Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders Purmerend 2016

Geldend van 30-09-2016 t/m heden

Intitulé

Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders Purmerend 2016

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

d.d. 30 augustus 2016 nr. 1318236

gelet op het bepaalde in artikel 41c en artikel 69 lid 2 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders Purmerend 2016

Deel I: Kernbegrippen integriteit van de burgemeester en de wethouders

De burgemeester en de wethouders van de gemeente stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van de burgemeester en de wethouders houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van de burgemeester en de wethouders in een breder perspectief:

a.Dienstbaarheid

Het handelen van de burgemeester en de wethouders is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisatie en burgers die daar onderdeel van uit maken.

b.Functionaliteit

Het handelen van de burgemeester en de wethouders heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

c.Onafhankelijkheid

Het handelen van de burgemeester en de wethouders wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

d.Openheid

Het handelen van de burgemeester en de wethouders is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de burgemeester of wethouders en zijn beweegredenen daarbij.

e.Betrouwbaarheid

Op de burgemeester en de wethouders moet men kunnen rekenen. Zij houden zich aan hun afspraken. Kennis en informatie waarover zij uit hoofde van hun functie beschikken, wenden zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

f.Zorgvuldigheid

Het handelen van de burgemeester en de wethouders is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op concrete wijze worden afgewogen.

Deel II: Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders

Artikel 1 Algemene bepalingen

1.1.

Deze gedragscode geldt voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente, tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt. Onder college wordt verstaan: het college van de burgemeester en de wethouders.

1.2.

In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college.

1.3.

De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

1.4.

De burgemeester en de wethouders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

1.5.

De burgemeester en de wethouders zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

2.1.

De burgemeester en de wethouders doen opgave aan het team Juridische en Veiligheidszaken van hun financiële belangen waar er mogelijk sprake zou kunnen zijn van een verstrengeling met de belangen van de gemeente. De opgave is openbaar. Openbaarmaking vindt plaats door plaatsing van de opgave op www.purmerend.nl.

2.2.

Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomen de burgemeester en de wethouders (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3.

Een voormalig burgemeester en voormalig wethouders worden het eerste jaar na de beëindiging van hun ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, tenzij het belang van de gemeente – na consultatie van de fractievoorzitters – om een andere afweging vraagt.

2.4.

Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van de burgemeester en de wethouders over een onderwerp in het geding kan zijn, geven zij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hen persoonlijk aangaat.

2.5.

De burgemeester en de wethouders die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen hebben met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

2.6.

De burgemeester en de wethouders vervullen geen nevenfuncties die een (structureel) risico vormen voor een integere invulling van de politiek functie.

2.7.

De burgemeester en de wethouders geven aan het team Juridsche en Veiligheidzaken ten behoeve van de openbaarmaking van hun nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan

  • -

    wat de nevenwerkzaamheden inhouden

  • -

    voor welke organisatie de functies worden verricht

  • -

    of de functies bezoldigd zijn en indien bezoldigd wat de inkomsten daaruit zijn

Openbaarmaking vindt plaats door vermelding op www.purmerend.nl.

2.8.

De burgemeester en de wethouders behouden geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. Deze inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Indien er inkomsten worden ontvangen uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties dan dient er gehandeld te worden conform de Circulaire Verrekenen neveninkomsten politieke ambtsdragers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2.9.

De kosten die de burgemeester of de wethouder maakt in verband met een q.q. nevenfunctie, worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

Artikel 3 Informatie

3.1.

De burgemeester en de wethouders gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van het ambt beschikken. Zij zorgen ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

3.2.

De burgemeester en de wethouders houden geen informatie achter die van belang is voor een zorgvuldige belangenafweging en besluitvorming.

3.3.

De burgemeester en de wethouders verstrekken geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

3.4.

De burgemeester en de wethouders maken niet ten eigen bate of ten bate van hun persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

3.5.

De burgemeester en de wethouders gaan verantwoord om met de e-mail en internetfaciliteiten van de gemeente alsmede met sociale media.

Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

4.1.

De burgemeester en de wethouders accepteren geen geschenken, faciliteiten zoals lunches, diners en andere uitnodigingen of diensten indien zijn/hun onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelings-situaties weigeren zij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

4.2.

Geschenken en giften die de burgemeester en de wethouders uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld aan en geregistreerd door het Bestuurssecretariaat.

4.3.

Geschenken en giften die de burgemeester en de wethouders uit hoofde van hun functie ontvangen en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen worden geretourneerd aan de gever /afzender. Geschenken en giften die een waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld, maar kunnen worden behouden.

4.4.

Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, melden de burgemeester en de wethouders dit in het college, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

4.5.

Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

4.6.

De burgemeester en de wethouders bespreken vooraf in het college uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

Artikel 5 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse reizen

5.1.

Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Ter bepaling van de functionaliteit van de bestuurlijke uitgave worden de volgende criteria gehanteerd:

  • ·

    Met de uitgave is het belang van de gemeente gediend.

  • ·

    De uitgave vloeit voort uit de functie.

5.2.

De burgemeester en de wethouders declareren geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

5.3.

In geval van twijfel over een declaratie van de burgemeester of van een van de wethouders wordt dit voorgelegd aan respectievelijk de gemeentesecretaris of de burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het college.

5.4.

De burgemeester en de wethouders die het voornemen hebben uit hoofde van hun functie een buitenlandse reis te maken of zijn uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, hebben vooraf toestemming nodig van het college. Het gemeentebelang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het raadspresidium wordt van het besluit op de hoogte gesteld.

5.5.

De burgemeester en de wethouders melden het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het college en verschaffen daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

5.6.

Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van de burgemeester of de partners van de wethouders naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarbij gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

5.7.

Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

5.8.

Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de burgemeester en de wethouders.

5.9.

Gebruik van gemeentelijke voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het de bruikleen betreft van een mobiele telefoon, tablet, laptop en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

Artikel 6 Uitvoering gedragscode

6.1

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin.

6.2

  • 1.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

    • a.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending van een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 2.

    De afspraken, bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode.

Artikel 7 Inwerkingtreding

7.1.

Deze gedragscode treedt in werking één dag na vaststelling door de raad.

7.2

Op die datum wordt de Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders 2003, ingevolge artikel 41c en 69lid 2 van de Gemeentewet ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

8.1.

Deze gedragscode kan worden aangehaald als: Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders Purmerend 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 september 2016
de griffier
J.F. Kamminga
de voorzitter
D. Bijl

Toelichting

Toelichting op de Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders Purmerend 2016

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele burgemeester en de wethouders als tot het college als geheel

Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De gemeenteraad stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders (voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur: de burgemeester en de wethouders) een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (raad en college) is er een afzonderlijke gedragscode. Deze gedragscode heeft betrekking op de dagelijkse bestuurders: de burgemeester en de wethouders.

Het handelen van de burgemeester en de wethouders/het college staat ten dienste van de gemeente. De politieke ambtsdragers aan wie en de organen waaraan het dagelijks bestuur is opgedragen, zijn over hun bestuurlijke handelen en over hun functioneren verantwoording schuldig aan de raad. Aan de burgemeester en de wethouders worden ook in de gedragscode bijzondere eisen gesteld om optimale openheid en controleerbaarheid mogelijk te maken.

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. De code vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Er is sprake van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De bestuurders kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen.

De voorschriften in deze gedragscode hebben onder andere betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.