Regeling vervallen per 01-01-2017

Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2016

Geldend van 20-02-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2016

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Purmerend,

gelet op de artikelen 1:3, vierde lid, 3:42, titel 4:3, titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet op artikel 35 lid 1 van de Participatiewet;

Besluit vast te stellen de:

Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2016

Artikel 1 - Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • b.

    De wet: De Participatiewet;

  • c.

    Draagkracht: dat gedeelte van het inkomen en/of van het vermogen dat men zelf dient aan te wenden alvorens voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen;

  • d.

    Maatschappelijke participatie: het kunnen deelnemen aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur, educatie of ontspanning met als doel sociale uitsluiting tegen te gaan.

  • e.

    Maatwerk: bijzondere bijstand wordt primair op grond van de wettelijke bepalingen en deze beleidsregels vastgesteld, maar bij (zeer) bijzondere individuele omstandigheden die de persoon, zijn sociale omgeving of zijn gezin of kinderen kan raken kan de bijstand worden afgestemd op de individuele situatie.

Artikel 2 - Rechthebbenden

De bijzondere bijstand en de voorzieningen in het kader van de regelingen maatschappelijke participatie wordt uitsluitend verleend aan personen die:

  • a.

    in Purmerend hun woonplaats hebben zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 van de wet;

  • b.

    voldoen aan de financiële criteria zoals genoemd in artikel 3 van deze beleidsregels.

Artikel 3 – Draagkracht, Inkomen en Vermogen

  • 1. De draagkracht uit het inkomen wordt gevormd door het inkomen op jaarbasis, exclusief vakantietoeslag voor zover dit meer bedraagt dan:

    • a.

      de voor belanghebbende(n) van toepassing zijnde bijstandsnorm op jaarbasis indien het betreft een vergoeding voor woonkosten, een geldlening, suppletie voor aflossing van een geldlening of voor algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.

    • b.

      de voor betrokkene toepasselijke bijstandsnorm verhoogd met 10% van het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de wet op jaarbasis. Indien het betreft een toekenning of vergoeding als bedoeld in artikel 4 lid 1 onderdeel a en b en artikel 6.

    • c.

      de voor betrokkene toepasselijke bijstandsnorm verhoogd met 20% van het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de wet op jaarbasis in alle overige gevallen.

  • 2. Artikel 31 tot en met 33 van de Participatiewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het inkomen wordt verminderd met de woonkosten voor zover deze na aftrek van ontvangen huurtoeslag meer bedragen dan de in de Wet op de Huurtoeslag genoemde basishuur een-/meerpersoonshuishoudens.

  • 4. De draagkracht uit vermogen bestaat uit:

    • a.

      alle beschikbare vermogensbestanddelen indien het betreft een tegemoetkoming voor algemeen gebruikelijke kosten en duurzame gebruiksgoederen

    • b.

      het vermogen voor zover dit meer bedraagt dan het in artikel 34 lid 3 van de wet genoemde vrij te laten bescheiden vermogen in alle andere gevallen.

Artikel 4 – Regelingen maatschappelijke participatie:

  • 1. Onder maatschappelijke participatie vallen de volgende regelingen:

    • a.

      het kosteloos halen van zwemdiploma A voor kinderen vanaf 5 jaar;

    • b.

      het kosteloos bezoeken van peuterspeelzalen voor kinderen van 2 en 3 jaar.

    • c.

      eendeclaratieregeling voor sportieve, culturele en educatieve activiteiten tot een bedrag van maximaal:

      • -

        € 100,- per jaar voor personen van 18 jaar of ouder

      • -

        € 350,- per jaar per kind tot 18 jaar.

  • 2. In de bijlage is een lijst gevoegd van zaken die gedeclareerd kunnen worden in het kader van de declaratieregeling voor sportieve, culturele en educatieve activiteiten

Artikel 5 - Bijzondere bijstand

  • 1. Bijzondere bijstand is in principe mogelijk als:

    • a.

      geen beroep kan worden gedaan op ondersteuning vanuit een eigen netwerk, eigen sociale omgeving of voorliggende voorziening en de belanghebbende daarin voldoende eigen verantwoordelijkheid heeft getoond;

    • b.

      geen sprake is van financiële draagkracht in inkomen en bescheiden vermogen;

    • c.

      sprake is van noodzakelijke kosten door bijzondere individuele omstandigheden;

    • d.

      een (wettelijke) voorliggende voorziening ontbreekt;

    • e.

      maatwerk geboden is in het individuele geval.

