artikel is het verbod opgenomen om een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. De burgemeester kan de exploitatievergunning weigeren indien de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit. Daarnaast kan de burgemeester de vergunning in zijn geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

2.2 Toetsingscriteria vergunningaanvragen

Een aanvraag voor een exploitatievergunning voor een seksbedrijf wordt getoetst aan de geldende wet- en regelgeving. Daarnaast wordt getoetst of de vergunningaanvraag voldoet aan de gestelde eisen van artikel 1:3 APV en of de exploitant en/of beheerder voldoet aan de gedragseisen zoals gesteld in artikel 3:5. De vergunning kan worden geweigerd op basis van de weigeringsgronden zoals genoemd in artikel 1:8 APV.

In onderstaande tabel zijn de toetsingscriteria omschreven waar een vergunningaanvraag voor een nieuw seksbedrijf én waar een aanvraag voor de uitbreiding van een bestaand seksbedrijf aan moeten voldoen.

Soort aanvraag

Toetsingscriteria

Alle aanvragen voor seksbedrijven

  • De vereisten voor een vergunningaanvraag uit de APV. Onder andere de moraliteit van betrokken exploitanten en beheerders, oftewel levensgedrag.

  • Een actuele verklaring ‘betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen’ van de Belastingdienst. Uit de verklaring moet blijken dat de exploitant van goed betalingsgedrag is. Het gaat dan specifiek om belastingen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering van het seksbedrijf.

  • Wet Bibob

  • Het bestemmingsplan

Aanvraag nieuwe seksinrichting

Wanneer er sprake is van een aanvraag voor een seksinrichting (dus geen escortbedrijf), wordt aanvullend getoetst aan:

  • Vereisten pand: de exploitant is verplicht om te voldoen aan de richtlijnen van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid, de bouwkundige voorschriften en brandveiligheidseisen zoals bepaald in het Bouwbesluit.

Aanvraag prostitutie/escortbedrijf

Wanneer er sprake is van bedrijfsmatige prostitutie wordt door de gemeente en de politie aanvullend getoetst aan het:

  • Bedrijfsplan (zie bijlage)

Aanvraag uitbreiding vergunning m2

Bij bestaande inrichtingen worden uitbreiding in m2 of werkruimtes getoetst aan:

  • Het bestemmingsplan

  • Vereisten pand: de exploitant is verplicht om te voldoen aan de richtlijnen van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid, de bouwkundige voorschriften en brandveiligheidseisen zoals bepaald in het Bouwbesluit.

2.3 Locatiebeleid seksbedrijven

Seksinrichting

Een seksinrichting kan alleen worden gevestigd op een locatie waarbij de inrichting en de bedrijfsmatige activiteiten die iemand daar wil gaan ontplooien voldoen aan het bestemmingsplan. De inrichting en de activiteiten kunnen daaraan alleen voldoen als de locatie de bestemming ‘seksinrichting’ heeft.

Indien er geen locaties beschikbaar zijn met een geschikte bestemming voor een seksinrichting, kan er worden gekeken of er een locatie beschikbaar is waarbij van het bestemmingsplan kan worden afgeweken. In een dergelijk geval mag er geen sprake zijn van een (mogelijk) negatieve impact op het woon-, leef-, en/of ondernemersklimaat. Afwijken van het bestemmingsplan voor een seksinrichting kan dus alleen bij hoge uitzondering.

Overigens is er in Pijnacker-Nootdorp geen mogelijkheid tot zogenaamde raamprostitutie. Dit verbod is vastgelegd in artikel 3:9 van de APV. In dit artikel staat dat het verboden is door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken op of aan andere dan door het college aangewezen wegen of gebieden. Op dit moment zijn dergelijke wegen of gebieden niet door het college aangewezen en het college is ook niet voornemens om dit in de toekomst wel te doen.

Escortbedrijf

Het kenmerk van escortbedrijven is dat er op de vestigingslocatie van het bedrijf uitsluitend administratieve werkzaamheden plaatsvinden en dat deze daarom vergelijkbaar zijn met een administratiekantoor of een advocatenkantoor. Daarom kan een escortbedrijf zich op elke gewenste locatie in de gemeente vestigen, zolang de bedrijfsmatige activiteiten die daar uitgevoerd worden maar binnen de bestemming passen. Voorbeelden van bestemmingen waaronder de bedrijfsmatige activiteiten van een escortbedrijf passen zijn ‘kantoor’ en ‘dienstverlening’.

Escortbedrijf aan huis

Gelet op het kenmerk dat op de vestigingslocatie van escortbedrijven uitsluitend administratieve werkzaamheden plaatsvinden, zijn deze planologisch aanvaardbaar als beroep of bedrijf aan huis. Daarom wordt een escortbedrijf in een pand met een woonbestemming niet gezien als strijdig met de bestemming. De ruimtelijke effecten zijn hetzelfde als bijvoorbeeld bij een administratiekantoor of advocatenkantoor aan huis. Hierbij geldt dat het ontvangen van klanten en werknemers beslist niet valt onder de noemer bedrijf aan huis.

