Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten

Geldend van 06-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten

De raad van de Gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 september 2018 ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten

Artikel 1 Aard van de heffing/belastbaar feit

  • 1. Reinigingsrechten worden niet geheven ter zake van percelen waarvoor de inzamelverplichting ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer geldt.

  • 2. Onder de naam reinigingsrechten worden rechten geheven voor zowel het genot van door de gemeente verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens verzoek dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Aanvang belastingplicht

De belastingplicht vangt aan bij het begin van het belastingtijdvak of bij de aanvang van de dienst of het gebruik. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, worden de rechten geheven over de volle kalendermaanden die na aanvang van de belastingplicht nog in het jaar overblijven.

Artikel 4 Tarieven

  • 1. De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Ontheffing

  • 1. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, wordt ontheffing verleend over de nog volle kalendermaanden die na het tijdstip van beëindiging in het jaar overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 2. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten deze verordening worden geheven bij wege van aanslag

Artikel 7 Tijdstippen van verschuldigdheid en van betaling

  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak, bij aanvang van de dienst of van het gebruik.

  • 2. Indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, zijn de rechten verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. De rechten welke worden geheven bij wege van aanslag moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reinigingsrechten of andere gemeentelijke heffingen minder bedraagt dan € 75,00 dan wel meer bedraagt dan € 2.400,00 dit bedrag moet worden betaald in één termijn welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaal bedrag op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reinigingsrechten of andere gemeentelijke heffingen minimaal € 75,00 of maximaal € 2.400,00 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien bovengenoemde aanslagen in maart of later in het belastingjaar worden opgelegd, is het aantal betaaltermijnen gelijk aan de nog in het desbetreffende belastingjaar overblijvende volle kalendermaanden.

  • 6. In geval van automatische incasso wordt een gehele of gedeeltelijke vermindering van aanslagen verrekend met de nog openstaande betaaltermijnen, te beginnen met de laatste termijn.

  • 7. De in het vijfde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de van toepassing zijnde termijnen, niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. In dat geval gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het derde lid.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belastingen en rechten wordt uitsluitend kwijtschelding verleend zoals vermeld in het Uitvoeringsbesluit Kwijtschelding Gemeentelijke Belastingen Purmerend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Reinigingsrechten 2018", vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2. De ‘Tabel van tarieven 2018’ behorende bij de “Verordening Reinigingsrechten 2018” vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van rechten in die periode plaatsvindt.

  • 5. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 6. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Reinigingsrechten Purmerend 2019".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 8 november 2018

de raadsgriffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl

Bijlage: Tarieventabel behorende bij de “Verordening Reinigingsrechten Purmerend 2019” (in euro's).

 

het regelmatig ophalen van bedrijfsvuil, per pand voor bedrijven en instellingen

 

 

 

 

 

 

 

Inzamel

Inzamel

Tar

Tarief per jaar

 

 

Eenheid

middel

frequentie

kode

incl. btw

excl. btw

a

max 12 inworpen ( 0,84 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB5

62,22

51,42

b

max 52 inworpen ( 3,64 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB6

156,43

129,28

c

max 120 inworpen ( 8,4 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB7

316,58

261,64

d

max 180 inworpen ( 12,6 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB9

457,90

378,43

e

max 240 inworpen ( 16,8 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB8

599,23

495,23

f

max 360 inworpen ( 25,2 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB10

878,01

725,63

g

max 480 inworpen ( 33,6 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB11

1.160,39

959,00

h

max 600 inworpen ( 42 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB12

1.442,78

1.192,38

i

max. 840 inworpen ( 58,8 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB13

2.007,55

1.659,13

j

max.1080 inworpen ( 75,6 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB14

2.572,31

2.125,88

k

max.1320 inworpen ( 92,4 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB15

3.137,08

2.592,63

l

max.1800 inworpen ( 126 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB16

4.266,62

3.526,13

m

max.2280 inworpen ( 156,8 m³) per jaar

ondergrondse container

nvt

OB17

5.302,03

4.381,84

Behoort bij besluit van de raad van 7 en 8 november 2018

van de gemeente Purmerend

de raadsgriffier,

R.J.C. van der Laan