Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels Wet Bibob Purmerend

Geldend van 29-01-2014 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregels Wet Bibob Purmerend

Burgemeester en wethouders en de burgemeester van Purmerend, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,

Gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Besluiten vast te stellen de

Beleidsregels Wet Bibob Purmerend

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Bibob.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder

    • -

      Apv: de Algemene plaatselijke verordening Purmerend 2003

    • -

      Bestuursorgaan: burgemeester en wethouders en/of de burgemeester van Purmerend;

    • -

      Bibob-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn, ontleend aan de wet, om de aanvraag te weigeren, de overeenkomst niet aan te gaan, de beschikking in te trekken of daaraan voorschriften te verbinden, dan wel een advies te vragen aan het Bureau;

    • -

      Bibob-vragenformulier: de algemene vragenformulieren om Bibob-informatie op te vragen bij de betrokkene, vastgesteld door de minister van Veiligheid en Justitie in de Regeling Bibob-formulieren. Met de regeling heeft de minister vijf Bibob-vragenformulieren vastgesteld, bijvoorbeeld voor de beschikking inzake verlening van subsidies en voor de vastgoed- of grondtransacties.

    • -

      gemeente: gemeente Purmerend;

    • -

      OM: Openbaar Ministerie

    • -

      RIEC: Regionaal Informatie- en Expertise Centrum, aanpak georganiseerde criminaliteit;

    • -

      Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • -

      wet: de Wet Bibob.

Artikel 2 Doel

Met de wet beschikt het bestuursorgaan over bevoegdheden waarmee kan worden voorkomen dat de gemeente criminele activiteiten faciliteert. Deze beleidsregels geven aan op welke wijze het bestuursorgaan zijn bevoegdheden toepast.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 1. Het bestuursorgaan past, met inachtneming van deze beleidsregels, de wet in beginsel toebij aanvragen om de volgende vergunningen ("verplichte" Bibo-toets):

    • a.

      de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 28b Apv;

    • b.

      de exploitatievergunning voor een seksinrichting als bedoeld in artikel 54 Apv;

    • c.

      de exploitatievergunning voor een horecabedrijf als bedoeld in artikel 110b Apv indien en voor zover het een coffeeshop betreft;

    • d.

      de vergunning voor het organiseren van een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 112 juncto artikel 11, aanhef en onder d, Apv.

  • 2. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van deze beleidsregels, de wet toepassen met betrekking tot beschikkingen zoals vermeld in:

    • a.

      de Algemene subsidieverordening Purmerend 2010;

    • b.

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, e en i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor zover het gaat om de categorieën autohandel, autosloperij, garages, leasebedrijven, bandenhandel en handel in schroot;

    • c.

      artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder a, Wabo (omgevingsvergunning bouwactiviteit), voor zover de bouwsom meer dan €1.000.000,- bedraagt. Bij een omgevingsvergunning bouwactiviteit op een woonwagenterrein kan de wet worden toegepast vanaf een bouwsom van € 30.000,-;

    • d.

      artikel 30b van de Wet op de kansspelen;

    • e.

      artikel 2 van de Speelautomatenhallenverordening Purmerend 2012.

  • 3. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van deze beleidsregels, de wet toepassen met betrekking tot vastgoed- en grondtransacties waarbij de gemeente partij is.

  • 4. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van deze beleidsregels, de wet ook toepassen bij de intrekking van de in dit artikel genoemde vergunningen en subsidies.

  • 5. Bij vastgoed- en grondtransacties zal het bestuursorgaan bedingen dat de overeenkomst kan worden ontbonden op de gronden genoemd in artikel 9, derde lid, van de wet.

Artikel 4 Aanbestedingen

Er vindt in beginsel geen Bibo-toets plaats bij aanbestedingen van een overheidsopdracht omdat er in de aanbestedingsprocedure voldoende instrumenten aanwezig zijn de integriteit van de deelnemers aan de aanbestedingsprocedure te toetsen.

Artikel 5 Overige gevallen

Het bestuursorgaan past de wet naast de in artikel 3 genoemde gevallen ook toe als:

  • a.

    het bestuursorgaan uit eigen informatie of uit informatie van het RIEC meent dat er ernstig gevaar bestaat dat de beschikking, overheidsopdracht of vastgoed- of grondtransactie mede gebruikt zal worden om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen;

  • b.

    het OM op basis van artikel 26 van de wet wijst op de wenselijkheid een advies aan te vragen.

Artikel 6 Bibob-vragenformulier

  • 1. In de gevallen dat het bestuursorgaan de Bibob-toets uitvoeren wil, moet betrokkene de op zijn situatie van toepassing zijnde Bibob-vragenformulieren invullen.

  • 2. Bij de beoordeling van een aanvraag om een beschikking maken de vragenformulieren deel uit van de aanvraag. De ingevulde formulieren moeten met de in de vragenformulieren genoemde documenten bij het bestuursorgaan ingediend te worden.

  • 3. Indien het vragenformulier deel uitmaakt van de aanvraag en betrokkene weigert het in te vullen of vult het niet volledig in, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld.

  • 4. Bij de beoordeling van reeds verleende beschikkingen wordt een Bibob-vragenformulier aan betrokkene uitgereikt.

  • 5. De weigering om het vragenformulier ingevuld te retourneren wordt beschouwd als een ernstig gevaar in de zin van de wet op grond waarvan de beschikking wordt ingetrokken.

  • 6. Bij de beoordeling van een vastgoed- of grondtransactie of het voornemen daartoe wordt een Bibob-vragenformulier aan betrokkene uitgereikt.

  • 7. De weigering om het vragenformulier ingevuld te retourneren wordt beschouwd als een ernstig gevaar in de zin van de wet op grond waarvan door het bestuursorgaan wordt afgezien van het aangaan van de transactie of wordt besloten de overeenkomst te ontbinden.

Artikel 7 Uitkomst onderzoek

  • 1. Het bestuursorgaan weigert de aanvraag om een beschikking en ziet af van het aangaan van een vastgoed- of grondtransactie, indien naar het oordeel van het bestuursorgaan sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoel in artikel 3 van de wet.

  • 2. Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan sprake is van een mindere mate van gevaar en het bestuursorgaan de gevraagde vergunning niet weigeren kan, kan het bestuursorgaan voorschriften verbinden aan de gevraagde vergunning. De voorschriften moeten ontleend zijn aan de wet.

  • 3. Indien het bestuursorgaan voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag om een beschikking, de beschikking in te trekken of de beschikking te verlenen met voorschriften, wordt betrokkenen in de gelegenheid gesteld daarover zijn zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 8 Intrekking

De Beleidsregels Wet Bibob en Beleidsregels burgemeester Wet Bibob 2010 worden ingetrokken

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekend gemaakt.

Ondertekening

Purmerend, 22 januari 2014
Burgemeester en wethouders van Purmerend,
de secretaris, M.J.H. Smulders
de burgemeester, D. Bijl