2.4 Het proces van vergunningverlening

Op de gemeentelijke website is het aanvraagformulier voor een vergunning voor een seksinrichting of een escortbedrijf te vinden.

Leges

In de legesverordening zijn de leges voor een exploitatievergunning voor een seksbedrijf vastgelegd.

Geldigheidsduur vergunning

Op dit moment (augustus 2020) is in de APV opgenomen dat de exploitatievergunning voor een seksinrichting of een escortbedrijf voor de duur van maximaal één jaar kan worden verleend. Mogelijk wordt de geldigheidsduur van de exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf in de toekomst in de APV aangepast naar maximaal vijf jaar.

Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf voor de duur van maximaal vijf achtereenvolgende jaren aan dezelfde exploitant kan worden verleend. Na de periode van vijf jaar komt de vergunning ook weer beschikbaar voor andere potentiële gegadigden. Mochten er na de periode van vijf jaar andere gegadigden zijn voor de vergunning dan wordt deze verdeeld door middel van administratieve selectie via een vergelijkende toets.

Verdeling vergunning via administratieve selectie door een vergelijkende toets

Nadat een exploitatievergunning na vijf jaar beschikbaar komt of tussentijds door de vergunninghouder wordt opgezegd, komen alle potentiële gegadigden in aanmerking voor de vergunning. De beschikbaarheid van de vergunning wordt bekendgemaakt in de gemeenteberichten en via de gemeentelijke website en het Gemeenteblad. Er wordt een aanvraagtijdvak van vier weken opengesteld waarbinnen gegadigden een complete aanvraag voor de exploitatievergunning kunnen indienen. Indien blijkt dat er na het sluiten van het aanvraagtijdvak meerdere potentiële gegadigden een complete vergunningaanvraag hebben ingediend, wordt er door middel van administratieve selectie met een vergelijkende toets bepaald aan welke aanvrager de vergunning wordt toegewezen. De vergunningaanvraag die het hoogste aantal punten scoort in de toets, krijgt de vergunning.

Voor de administratieve selectie via de vergelijkende toets zijn er drie objectieve beoordelingscriteria op basis waarvan de punten worden toebedeeld. Deze beoordelingscriteria hebben betrekking op de impact op de woon- en leefomgeving, de passendheid binnen het bestemmingsplan en de kwaliteit en inhoud van het bedrijfsplan. De verdere uitwerking van de vergelijkende toets is te vinden in bijlage II van deze beleidsnota. Bij een gelijke score van twee of meer gegadigden kan worden uitgeweken naar het verloten van de vergunning onder de gegadigden met de hoogste (gelijke) score.

Indien het aanvraagtijdvak is gesloten en er geen aanvragen zijn binnengekomen kan de vergunning daarna worden verleend aan degene die als eerste een complete vergunningaanvraag indient.

3. Aanpak van mensenhandel en hulpverlening

3.1 Mensenhandel in de prostitutiesector

Mensenhandel kan worden gedefinieerd als het werven, vervoeren of verhandelen van mensen tegen hun wil met als doel het uitbuiten van deze mensen. Mensenhandel is verboden en strafbaar op grond van artikel 273f WvSr. Seksuele uitbuiting is ook een vorm van mensenhandel, die zich zowel in de Nederlandse niet-vergunde als vergunde prostitutiesector voordoet.

Het is van belang dat we als gemeente daar waar mogelijk mensenhandel en seksuele uitbuiting bestrijden. Dit vanwege de slachtoffers die deze vorm van criminaliteit maakt en het ondermijnende effect dat mensenhandel heeft op de legale structuren in onze samenleving. Bij de aanpak van mensenhandel werken ketenpartners, zoals de politie, het OM, de Inspectie SZW en de gemeente integraal samen. De gemeente heeft hierbij een verantwoordelijkheid op het gebied van preventie, signalering, handhaving en hulpverlening. De gemeente heeft hiervoor bestuursrechtelijke instrumenten tot haar beschikking, zoals de APV, bestemmingsplannen en de Wet Bibob. Ook dit prostitutiebeleid kan worden beschouwd als een instrument om mensenhandel in de prostitutiesector te signaleren en voorkomen. Daarnaast biedt de handhavingsstrategie (zie hoofdstuk 5) de mogelijkheid om handhavend op te treden tegen mensenhandel in de vergunde prostitutie.