  • 2. In geval van tekortschietend besef van eigen verantwoordelijkheid kan de gevraagde bijstand gedeeltelijk of volledig worden geweigerd.

  • 3. Voordat maatwerk geboden is, is het genoemde in het eerste lid, sub a tot en met d, in beschouwing genomen.

  • 4. Bij maatwerk wordt de bijdrage afgestemd op de meest adequate oplossing.

Artikel 6 - Huiswerk PC / Laptop

  • 1. Recht op een verstrekking of tegemoetkoming heeft het huishouden die geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 1 onderdeel b en waartoe één of meer ten laste komende kinderen behoren die het voortgezet onderwijs volgen.

  • 2. Er moet vastgesteld zijn dat er in het huishouden geen PC of Laptop jonger dan 5 jaar beschikbaar is.

  • 3. Een huishouden kan maximaal één maal per 5 jaar voor een verstrekking of tegemoetkoming in aanmerking komen.

    • a.

      Een verstrekking is een voorziening in natura en betreft een PC met printer en installatie van een door de gemeente aangewezen leverancier.

    • b.

      Een tegemoetkoming betreft een bijdrage in de kosten van aanschaf van een computer of laptop met printer en benodigde software op basis van een door de aanvrager ingediende rekening.

  • 4. De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 625,-.

  • 5. Overige kosten zoals een tweede PC of laptop, internet, reparaties, cartridges, verzekering e.d. vallen niet onder deze regeling.

Artikel 7 - Bijzondere bijstand 18 tot en met 20 jarigen

  • 1. Ter uitwerking van artikel 12 van de wet wordt bij de beoordeling van de noodzakelijke kosten van het bestaan rekening gehouden met alle omstandigheden van de belanghebbenden waaronder het te gelde kunnen maken van een onderhoudsbijdrage en de vaststelling van de noodzaak tot zelfstandige huisvesting.

  • 2. Zelfstandige huisvesting wordt in elk geval noodzakelijk geacht indien:

    • a.

      beide ouders zijn overleden;

    • b.

      beide ouders in het buitenland wonen en zij niet in staat zijn hun onderhoudsplicht na te komen;

    • c.

      de belanghebbende op grond van een officiële maatregel uit huis geplaatst is;

    • d.

      belanghebbende voorafgaand aan de bijstandsaanvraag langer dan één jaar de beschikking had over zelfstandige huisvesting;

    • e.

      belanghebbende niet officieel uit huis geplaatst is, maar naar het oordeel van de casemanager (na onderzoek en onderbouwd met eventuele bewijsstukken) het niet verantwoord is dat belanghebbende bij zijn ouders woont;

    • f.

      belanghebbende de zorg heeft over ten laste komende kinderen.

  • 3. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt ten hoogste:

    • a.

      voor de zelfstandig wonende alleenstaande van 18, 19 of 20 jaar het verschil tussen de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm en 60% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de wet.

    • b.

      voor zelfstandig wonende alleenstaande ouders van 18, 19 of 20 het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onderdeel a van de wet.

    • c.

      voor zelfstandig wonende samenwonenden of gehuwden met een of twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar zonder ten laste komende kinderen, het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en 90% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de wet.

    • d.

      voor zelfstandig wonende samenwonenden of gehuwden met een of twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar met ten laste komende kinderen, het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm voor gehuwden als bedoeld in artikel 21 onderdeel b van de wet.

    • e.

      de bijzondere bijstand kan op een lager bedrag worden vastgesteld bij andere woonsituaties.

  • 4. De noodzaak van de bijzondere bijstandsverlening wordt telkens na een periode van maximaal 6 maanden opnieuw beoordeeld en vastgesteld.

Artikel 8 – De collectieve verzekering

  • 1. Recht op aanmelding voor deelname aan de collectieve verzekering van de gemeente Purmerend heeft de rechthebbende van 18 jaar of ouder met de eventueel tot zijn last komende kinderen, die geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 1 onderdeel c. Om deel te kunnen nemen aan de collectieve verzekering, dient de rechthebbende zelf een ziektekostenverzekering te hebben afgesloten bij Zilveren Kruis.

  • 2. De gemeente hanteert als volledige dekking bij het Zilveren Kruis:

    • -

      basisverzekering (Basis Zeker)

    • -

      aanvullende verzekering (Optimaal aanvullend 3)

    • -

      tandartsverzekering (aanvullend tand 2 sterren)

    • -

      zonder vrijwillig eigen risico

    Deze verzekering is met name geschikt voor chronisch zieken en gezinnen.

