Regeling vervallen per 07-03-2014

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie

Geldend van 30-03-2009 t/m 06-03-2014

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Purmerend

gelezen het voorstel van het raadspresidium;

gezien het advies van het forum Algemene Zaken d.d. 19 februari 2009;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie, niet zijnde raadslid;

  • b.

    intern lid: lid van de rekenkamercommissie die raadslid is

  • c.

    extern lid: lid van de rekenkamercommissie die geen raadslid is met inachtneming van het bepaalde in artikel 81o van de wet;

  • d.

    raad: gemeenteraad;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Purmerend;

  • g.

    doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • h.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin de organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • i.

    rechtmatigheid: in overeenstemming met relevante wet- en regelgeving.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De taak van de rekenkamercommissie is het uitvoeren van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken die een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde gemeentelijk beleid, alsmede de doelmatige en rechtmatige voorbereiding en uitvoering daarvan.

  • 3. Op de rekenkamercommissie zijn ook van toepassing de bevoegdheden als bedoeld in artikel 184 van de gemeentewet ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van meer dan 50% van de baten van deze instelling. De bevoegdheid geldt alleen voor de jaren dat de hiervoor beschreven situatie bestond.

Artikel 3 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit zeven leden.

  • 2. Van de onder lid 1 bedoelde leden zijn er drie raadslid en vier, waaronder de voorzitter, die geen lid van de raad zijn.

  • 3. Artikel 15 van de gemeentewet is eveneens van toepassing op de leden van de rekenkamercommissie

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de drie interne leden uit zijn midden en bij de instelling van de rekenkamercommissie op voordracht van de uit de drie interne leden bestaande sollicitatiecommissie de drie externe leden en een externe voorzitter. Indien er na de instelling van de rekenkamercommissie een vacature ontstaat bij de functie van voorzitter of extern lid, wordt de voordracht aan de raad gedaan door de rekenkamercommissie.

  • 2. De interne leden van de rekenkamercommissie, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. De externe leden waaronder de voorzitter worden voor een periode van zes jaar benoemd. Voor de externe leden loopt de eerste benoemingstermijn af op 1 april 2015.

  • 3. Leden van de rekenkamercommissie kunnen niet tevens lid zijn van de audit-commissie.

Artikel 5 Taken voorzitter

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en werkwijze, het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming en het onderhouden van contact met de raad, ambtelijke organisatie en pers. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met onderzoekers en met de secretaris.

  • 2. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

Artikel 6 Eed en gedragscode

  • 1. Ten aanzien van de externe leden en interne leden die commissielid zijn is artikel 81g van de wet (eed of verklaring en belofte) van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Ten aanzien van de leden van de rekenkamercommissie is de eigen gedragscode van toepassing.

Artikel 7 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een intern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamer-commissie te vervullen;

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamer-commissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun reguliere werkzaamheden ten behoeve van de rekenkamercommissie, welke vanaf 1 januari 2009 is vastgesteld op € 300,--.

  • 2. De vergoeding van de voorzitter is vanaf 1 januari 2009 vastgesteld op € 450,-- per maand.

  • 3. Indien externe leden van de rekenkamercommissie expliciet onderzoek verrichten zoals omschreven in artikel 2, lid 2 en 3 van deze verordening, ontvangen zij daarvoor een uurtarief dat met ingang van 1 januari 2009 is vastgesteld op € 50,-- bruto per uur. De gewerkte uren moeten, volgend uit de vooraf begrote uren in de onderzoeksopzet, door tijdschrijven worden verantwoord bij de voorzitter (voor de externe leden), respectievelijk bij de rekenkamercommissie (voor de voorzitter).

  • 4. De in de vorige leden genoemde bedragen zullen na het jaar 2009 jaarlijks worden geïndexeerd met eenzelfde percentage als de nominale stijging van de ambtenarensalarissen

  • 5. Externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een reiskostenvergoeding conform de gemeentelijke regeling

  • 6. De vergoedingen genoemd in de voorgaande leden komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 9 Ambtelijk secretaris/onderzoeker.

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde en fungeert als eerste adviseur van de rekenkamercommissie.

  • 3. De secretaris maakt deel uit van de organisatie van de griffie, functioneel is hij verantwoording verschuldigd aan de voorzitter van de rekenkamercommissie ter zake van de werkzaamheden welke hij verricht voor de rekenkamercommissie.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, verzamelen van informatie, de vorming van dossiers en communicatietaken.