3.2 Hulpverlening en zorg

Voor zowel sekswerkers die slachtoffer zijn geworden van mensenhandel als voor sekswerkers die vrijwillig werkzaam zijn als sekswerker in het (il)legale circuit is er gratis zorg en hulpverlening beschikbaar. De organisaties die in de regio Haaglanden deze zorg en hulpverlening kunnen bieden zijn onder andere het Centrum voor Seksuele Gezondheid, Stichting hulp en opvang prostitutie en mensenhandel (Shop), Spot 46 en CoMensha.

Shop is een expertisecentrum op het gebied van hulp- en dienstverlening aan sekswerkers en slachtoffers van mensenhandel. Deze organisatie verbetert de positie van (ex)sekswerkers en slachtoffers door het geven van informatie, advies en praktische en psychosociale hulp. Ook kan Shop (tijdelijke) woonvoorziening bieden aan (ex)sekswerkers die zelf geen woonvoorziening (meer) hebben, bijvoorbeeld omdat zij willen stoppen met hun werk als sekswerker of als zij slachtoffer zijn van mensenhandel.

Spot 46 is een informatie en dienstencentrum voor sekswerkers, waar sekswerkers tijdens laagdrempelige spreekuren terecht kunnen voor advies en informatie. De onderwerpen waarvoor sekswerkers bij Spot 46 terecht kunnen lopen uiteen. Hierbij valt te denken aan onderwerpen zoals belastingen, financiën, loopbaan, soa’s/HIV, welzijn, juridische aangelegenheden, huisvesting, gezondheid en uitstapprogramma’s.

Het Centrum Seksuele Gezondheid Haaglanden (CSG) biedt de mogelijkheid aan sekswerkers om zichzelf gratis en anoniem te laten testen op soa’s en hiv. Het CSG werkt onder andere samen met Spot 46 en de GGD Haaglanden.

CoMensha is een organisatie die zich specifiek inzet voor slachtoffers van mensenhandel. Wanneer een slachtoffer aangifte doet van mensenhandel kan CoMensha zich over het slachtoffer ontfermen en een eerste veilige opvang en hulpverlening regelen.

4. Toezicht

4.1 Bestuurlijke toezichthouder(s)

Het Haags Economisch Interventie Team (HEIT) is onder andere belast met de advisering en het toezicht ten aanzien van seksinrichtingen en escortbedrijven. Ook bij signalen over mensenhandel of andere misstanden kan het HEIT optreden. De toezichthouders van het HEIT zijn hiervoor door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp aangewezen. Na een controle stelt het HEIT een inspectierapport en/of een bestuurlijke rapportage op. Bij geconstateerde overtredingen informeert het HEIT de gemeente middels een bestuurlijke rapportage. De Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de politie, is belast met de opsporing van eventuele misdrijven.

4.2 Controles

Het HEIT streeft ernaar om vergunde prostitutiebedrijven 6 tot 12 keer per jaar te controleren. Tijdens dergelijke controles wordt toezicht gehouden op naleving van de APV, naleving van de vergunningsvoorwaarden en wordt gecontroleerd of er sprake is van eventuele misstanden. Indien er signalen zijn van misstanden kunnen ook vergunde escortbedrijven door het HEIT worden gecontroleerd.

Naast het toezicht op vergunde prostitutie- en escortbedrijven, houdt het HEIT in het kader van de naleving van de vergunningplicht ook toezicht op de niet-vergunde prostitutie. Het HEIT controleert hierop naar aanleiding van signalen van misstanden in advertenties op het internet, tips en meldingen.

5. Handhavingsstrategie

5.1 Bestuurlijke handhaving

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente en beschikt daarom over de bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. Door het bestuurlijk toezicht op de seksbranche kan de burgemeester handhaven bij de constatering van overtredingen van de vergunningvoorschriften of bij andere misstanden zoals illegale prostitutie en mensenhandel. In paragraaf 5.3 is het handhavingsarrangement seksbranche opgenomen. Daarin is beschreven op welke overtreding welke bestuurlijke maatregel volgt. Daarnaast kunnen controles door de bestuurlijke toezichthouder leiden tot signalen voor de opsporing.

5.2 Strafrechtelijke aanpak

Bij (vermoedens van) ernstige misdrijven, zoals de misdrijven genoemd in artikel 273f (mensenhandel) en 248b (gedwongen prostitutie en ontucht met een minderjarige prostituee) van het Wetboek van Strafrecht, zal het Openbaar Ministerie altijd een opsporingsonderzoek starten en waar mogelijk tot vervolging overgaan.

5.3 Handhavingsarrangement seksbranche

Dit handhavingsarrangement geldt voor zowel het vergunde seksbedrijf als de niet-vergunde prostitutie. Voor wat betreft niet-vergunde prostitutie is er een onderscheid gemaakt in niet-vergunde prostitutie vanuit een inrichting en niet-vergunde prostitutie vanuit een woning. Er zijn in totaal drie verschillende handhavingskaders.

