Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening betreffende de organisatie en het beheer van de jeugdbrandweer

Geldend van 01-01-1998 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening betreffende de organisatie en het beheer van de jeugdbrandweer

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 1997, nr. 97-89;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening betreffende de organisatie en het beheer van de jeugdbrandweer

Artikel 1

  • 1. Er is een jeugdbrandweer, die wordt voorbereid voor de taak betreffende het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, alsmede het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmede verband houdt. Tevens het beperken, bestrijden van gevaren voor mens en dier anders dan bij brand (hulpverlening).

  • 2. De jeugdbrandweer mag nimmer bij daadwerkelijke brandbestrijding of hulpverlening worden ingeschakeld.

Artikel 2

De jeugdbrandweer bestaat uit:

  • a.

    ten minste 1 bevelvoerder;

  • b.

    ten minste 1 plaatsvervangend bevelvoerder

  • c.

    ten minste tien jeugdbrandwachten.

Zij worden begeleid door ten minste 3 jeugdleiders. Een van hen wordt door de commandant aangewezen als hoofd jeugdleider.

Artikel 3

  • 1.

    De leden van de jeugdbrandweer moeten daarvoor medisch geschikt zijn bevonden.

  • 2.

    Zij moeten de leeftijd van 13 jaar hebben bereikt en mogen de leeftijd van 18 jaar niet te boven gaan.

Zij moeten de schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordigers voor toetreding tot de jeugdbrandweer overleggen.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders benoemen, schorsen en ontslaan de leden van de jeugdbrandweer. Burgemeester en wethouders kunnen de bevoegdheid tot benoemen mandateren aan de commandant.

Artikel 5

De leden van de jeugdbrandweer zijn verplicht bij oefening en bijeenkomsten de kleding en uitrusting te dragen, die burgemeester en wethouders daartoe beschikbaar stellen.

Artikel 6

  • 1. De jeugdleiders hebben de leiding van de oefening en bijeenkomsten van de jeugdbrandweer. De jeugdleiders vallen direct onder de commandant. Zij beheren de toegewezen middelen; kleding en uitrusting.

  • 2. De commandant is jegens de burgemeester en wethouder algemeen verantwoordelijk voor het in goede staat onderhouden van middelen die burgemeester en wethouders ter beschikking van de jeugdbrandweer stellen.

  • 3. Hij houdt ten minste eenmaal per jaar inspectie over materiaal, kleding en uitrusting.

Artikel 7

De middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het jaarlijkse activiteitenplan worden verkregen uit:

  • a.

    een bijdrage van de gemeentelijke brandweer

  • b.

    een bijdrage van de personeelsvereniging

  • c.

    contributies van de leden

  • d.

    donaties en of giften

    Het vaststellen van de bijdrage van de gemeentebrandweer en de contributie van de leden geschiedt jaarlijks aan de hand van de ingediende begroting.

Artikel 8

De commandant zendt jaarlijks vóór 1 juli aan de burgemeester en wethouders een verslag van de toestand van de jeugdbrandweer en van hetgeen in het afgelopen jaar door de leden daarvan is verricht. Hij geeft daarbij een beoordeling omtrent de jeugdbrandweer en de daarin plaats gehad hebbende mutaties, de opkomst bij oefeningen en bijeenkomsten, het materieel, de kleding en de uitrusting.

Artikel 9

De leden van de jeugdbrandweer voeren de werkzaamheden uit die verband houden met het in goede staat houden van materieel, kleding en uitrusting.

Artikel 10

De leden van de jeugdbrandweer zijn verplicht, indien daartoe opgeroepen, aan oefeningen en bijeenkomsten deel te nemen.

Artikel 11

  • 1.

    Zo dikwijls als burgemeester en wethouders dit nodig achten, doch ten minste tweemaal per maand, wordt door de jeugdbrandweer geoefend. De leden worden onderricht volgens een door de commandant vast te stellen opleidings- en oefenprogramma.

  • 2.

    een lid van de jeugdbrandweer, dat zonder geldige redenen, meerdere malen oefeningen en bijeenkomsten verzuimt of zich schuldig maakt aan (ernstig) wangedrag, kan - op voorstel van de hoofd jeugdleider - worden ontslagen.

