Regeling vervallen per 30-09-2016

Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders 2003

Geldend van 02-06-2006 t/m 29-09-2016

Intitulé

Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders 2003

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van het college d.d. 20 mei 2003, nr. 03-48;

gelet op de artikelen 41c, tweede lid, en 69, tweede lid van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders 2003

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Onder college wordt verstaan: het college van de burgemeester en de wethouders.

  • 2. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college.

  • 3. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 4. Collegeleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1. Een collegelid doet aan de afdeling Algemene en Juridische Zaken opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar. Openbaarmaking vindt plaats door terinzagelegging van de opgave bij de Centrale Balie Publieksvoorlichting in het stadhuis en middels plaatsing ervan op het internet.

  • 2. Een collegelid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1. Een collegelid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2. Een collegelid maakt aan de afdeling Algemene en Juridische Zaken melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking vindt plaats door terinzagelegging van de gegevens bij de Centrale Balie Publieksvoorlichting in het stadhuis en middels plaatsing ervan op het internet.

  • 3. De kosten die een collegelid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q. nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

Artikel 4 Informatie

  • 1. Een collegelid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt.

  • 2. Een collegelid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Een collegelid maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van de in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 1. Geschenken en giften die een collegelid uit hoofde van zijn functie ontvangt worden gemeld aan en geregistreerd door het Bestuurssecretariaat. Na melding retourneert het collegelid de geschenken en giften aan de verzender.

  • 2. Geschenken en giften die een collegelid ontvang voor representatieve, onverplichte werkzaamheden en die een waarde vertegenwoordigen van minder dan € 50,- worden gemeld aan en geregistreerd door het Bestuurssecretariaat, maar hoeven niet te worden geretourneerd.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op kleine geschenken/attenties met een p.r.-karakter.

Artikel 6 Declaraties

  • 1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • -

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend;

    • -

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

  • 3. Een collegelid declareert geen uitgaven die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 4. Declaraties worden administratief afgewikkeld.

  • 5. In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan het college.

Artikel 7 Creditcards

  • 1. Het gebruik van creditcards voor binnenlands gebruik wordt zo veel mogelijk beperkt.

  • 2. De gemeentesecretaris draagt zorg voor het aanvragen en verstrekken van creditcards.

  • 3. Bij de afhandeling van betalingen verricht met een creditcard wordt een daartoe vastgesteld formulier ingediend. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4. In geval van twijfel over een correct gebruik van de creditcard wordt dit aan het college voorgelegd.

  • 5. Indien met de creditcard kosten zijn betaald die na controle blijken voor rekening van het collegelid te moeten komen, wordt aan het collegelid een factuur gezonden ter hoogte van het bedrag dat voor zijn rekening dient te blijven

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 2. Collegeleden kunnen op basis van een overeenkomst voor zakelijk gebruik een fax, mobiele telefoon en computer in bruikleen ter beschikking krijgen. Hierin zijn de voorwaarden opgenomen waaronder de apparaten in bruikleen worden gegeven.

  • 3. Als het belang van de gemeente daarmee is gediend kan het college besluiten dat collegeleden voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto. Het gebruik van deze voorziening wordt centraal geregistreerd. Het college kan bepalen dat in bijzondere gevallen van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van uit het ambt van collegelid voortvloeiende nevenfuncties.

Artikel 9 Reizen buitenland

  • 1. Een collegelid dat het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft toestemming nodig van het college. Het raadspresidium wordt van het besluit op de hoogte gesteld.

  • 2. Een collegelid dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 3. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het college en in ieder geval getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van het collegelid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 5. Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 6. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits de duur van de verlenging in redelijke verhouding staat tot de duur van de dienstreis en dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het collegelid.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking één dag na vaststelling door de raad.

Artikel 11 Citeertitel

Deze gedragscode kan worden aangehaald als: Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders 2003.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 mei 2003

de griffier, J. Dekker

de voorzitter, L. Verbeek