5.3.1 Handhavingskader seksbedrijven met exploitatievergunning

a. Handhavingskader voor alle type seksbedrijven met of zonder inrichting

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Binnen het seksbedrijf hebben zich feiten voorgedaan die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar oplevert voor de openbare orde of veiligheid.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

2e constatering:

Intrekken vergunning

In het seksbedrijf zijn personen te werk gesteld die nog niet de minimumleeftijd van 18 jaar hebben bereikt1 of slachtoffer zijn van mensenhandel.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Intrekken vergunning

Voor of bij het seksbedrijf zijn personen tewerkgesteld, die verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 of de Wet arbeid vreemdelingen.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

2e constatering:

Intrekken vergunning

De exploitant heeft een verandering niet gemeld, waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met in de vergunning opgenomen gegevens.

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester. De Exploitant dient evenueel onvergunde activiteit onmiddellijk te staken en de wijziging binnen 5 werkdagen te melden aan de burgemeester.

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing

2e constatering:

Intrekken vergunning

Geen of onjuiste vermelding van telefoonnummer, kenmerk of bedrijfsnaam in de advertentie van een seksbedrijf.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning voor 1 maand

2e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

3e constatering

Intrekken vergunning

b. Aanvullend handhavingskader voor seksbedrijven met een inrichting

Dit handhavingskader geldt aanvullend op het hierboven beschreven handhavingskader voor de seksbedrijven met een seksinrichting.

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Exploitatie niet conform inrichtings- en gebruikseisen

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing.

2e constatering (binnen één jaar na vorige constatering):

Schorsen exploitatievergunning 3 maanden.

3e constatering (binnen één jaar na vorige constatering):

Intrekken exploitatievergunning

5.3.2 Handhavingskader voor prostitutiebedrijven en escortbedrijven

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Signalen van uitbuiting of andere vormen van dwang of uitbuiting zijn niet direct aan de politie gemeld.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Intrekken vergunning

Het is een exploitant verboden een sekswerker die nog niet de wettelijke minimumleeftijd2van18 jaar heeft bereikt voor of bij het bedrijf te laten werken.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

3 maanden schorsen vergunning

2e constatering:

Intrekken vergunning

Afwezigheid of onvoldoende toezicht exploitant of beheerder.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing.

2e constatering:

Schorsen vergunning voor 1 maand

3e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

4e constatering:

Intrekken vergunning

Een prostitutie- of escortbedrijf beschikt niet over een bedrijfsplan.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing

2e constatering:

Intrekken vergunning

Er is gehandeld in strijd met de in het bedrijfsplan beschreven maatregelen.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

2 constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

3e constatering:

Intrekken vergunning

Er is geen deugdelijke bedrijfsadministratie gevoerd, de administratie is niet bewaard volgens de wettelijke termijnen of niet beschikbaar voor de toezichthouder.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

2 constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

3e constatering:

Intrekken vergunning

Sekswerkers kunnen redelijkerwijs niet hun eigen werktijd bepalen.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

2 constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

3e constatering:

Intrekken vergunning

Medewerkers van instellingen die met goedkeuring van het college voornemens zijn voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren of voorlichtingsmateriaal te verspreiden worden niet toegelaten.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing

2e constatering:

Schorsen vergunning voor 1 maand

3e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

4e constatering:

Intrekken vergunning

De exploitant of de beheerder belemmert of bemoeilijkt het toezicht.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing

2e constatering:

Schorsen vergunning voor 1 maand

3e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

4e constatering:

Intrekken vergunning

In advertenties voor een seksbedrijf wordt onveilige seks aangeboden of gegarandeerd dat sekswerkers die voor het betreffende bedrijf werken vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Schorsen vergunning voor 1 maand

2e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

3e constatering:

Intrekken vergunning

Toelichting verantwoordelijkheid exploitant bij signalen van misstanden

De exploitant van een prostitutiebedrijf is ervoor verantwoordelijk dat er geen misstanden plaatsvinden vanuit zijn/haar bedrijf. Wanneer er misstanden worden geconstateerd wordt er kritisch naar de rol van de exploitant en beheerders gekeken. Indien er sprake is van nalatigheid en/of verwijtbaarheid van de exploitant en/of beheerder(s) wordt de vergunning ingetrokken. Dit geldt ook wanneer vermoedens van misstanden niet direct aan de gemeente of politie zijn gemeld.

Indien er geen sprake is van nalatigheid en/of verwijtbaarheid, dient er kritisch gekeken te worden wat de exploitant kan doen om dergelijke misstanden in de toekomst te voorkomen. Eventuele aanpassingen in de werkwijze dienen te worden opgenomen in een nieuw bedrijfsplan.

Toelichting handelen in strijd met het bedrijfsplan

Ter bescherming en verbetering van de positie van de sekswerker en klanten is het van belang dat seksbedrijven exploiteren conform de maatregelen zoals beschreven in het bedrijfsplan. De burgemeester is bevoegd hierop te handhaven.