Deze straf wordt niet eerder opgelegd, dan nadat het jeugdlid in de gelegenheid is gesteld zich - zonodig bijgestaan door een ouder of wettelijke vertegenwoordiger- te verantwoorden.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de verzekering van de daarvoor in aanmerking komende risico's, welke ten laste van de gemeente komen en voortvloeien uit of verband houden met de uitoefening van de taak van de jeugdbrandweer.

Artikel 13

Ten behoeve van de leden van de jeugdbrandweer wordt een verzekering ten de financiële gevolgen van ongevallen gesloten. De polisvoorwaarden worden aan de leden van de jeugdbrandweer en hun wettelijke vertegenwoordigers verstrekt.

Artikel 14

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Organisatieverordening Jeugdbrandweer" en treedt in werking met ingang 1 januari 1998.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 november 1997.
de secretaris, J. Dekker
de voorzitter, Th. van Dam

Bijlage: Artikelsgewijze toelichting Opleidings-oefenprogramma

Bijlage 1

Artikelsgewijze toelichting verordening jeugdbrandweer

1.Dit artikel is afgeleid van de Brandweerwet artikel 3. De jeugdbrandweer wordt beschouw

als de kweekvijver voor het korps. Op een speelse wijze worden de leden voorbereid op de

instroom naar het brandweerkorps. Leidraad is het oefenprogramma van het korps, ter

voorkoming van onnodige risico's mogen de leden niet deelnemen aan repressieve

activiteiten.Wel aan activiteiten als de open dag , wedstrijden e.d., zodat zij hun

vaardigheden kunnen bewijzen.

2.De bevelvoerder fungeert als jeugdvertegenwoordiger.

De plaatsvervangende bevelvoerder is de bevelvoerder wedstrijdploeg.

De genoemde aantallen zijn een ondergrens.Het streven is er op gericht maximaal 15 leden te

hebben. Dit is exclusief de jeugdleiders.

3.De jeugdleden worden bij aanstelling zodanig gekeurd, dat latere instroom bij het

brandweerkorps, medisch gezien, geen probleem oplevert.

Zij dienen minimaal 18 jaar te zijn om toegelaten te worden tot het brandweerkorps. De

opvang is normaliter gepland op 1 maart volgens op de 18e verjaardag.

  • 4.

    Geen toelichting.

  • 5.

    Conform de richtlijnen jeugdbrandweer van de brandweervereniging NVBC.

  • 6.

    De jeugdbrandweer ressorteert rechtstreeks onder de commandant. De jeugdleiders zijn

verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. De hoofdjeugdleider onderhoudt de

contacten met de commandant. Aan de jaarlijkse inspectie wordt een feestelijk tintje gegeven.7. De begroting dient voor 1 november voorafgaande aan het begrotingsjaar te worden

ingediend bij de commandant. Deze stelt de begroting vast. Tevens wordt aan de

commandant verantwoording over de rekening afgelegd. Jaarlijks wordt contributie geheven.

  • 8.

    Geen toelichting.

  • 9.

    Dit artikel is bedoeld om het niet vrijblijvende karakter van het lidmaatschap te

benadrukken. Dit correspondeert met de verplichtingen die een vrijwilliger in het

brandweerkorps opgelegd krijgt.

  • 10.

    Geen toelichting.

  • 11.

    Alvorens tot strafoplegging over te gaan, wordt het principe van hoor en wederhoor

toegepast. Het spreekt voor zich, dat strafontslag de zwaarste sanctie is. Normaliter zullen

problemen d.m.v. een corrigerend gesprek worden opgelost.

12.In dit artikel wordt gedoeld op een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid door de

gemeente t.b.v. de leden van het brandweerkorps waaronder de jeugdbrandweer is

afgesloten.

13.In dit artikel wordt gedoeld op de ongevallen verzekering die de gemeente ten behoeve van

leden van het brandweerkorps waaronder de jeugdleden is afgesloten.

14.Geen toelichting.