  • 3. Personen die verwachten minder medische kosten te maken kunnen, op eigen risico, gebruik maken van de volgende 2 (goedkopere) alternatieven:

    • a.

      Basisverzekering (Basis Zeker)

      • -

        aanvullende verzekering (Optimaal aanvullend 1)

      • -

        tandartsverzekering (aanvullend tand 1 ster)

      • -

        zonder vrijwillig eigen risico

      Deze verzekering is met name geschikt voor jongeren en lage zorgverbruikers.

    • b.

      Basisverzekering (Basis Zeker)

      • -

        aanvullende verzekering (Optimaal aanvullend 2)

      • -

        tandartsverzekering (aanvullend tand 1 ster)

      Deze verzekering is met name geschikt voor startende gezinnen en meer zorgbehoefte.

  • 4. De in lid 2 genoemde aanvullende verzekering geeft een uitgebreidere dekking dan de aanvullende verzekeringen genoemd onder lid 3 sub a en b. Indien de rechthebbende een aanvullende verzekering heeft afgesloten zoals genoemd onder lid 3, blijven de kosten die op basis van de aanvullende verzekeringen genoemd onder lid 2 wel door Zilveren Kruis zouden worden vergoed volledig voor eigen rekening. Deze kosten komen dus niet in aanmerking voor een vergoeding via de bijzondere bijstand.

  • 5. Personen die een volledige gebitsprothese hebben, hoeven geen tandartsverzekering af te sluiten.

  • 6. Bij personen die een bijstandsuitkering ontvangen van de gemeente Purmerend wordt zover dat mogelijk is de premie zorgverzekering ingehouden op de uitkering en doorbetaald aan Zilveren Kruis.

  • 7. Deelname aan de collectieve aanvullende verzekering wordt beëindigd met ingang van de eerste van de maand, volgend op de maand waarin de belanghebbende geenrechthebbende meer is (bijvoorbeeld; verhuizing, wijziging financiële situatie):

  • 8. Personen die recht hebben op deelname aan de collectieve verzekering maar daar geen gebruik van maken komen in beginsel niet in aanmerking voor een vergoeding voor ziektekosten via de bijzondere bijstand, tenzij zij zich bij een andere maatschappij aanvullend voor ziektekosten en voor de tandartskosten hebben verzekerd voor een vergelijkbaar pakket als dat van Zilveren Kruis, zoals vermeld bij lid 2.

Artikel 9 - Vergoeding premie collectieve verzekering voor pensioengerechtigden

  • 1. Recht op een tegemoetkoming in de premie heeft de persoon, vanaf de pensioengerechtigde leeftijd, die deelneemt aan de collectieve verzekering van de gemeente Purmerend en geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 1 onderdeel c..

  • 2. De tegemoetkoming bedraagt € 15,- per maand en kan in één keer (naar rato van recht) in het betreffende jaar worden uitbetaald.

Artikel 10 - Compensatie wettelijk eigen risico ziektekostenverzekering

  • 1. Als de belanghebbende geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 1 onderdeel c kan men in aanmerking komen voor compensatie van het eigen risico.

  • 2. Per deelnemer bestaat recht op compensatie als door de ziektekostenverzekeraar minimaal € 200,- aan wettelijke eigen risico in rekening is gebracht.

  • 3. De compensatie bedraagt € 200,- per kalender jaar en wordt uitbetaald na overlegging van de bewijsstukken waaruit blijkt dat de kosten zijn gemaakt.

Artikel 11 – Aanvraagprocedure

  • 1. Het recht op bijzondere bijstand, een tegemoetkoming en voorziening wordt beoordeeld op aanvraag.

    • a.

      Indien de aanvraag niet compleet, met de benodigde gegevens, wordt aangeleverd, wordt aan de aanvrager eenmaal de mogelijkheid geboden om, binnen een gestelde termijn, de benodigde gegevens te verstrekken.

    • b.

      Als niet (tijdig) wordt voldaan aan het gestelde in artikel 11 lid 1 onderdeel a, wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

  • 2. Een aanvraag voor bijzondere bijstand dient in principe te worden ingediend voordat de kosten zijn gemaakt

    • a.

      Van tijdige indiening van de aanvraag is ook sprake als deze wordt ingediend binnen een maand nadat de eerste kosten zijn gemaakt.

    • b.

      Bij indiening van de aanvraag zoals genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, loopt belanghebbende het risico dat:

      • -

        niet alle kosten worden vergoed, als niet is gekozen voor de meest adequate oplossing;

      • -

        de noodzakelijkheid van de kosten niet meer kan worden aangetoond, waardoor de aanvraag voor bijzondere kosten zal worden afgewezen.