Toelichting in strijd handelen met eisen advertenties

In het kader van de veiligheid en de gezondheid van zowel de sekswerkers als de klanten is het niet wenselijk dat er met onveilige seks wordt geadverteerd of in de advertentie te garanderen dat de sekswerkers vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen. Daarnaast dient in elke advertentie het in de vergunning vermelde telefoonnummer van het bedrijf, de bedrijfsnaam en het vergunningskenmerk vermeld te worden. Op deze manier kunnen toezichthouders achterhalen om welk bedrijf het gaat en door welke gemeente de vergunning is verleend.

5.3.3 Handhavingskader niet-vergunde prostitutie

Indien op bedrijfsmatige wijze prostitutie wordt aangeboden zonder de daarvoor benodigde exploitatievergunning en/of in strijd met het bestemmingsplan, dan is er sprake van niet-vergunde en dus illegale prostitutie. De illegale prostitutie kan plaatsvinden in panden of in de openbare ruimte. Tegen prostitutie in de openbare ruimte wordt strafrechtelijk opgetreden. Wanneer bedrijfsmatige prostitutie plaatsvindt in een pand dan kan de handhaving zich richten op het pand, of de personen die als overtreder worden aangemerkt.

Hieronder staat omschreven op welke wijzen bestuursrechtelijk wordt opgetreden tegen niet-vergunde prostitutie als overtreding van artikel 3:4 eerste lid van de APV. Indien er (ook) sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan kan ook handhavend worden opgetreden op basis van artikel 2.1, eerste lid, sub c van de Wabo.

Maatregelen ten aanzien van de overtreder

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Exploitatie zonder vergunning

Inspectierapport en bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

  • a.

    Bestuurlijke waarschuwing

Of indien dit noodzakelijk wordt geacht:

  • b.

    Opleggen last onder dwangsom.

2e constatering:

Opleggen last onder dwangsom of indien van toepassing invorderen last onder dwangsom.

3e constatering:

Invorderen last onder dwangsom.

4e constatering:

Indien van toepassing invorderen last onder dwangsom en anders opleggen van een nieuwe last onder dwangsom.

Indien de vrees bestaat voor herhaling of onvoldoende flankerende maatregelen kunnen worden getroffen, kan bij de eerste constatering direct een last onder dwangsom worden opgelegd. Deze vrees voor herhaling is bijvoorbeeld aanwezig wanneer de toezichthouder de afgelopen vijf jaar de overtreder al eerder heeft gewaarschuwd voor de overtreding van artikel 3:4 eerste lid APV.

Maatregelen ten aanzien van openbare inrichtingen en bedrijfspanden

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Exploitatie zonder vergunning

Inspectierapport en bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Sluiten van het pand voor drie maanden.

2e constatering:

Sluiting van het pand voor onbepaalde tijd.

Maatregelen ten aanzien van woningen

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Exploitatie zonder vergunning

Inspectierapport opmaken en bestuurlijke rapportage aan de burgemeester.

1e constatering:

Versnelde sluiting pand 1 maand, vervolgens;

  • a.

    Indien van toepassing afzien van verdere sluiting;

  • b.

    Indien van toepassing verlenging sluitingsduur naar 3 maanden.

2e constatering:

Sluiting voor 6 maanden

3e constatering:

Sluiting voor onbepaalde tijd.

Wanneer een woning bedrijfsmatig voor prostitutie wordt gebruikt, wordt de woning niet meer feitelijk als woning gebruikt. In een dergelijk geval dient de illegale situatie zo snel mogelijk te worden beëindigd door het opleggen van een of meerdere herstelsancties (titel 5.4 Algemene wet bestuursrecht) aan de pandeigenaar en gebruiker, vanwege het (laten) gebruiken van de woning of het bedrijfspand in strijd met het bestemmingsplan (art 2.1, eerste lid, sub c van de Wabo). Afhankelijk van de organisatiegraad en omvang van de illegale prostitutie kan er ook gekozen worden voor een sluiting. In beginsel sluit de burgemeester de woning voor één maand. Vervolgens vindt een zienswijze gesprek plaats. Wanneer de pandeigenaar kan aantonen dat hijzelf door concrete maatregelen de illegale situatie heeft beëindigd (zoals het ontbinden van de huurovereenkomst en/of ontruimen van de woning) en herhaling wordt voorkomen (bijvoorbeeld door aangepaste wijze van verhuur) kan worden afgezien van handhavend optreden. Wanneer sprake is van overlast en loop op het pand, kan ondanks goede maatregelen van de pandeigenaar toch de langere sluitingsduur van drie maanden worden opgelegd. Dit wordt in een dergelijk geval nodig geacht om de loop uit het pand te halen.