  • 5. De secretaris wordt in beginsel belast met het onderzoekswerk, het redigeren van het onderzoeksrapport, het organiseren van het ambtelijk en bestuurlijk hoor en wederhoor en het organiseren van de aanbieding van het rapport aan de voorzitter van de raad.  De raadsgriffier draagt zorg voor de vervanging van de secretaris van de rekenkamercommissie in die gevallen waarin deze verhinderd is.

Artikel 10 Reglement van orde en onderzoeksprotocol

Conform artikel 81i van de gemeentewet stelt de rekenkamercommissie een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Daarnaast stelt de rekenkamercommissie een onderzoeksprotocol op. Beide stukken zendt zij na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 11 Onderwerpselectie en onderzoeksopzet

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast en neemt dit op in het jaarplan.

  • 2. De rekenkamercommissie verricht minimaal twee meer omvangrijke dan wel drie kleinere onderzoeken per jaar.

  • 3. Het in lid 1 bedoelde jaarplan wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad, het college van burgemeester en wethouders en de auditcommissie verstuurd.

  • 4. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek  wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor argumenten aanvoeren.

Artikel 12 Toe te passen criteria bij de selectie van onderzoeksonderwerpen

Het onderzoek dient:

  • a.

    een actueel maatschappelijk belang te hebben;

  • b.

    een toegevoegde waarde te hebben en bruikbare resultaten op te leveren in de vorm van aanbevelingen;

  • c.

    toekomstgericht te zijn;

  • d.

    een substantieel financieel belang voor de gemeente te bevatten;

  • e.

    een antwoord te geven op beredeneerde twijfel omtrent doelmatigheid, doeltreffendheid en/of rechtmatigheid van het onderzoeksonderwerp;

  • f.

    een oplossing te bieden voor de risico’s (financieel, juridisch, imago, politiek en dergelijke) die de gemeente ten aanzien van het onderzoeksonderwerp loopt;

  • g.

    te gaan over beleid of producten die reeds langer dan een jaar geleden ingevoerd zijn;

  • h.

    positief onderscheidend te zijn ten opzichte van andere onderzoeken (doordat het onderwerp niet eerder is onderzocht, er andere elementen onderzocht zijn of andere onderzoeken minder diepgaand/kwalitatief minder goed zijn uitgevoerd);

  • i.

    bij te dragen aan enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

Artikel 13 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet en met inachtneming van het onderzoeksprotocol.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedu¬rele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek in het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie ook als betrokkenen worden aangemerkt. Opmerkingen waar de rekenkamercommissie mee instemt kunnen in dit stadium nog aanleiding geven het onderzoeksrapport aan te passen.

  • 9. De rekenkamer stelt daarna het onderzoeksrapport met inbegrip van de inmiddels toegevoegde conclusies en aanbevelingen voorlopig vast

  • 10. Vervolgens wordt het bestuur in de gelegenheid gesteld om binnen een door de rekenkamercommissie te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport inclusief conclusies en aanbevelingen aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken

  • 11. Na definitieve vaststelling van het onderzoeksrapport met de zienswijze van het bestuur en een eventueel nawoord van de rekenkamercommissie als bijlage, wordt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 14 Behandeling onderzoeksrapporten

  • 1. Het presidium kan bepalen dat rapporten en overige stukken voorafgaande aan de raadsbehandeling in een raadsforum worden behandeld.

  • 2. De voorzitter van de rekenkamercommissie kan door het presidium worden uitgenodigd de behandeling van het rapport in een of meer raadsfora bij te wonen en daar het rapport toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden

  • 3. De rapporten en overige stukken worden door de raad in zijn vergadering, binnen drie maanden na ontvangst, behandeld. Daarbij stelt de raad desgewenst een termijn vast waarbinnen het college van Burgemeester en Wethouders met een plan van aanpak dient te komen ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen.

Artikel 15 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen c.q. verplichtingen aan te gaan ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden

    • b.

      de kosten van de ambtelijke secretaris/onderzoeksmedewerker;

    • c.

      externe deskundigen en bureaus die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad. Zij geeft deze verantwoording gestalte in het jaarverslag en via de gemeentelijke budgetcyclus als onderdeel van de gemeentelijke jaarrekening.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking. Op het tijdstip, dat de in de raadsvergadering van 26 februari 2009 vastgestelde verordening op de rekenkamercommissie in werking treedt vervalt de verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Purmerend, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 mei 2003

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Purmerend op 26 februari 2009
de raadsgriffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, A.Ph. Hertog