  • 3. Voor de regelingen genoemd in artikel 4, 9 en 10 geldt dat een aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december van het betreffende jaar. Hierbij geldt dat:

    • a.

      De kosten in het betreffende jaar moeten zijn gemaakt en gedeclareerd.

    • b.

      Indien pas na het betreffende jaar duidelijk wordt dat het wettelijk eigen risico, genoemd in artikel 10 lid 2 is verbruikt, de belanghebbende tot 1 maand na ontvangst van de nota een aanvraag kan indienen.

  • 4. Voor de regeling in artikel 4 lid 1 onderdeel c geldt dat de nota’s steekproefsgewijs worden gecontroleerd.

  • 5. De bijdrage op grond van artikel 4 lid 1 onderdeel c kan per kalenderjaar in individuele omstandigheden afwijkend lager worden vastgesteld.

Artikel 12 - Verplichtingen

  • 1. Belanghebbende is verplicht de tegemoetkoming, genoemd bij artikel 4 lid 1 onderdeel c te besteden aan één of meerdere sportieve, culturele en/of educatieve activiteiten zoals genoemd in de bijlage.

  • 2. Op verzoek van het college is belanghebbende verplicht mee te werken aan een onderzoek naar de besteding van zijn/haar tegemoetkoming op grond van artikel 4 lid 1 onderdeel c. Belanghebbende dient tot een jaar na toekenning van de aanvraag de op de tegemoetkoming betrekking hebbende bewijsstukken te bewaren waaruit blijkt waaraan de tegemoetkoming is besteed.

Artikel 13 - Terugvordering

Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de belanghebbende worden teruggevorderd.

Artikel 14 - Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie”.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2016.

  • 2. De beleidsregels bijzondere bijstand Purmerend 2015 en de beleidsregels declaratieregeling sportieve, culturele en educatieve activiteiten Purmerend 2015 vervallen met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

Ondertekening

Purmerend, 2 februari 2016
Burgemeester en wethouders van Purmerend,
de secretaris,
M.J.H. Smulders
de burgemeester,
D. Bijl

Bijlage 1 bij beleidsregels declaratieregeling sportieve, culturele en educatieve activiteiten Purmerend 2016 (artikel 5 lid 2)

  • ·

    Aanschaf fiets

  • ·

    Abonnement voor fitness en sportscholen

  • ·

    Activiteiten en cursussen Clup Welzijnswerk

  • ·

    Activiteiten en cursussen Creativiteitscentrum Wherelant

  • ·

    Activiteiten en cursussen NKT

  • ·

    Activiteiten en cursussen Spurd

  • ·

    Activiteiten en cursussen Regiocollege

  • ·

    Activiteiten voor ouderen

  • ·

    Bioscoopkaartjes

  • ·

    Concerten in Purmerend

  • ·

    Contributie voor sportverenigingen, per gezinslid wordt één sportvereniging per jaar vergoed

  • ·

    Contributie voor toneel-, dans-, zang- of muziekverenigingen

  • ·

    Cultureel Jongeren Paspoort

  • ·

    Dierentuin of pretpark

  • ·

    Entree grootschalige evenementen, Entree musea

  • ·

    Instrument huren

  • ·

    Internetabonnement, maximaal € 150 per kalenderjaar per huishouden.

  • ·

    Internetcursus

  • ·

    Kindervakantieweek

  • ·

    Lesgeld voor culturele activiteiten (bijvoorbeeld muzieklessen)

  • ·

    Lidmaatschap bibliotheek

  • ·

    Lidmaatschap hobbyvereniging

  • ·

    Lidmaatschap scouting

  • ·

    Lidmaatschap speeltuinvereniging

  • ·

    Meerbadenkaart zwembad/zwemlessen/zwemmen/(zomer)abonnement zwembad

  • ·

    Ouderbijdrage voor schoolfonds

  • ·

    Paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs en pasfoto’s. Van de leges wordt 25% vergoed.

  • ·

    Schoolreisjes en schoolexcursies waarvoor een extra ouderbijdrage wordt gevraagd.

  • ·

    Sportkleding, sportattributen of knutselkleding gerelateerd aan sport of hobby.

  • ·

    Teken- en schilderclubs

  • ·

    Toegangskaarten voor Purmerendse Culturele Centra (De Purmaryn, P3, Theater De Verbeelding, De Kleine Verbeelding)