6. Afwijkingsbevoegdheid

Ingevolgde de inherente afwijkingsbevoegdheid, zoals neergelegd in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, kan op basis van een belangenafweging zowel in positieve als in negatieve zin van dit beleid worden afgeweken.

Ondertekening

Bijlage I - Bedrijfsplan

Een prostitutiebedrijf dient te beschikken over een bedrijfsplan, waarin in ieder geval staat beschreven welke maatregelen de exploitant treft op het gebied van hygiëne, het zelfbeschikkingsrecht van de sekswerkers, de veiligheid en gezondheid van sekswerkers en klanten en het voorkomen van strafbare feiten. De uitwerking van de maatregelen zal afhangen van het soort prostitutie- of escortbedrijf en de grootte van de inrichting. Hieronder wordt beschreven welke punten in het bedrijfsplan dienen te worden opgenomen.

1. Gegevens seksbedrijf

Gegevens exploitant

Naam/namen exploitant(en), vennoten/bestuurders van het bedrijf

Bedrijfsgegevens

Bedrijfsnaam. Er kan uitsluitend worden geadverteerd met de handelsnamen zoals opgenomen in de vergunning.

Indien er sprake is van een prostitutiebedrijf

  • Het adres waar de seksinrichting is gelegen

  • Openingstijden

  • Telefoonnummers. Geef ook aan met welke telefoonnummers wordt geadverteerd. Er kan uitsluitend worden geadverteerd met de telefoonnummers die staan vermeld op de vergunning.

Indien er sprake is van een escortbedrijf

  • Het vestigingsadres van het escortbureau. Hier dient u ook uw bedrijfsadministratie te bewaren en bij te houden.

  • Openingstijden

  • Telefoonnummers. Geef aan met welke telefoonnummers wordt geadverteerd. Er kan uitsluitend worden geadverteerd met de telefoonnummers die staan vermeld op de vergunning.

2. Hygiëne

De hygiëne in uw seksbedrijf dient te voldoen aan de algemene hygiënerichtlijnen die voor de branche gelden en moeten controleerbaar zijn. Omschrijf in het bedrijfsplan welk beleid u voert en aanzien van hygiëne in uw bedrijf. De afdeling Hygiëne en Inspectie van de GGD beoordeelt voor de vergunning of u voldoet aan de geldende hygiënerichtlijnen voor seksbedrijven van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid. Het bedrijfsplan bevat in duidelijke termen ten minste een beschrijving van:

Alleen van toepassing op een prostitutiebedrijf met inrichting:

  • De gezondheidsrisico’s die de werkzaamheden van de sekswerkers en andere medewerkers die werkzaam zijn op de locatie met zich meebrengen. De beschrijving bevat in ieder geval risico’s op het gebied van het voorkomen van de vermenigvuldiging en de verspreiding van micro-organismen (bijvoorbeeld bacteriën), het hygiënisch handelen, de schoonmaak, de bouw en de inrichting van de locatie.

Van toepassing op prostitutie- en escortbedrijven:

  • De wijze waarop de gezondheidsrisico’s voor de sekswerkers, klanten (en indien van toepassing andere medewerkers in de inrichting) worden beperkt. Dat wil zeggen een plan van aanpak, waarin is aangegeven welke maatregelen en binnen welke termijn deze maatregelen worden genomen.

  • De wijze waarop sekswerkers (en indien van toepassing andere medewerkers in de inrichting) op de hoogte worden gebracht van de maatregelen.

  • De wijze waarop u (of de leidinggevende) controleert of de maatregelen op de juiste wijze uitgevoerd en welke maatregelen worden genomen als de voorgeschreven maatregelen (o.a. de hygiënerichtlijnen) niet worden nageleefd.

  • De wijze waarop u regelmatig (minimaal jaarlijks) evalueert of de genomen maatregelen effectief en adequaat zijn en zo nodig de maatregelen bijstelt.

  • Een onderbouwde motivering als u afwijkt van de hygiënerichtlijnen, omdat er naar uw mening sprake is van een gelijkwaardig alternatief.

3. Zelfbeschikkingsrecht en gezondheid

Omschrijf in dit hoofdstuk welk beleid u voert ten aanzien van de gezondheid en zelfbeschikkingsrecht van de sekswerkers en de gezondheid van de klanten die gebruik maken van uw bedrijf. Denk in ieder geval aan de volgende zaken:

  • Omschrijf de maatregelen die u neemt om ervoor te zorgen dat de in het bedrijf werkzame sekswerkers niet worden verplicht tot het verrichten van seksuele handelingen tegen hun wil en niet worden verplicht tot het gebruik van drugs en alcoholhoudende dranken.

  • Bijvoorbeeld:

    • -

      Voorlichting aan sekswerkers over hun recht om onveilige seks, seksuele handelingen, drugs en alcohol te weigeren.

