Regeling vervallen per 01-01-2022

Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021

Geldend van 23-02-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

Gelet op artikel 6 van de Verordening amateurkunst Purmerend 2009;

BESLUITEN:

vast te stellen de Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    artistiek leider:

    een dirigent, instructeur, regisseur, tentoonstellingsmaker, choreograaf en dergelijke. Voor zover deze in het bezit is van een diploma van een officieel erkende beroepsopleiding is sprake van een beroeps-artistiek leider;

  • b.

    opleiding:

    een opleiding, niet zijnde een beroepsopleiding, gevolgd door een kaderlid of een actief lid bij een regionaal of landelijke organisatie op het gebied van de amateurkunst;

  • c.

    kaderlid:

    een persoon, verbonden aan een instelling, die de artistieke en bestuurlijke activiteiten van die instelling mede mogelijk maakt;

  • d.

    categorie A:

    een muziekvereniging in de vorm van een symfonieorkest, harmonie- en fanfarekorps, brassband of drumfanfare;

  • e.

    categorie B:

    een muziekvereniging in de vorm van tamboer- en pijperkorps, trompetter-, hoornblazers- of majorettekorps;

  • f.

    categorie C:

    een muziekensemble, niet vallend onder de categorieën A of B;

  • g.

    categorie D:

    een oratoriumvereniging, opera- en operettevereniging of musicalvereniging;

  • h.

    categorie E:

    een zangvereniging;

  • i.

    categorie F:

    een toneel- en cabaretvereniging of schrijvers- en poëzievereniging;

  • j.

    categorie G:

    een dansvereniging;

  • k.

    categorie H:

    een foto- en film-/videovereniging alsmede een beeldende kunst vereniging (twee- en driedimensionaal);

  • l.

    verordening:

    de Verordening amateurkunst Purmerend 2009.

Artikel 2 Bestanddelen basissubsidie

  • 1. De hoogte van de basissubsidie wordt berekend door optelling van de subsidiebedragen die worden verstrekt:

    • a.

      per actief lid;

      Van de actieve leden van een instelling met een lokaal verzorgingsgebied is

      tenminste 50% woonachtig in de gemeente Purmerend;

    • b.

      als bijdrage in de kosten van een artistiek leider;

    • c.

      als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten;

    • d.

      als bijdrage in de kosten van zaalhuur ten behoeve van voorstellingen en uitvoeringen;

    • e.

      als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkest of solist;

    • f.

      als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten.

  • 2.

    • a.

      De subsidiebedragen ten behoeve van de exploitatiekosten van de instelling, gebaseerd op het aantal actieve leden in 2021, zijn als volgt:

Categorie A:

voor instellingen tot

25 leden

587,00

voor instellingen tot

50 leden

611,00

voor instellingen tot

75 leden

635,00

voor instellingen tot

100 leden

662,00

voor instellingen met

100 of meer leden

686,00

Categorie B:

voor instellingen tot

25 leden

440,00

voor instellingen tot

50 leden

465,00

voor instellingen tot

75 leden

489,00

voor instellingen tot

100 leden

512,00

voor instellingen met

100 of meer leden

536,00

Categorie D:

voor instellingen tot

25 leden

244,00

voor instellingen tot

50 leden

269,00

voor instellingen tot

75 leden

292,00

voor instellingen tot

100 leden

316,00

voor instellingen tot

100 of meer leden

342,00

Categorieën C, E, F, G en H:

voor instellingen tot

25 leden

99,00

voor instellingen tot

50 leden

122,00

voor instellingen tot

75 leden

146,00

voor instellingen tot

100 leden

170,00

voor instellingen met

100 of meer leden

196,00

  • b.

    1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal actieve leden van een instelling.

  • 3.

    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van een artistiek leider bedraagt in 2021 50% van die kosten tot een maximum van:

    • a.

      € 2.515,- voor een beroepsdirigent, -instructeur of -regisseur; of

    • b.

      € 1.220,- voor een niet beroepsdirigent, - instructeur, of -regisseur.

      In de in dit lid genoemde bedragen is 0% looncorrectie inbegrepen.

      Indien bij uw vereniging meerdere soorten artistiek leiders betrokken zijn (bijvoorbeeld een regisseur en een dirigent), dan kan voor de tweede soort artistiek leider een bijdrage in de kosten van 25% van de kosten van 2020 worden gevraagd, met een maximum van € 1.220,-. Dit geldt uitsluitend voor een beroepsdirigent, -instructeur, of –regisseur. Deze regel is niet van toepassing op meerdere artistiek leiders van dezelfde categorie (bijvoorbeeld meerdere regisseurs of dirigenten).

  • 4.

    a. Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten bedraagt in 2021 50% van die kosten (in 2020).

    b. In afwijking van het gestelde onder a. wordt ten aanzien van de volgende instellingen met betrekking tot de huur van repetitieruimte in P3, in 2021, een ander percentage gehanteerd:

    1º Stedelijk Orkest

    57%;

    2º Harmonie Crescendo

    58%;

    3º Kunst na Arbeid

    59%;

    4º Symfonisch Orkest Purmerend en Omstreken

    71%.

  • 5.

    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van zaalhuur ten behoeve van voorstellingen en uitvoeringen bedraagt in 2021, 50% van die kosten (in 2020) tot een maximum van € 1.500,-.

  • 6.

    a. Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkest respectievelijk een solist bedraagt in 2021, 30% van die kosten (in 2020) tot een maximum van € 1.502,-.

    b. Tot de onder a. bedoelde kosten behoren tevens de reiskosten van de orkestleden of de solist voor één repetitie en één generale repetitie en voor de daarop volgende koor-, musical-, opera- of operette-uitvoering(en).

  • 7.

    a. Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten bedraagt in 2021 € 24,25 per bespeeld instrument.

    b. 1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal bespeelde instrumenten bij een instelling.

Artikel 3 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan de nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing van deze nadere regels leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. Mocht blijken dat de subsidie 2021, door het baseren van de subsidieberekening op de cijfers uit 2020 vanwege COVID-19, dusdanig afwijkt van de reguliere subsidie die de betreffende amateurkunstvereniging jaarlijks ontvangt, dan bestaat de mogelijkheid tot maatwerk en kan de subsidie 2021 worden gebaseerd op de cijfers uit 2019, waarbij de hoogte van het eigen vermogen (stand van zaken eind 2020) in de afweging wordt meegewogen.

Artikel 4 Inwerkingtreding

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de datum na die waarop ze zijn bekend gemaakt. De Nadere regels amateurkunst Purmerend 2020 worden op die datum ingetrokken.

  • 2. De looptijd van deze nadere regels is tot en met 31 december 2021. Op 1 januari 2022 vervallen deze nadere regels.

  • 3. Subsidieaanvragen kunnen vanaf de in het eerste lid genoemde datum en tot uiterlijk 1 oktober van het jaar waarop de Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021 betrekking hebben, worden ingediend.

Artikel 5 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021.

Ondertekening

Purmerend, 26 januari 2021

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris,

G. Blom

de burgemeester,

D. Bijl