    • -

      Omschrijf hoe u aan klanten duidelijk maakt dat een sekswerker klanten en diensten mag weigeren en mag weigeren alcohol of drugs te gebruiken. Zijn er zichtbare huisregels? En in welke talen zijn deze huisregels te geschreven?

  • Geef aan hoe u de sekswerker in de gelegenheid stelt om contact op te nemen met organisaties die van belang zijn voor zijn/haar lichamelijke of geestelijke gezondheid.

  • Denk hierbij bijvoorbeeld aan de samenwerking met Spot 46, het CSG en een vertrouwenspersoon.

  • Geef aan hoe geneeskundige zorg en voorlichting voor sekswerkers beschikbaar is.

  • Denk hierbij aan op welke wijze een sekswerker zich kan laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen. Kan dat in uw bedrijf of informeert u actief over locaties waar gratis getest kan worden? Is er voldoende voorlichtingsmateriaal in verschillende talen en wordt dit actief verspreid bij de voor u werkzame sekswerkers? Het gaat hier bijvoorbeeld om voorlichtingsmateriaal over de aan de sekswerker verbonden gezondheidsrisico’s, over de aanwezigheid en bereikbaarheid van zorg- en hulpinstellingen en over de mogelijkheid om hulp te krijgen als een sekswerker wil stoppen met haar werk in de prostitutie.

  • Omschrijf hoe u ervoor zorgt dat de sekswerkers voldoende condooms beschikbaar gesteld krijgen.

  • Omschrijf hoe u bovengenoemde rechten en plichten op schrift stelt en kenbaar maakt aan elke sekswerker die bij u of voor u werkzaam is.

  • Het op schrift stellen moet in een voor de sekswerker begrijpelijke taal.

  • Omschrijf hoe u ervoor zorgt dat de gezondheid van de klant voldoende is beschermd.

  • Welke aandachtspunten hanteert u? Zijn er specifieke risico’s of omstandigheden in uw bedrijf die deze maatregelen bepalen?

4. Voorkomen van misstanden en arbeidsomstandigheden sekswerkers

Zorgplicht ten aanzien van de sekswerkers

Omschrijf wat u doet om te voorkomen dat er bij u sekswerkers werken die slachtoffer zijn van mensenhandel of andere vormen van dwang en uitbuiting. Voert u bijvoorbeeld regelmatig gesprekken met de bij of voor u werkzame sekswerkers. Welke acties onderneemt u wanneer u vermoedt dat een sekswerker slachtoffer is van mensenhandel of van andere vormen van uitbuiting? Wanneer neemt u contact op met het de politie?

Oordeelsvorming over de zelfredzaamheid van de sekswerker

Omschrijf op welke wijze u of uw beheerders een oordeel vormen over de mate van zelfredzaamheid van de sekswerker voordat deze bij of voor u gaat werken. Welke eisen hanteert u hiervoor?

Maatregelen ten aanzien van de veiligheid

Wat doet u om onveilige situaties voor zowel de sekswerkers als de klant te voorkomen?

  • Omschrijf welke maatregelen u neemt om hulp te bieden aan een sekswerker en/of klant die terecht komt in een acuut bedreigende situatie. Denk hierbij aan de wijze van alarmering en opvolging. Voor prostitutiebedrijven geldt de verplichting om een alarmvoorziening in de werkruimten op te nemen. Wat voor alarmvoorziening heeft u gecreëerd? En in het geval van een escortbedrijf, hoe zorgt u ervoor dat een sekswerker alarm kan slaan?

  • Omschrijf welke instructies sekswerkers en leidinggevenden krijgen voer wat zij moeten doen als zij zelf, een collega of klant in een bedreigende situatie terecht komt en hoe deze instructies worden vastgelegd.

Professionele vereisten beheerders

Omschrijf op welke wijze uw beheerders voldoende in staat zijn om een seksbedrijf te runnen. Denk onder andere aan agressiebeheersing en bedrijfshulpverlening. Voorziet u in scholing op deze aspecten?

Verhuur- of arbeidsvoorwaarden

Omschrijf onder welke verhuur- of arbeidsvoorwaarden u aan de voor of bij u werkzame sekswerker diensten biedt. Op welke manier kunt u dit aantonen aan de toezichthouder? Kan de sekswerker op redelijkerwijze zelf haar werktijden bepalen?

5. Toezicht

Invulling dagelijks toezicht en bereikbaarheid

Beschrijf hoe het dagelijks toezicht wordt uitgevoerd. Wie houdt er toezicht en hoeveel leidinggevenden zijn er maximaal aanwezig? Op welke wijze voldoet u aan de aanwezigheidsplicht van minimaal één exploitant/beheerder?

Eisen aan beheerders en overig personeel

Stelt u specifieke eisen aan beheerders over gebruik van alcohol, drugs, taalvaardigheid (welke talen?), EHBO, gevolgde trainingen, kennis van de branche, handelen bij controles door toezichthouders? Hoe zorgt u ervoor dat de beheerders hun taken goed kunnen uitvoeren en zich houden aan het bedrijfsplan?

Inzicht in de bedrijfsadministratie

Omschrijf op welke wijze bij controles inzicht gegeven wordt in de bedrijfsadministratie.

6. Overlast

Dit hoofdstuk is met name van toepassing op locatiegebonden prostitutiebedrijven, omdat deze bedrijven een voor publiek toegankelijke ruimte hebben en escortbedrijven niet. Omschrijf welke maatregelen u treft om overlast vanuit het bedrijf, zoals verstoring van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld geluidsoverlast) en verstoring van de openbare orde (bijvoorbeeld aanstootgevend gedrag van de sekswerkers of bezoekers) te voorkomen.

7. Bijzonderheden over het bedrijf of wijze van bedrijfsvoering

Indien u nog aanvullingen heeft of wilt aangeven op welke wijze uw bedrijf zich onderscheidt van andere bedrijven kunt u dat hier doen.

8. Bijlagen

Bijvoorbeeld:

  • Informatiepakket voor sekswerkers

  • Huisregels sekswerkers

  • Huisregels klanten

Bijlage II – Beoordelingscriteria vergelijkende toets

Voor de administratieve selectie via de vergelijkende toets zijn er drie objectieve beoordelingscriteria op basis waarvan de punten worden toebedeeld. Deze beoordelingscriteria hebben betrekking op de impact op de woon- en leefomgeving, de passendheid binnen het bestemmingsplan en de kwaliteit en inhoud van het bedrijfsplan.

Beoordelingscriteria

Te behalen punten

De verwachtte impact op de woon- en leefomgeving

Max. 30

Geen impact: Aan de buitenkant wordt niet (expliciet) zichtbaar of kenbaar gemaakt dat er een seksbedrijf in het pand is gevestigd. De exploitatie van de inrichting heeft naar verwachting geen negatieve impact op de (directe) omgeving.

30

Middelmatige impact: aan de buitenkant is duidelijk zichtbaar of kenbaar gemaakt dat er een seksbedrijf in het pand is gevestigd. De exploitatie van de inrichting heeft naar verwachting een mogelijke negatieve impact op de (directe) omgeving.

15

Grote impact: Aan de buitenkant is duidelijk zichtbaar dat het om een seksbedrijf gaat . D e inrichting bevindt zich in of nabij ( een straal van 500 m) een woonwijk, en/of de inrichting bevindt zich nabij (straal van 500 m) een school of kinderopvang. De exploitatie van de inrichting heeft naar verwachting een negatieve impact op de (directe) omgeving.

0

Passendheid binnen het bestemmingsplan

Max. 30

Passend: de exploitatie op de aangevraagde locatie past binnen het bestemmingsplan.

30

Enigszins passend: het is mogelijk om voor de exploitatie op de aangevraagde locatie een ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen of een dergelijke ontheffing is al verleend.

15

Niet passend: de exploitatie op de aangevraagde locatie voldoet niet aan de eisen van het bestemmingsplan en er kan geen ontheffing van het bestemmingsplan worden verleend.

0

Aanvraag wordt geweigerd.

Kwaliteit en inhoud bedrijfsplan

Max. 40

Alle (relevante) gevraagde onderdelen in het bedrijfsplan zijn uitgebreid omschreven. Er mist geen informatie. Uit het bedrijfsplan blijkt dat er alles aan wordt gedaan om de veiligheid van de sekswerkers, de klanten en de omgeving zo goed als mogelijk te waarborgen.

40

Alle (relevante) gevraagde onderdelen in het bedrijfsplan zijn omschreven, maar op een aantal punten mist er informatie. Uit het bedrijfsplan blijkt dat de exploitant meer zou kunnen doen om de veiligheid van de sekswerkers, de klanten en de omgeving zo goed als mogelijk te waarborgen.

20

Niet alle (relevante) gevraagde onderdelen in het bedrijfsplan zijn omschreven. Er ontbreekt cruciale informatie.

0

II. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Vastgesteld op 4 augustus 2020

het college van Pijnacker-Nootdorp,

drs. J.P.R. Woudstra

secretaris

mevrouw F. Ravestein

burgemeester

de burgemeester van Pijnacker-Nootdorp,

mevrouw F. Ravestein

burgemeester


Noot
1

De verwachting is dat met de nieuwe Wet regulering sekswerk de minimumleeftijd voor sekswerkers naar 21 jaar gaat. Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid dat de minimumleeftijd in de APV wordt verhoogd naar 21 jaar.

Noot
2

De verwachting is dat met de nieuwe Wet regulering sekswerk de minimumleeftijd voor sekswerkers naar 21 jaar gaat. Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid dat de minimumleeftijd in de APV wordt verhoogd naar 21 jaar.