Regeling vervallen per 14-10-2016

Verordening voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen gemeente Purmerend 2008

Geldend van 01-01-2012 t/m 13-10-2016

Intitulé

Verordening voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen gemeente Purmerend 2008

De raad van de gemeente Purmerend;

gezien het voorstel van het college van 21 januari 2008;

gelet op artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende: Verordening voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen gemeente Purmerend 2008

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: aanbieder van:

    - een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in art. 1.1., sub e van de Telecommunicatiewet

    - nutsvoorzieningen;

  • b.

    aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare gronden dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

  • d.

    coördinator ondergrondse infrastructuur: contactpersoon van de gemeente;

  • e.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

  • f.

    HIOR: Handboek inrichting openbare ruimte van Purmerend;

  • g.

    grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht;

  • h.

    instemmingsbesluit: besluit als bedoeld in artikel 8;

  • i.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen,ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken;

  • j.

    lege mantelbuizen: buizen die onderdeel uitmaken van een netwerk, maar bij de aanleg van het net niet als zodanig zijn aangewend dan wel in een later stadium buiten gebruik zijn gesteld;

  • k.

    marktconforme kosten: kosten als bedoeld in artikel 5.7, lid 4 van de Telecommunicatiewet;

  • l.

    net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • m.

    netwerkbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert;

  • n.

    nutsbedijf: exploitant van nutsvoorzieningen en tevens netwerkbeheerder;

  • o.

    nutsvoorzieningen: kabels en leidingen ten behoeve van de levering of het transport van gas, water en elektriciteit;

  • p.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht, waaronder mede verstaan wordt degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels ten dienste van een netwerk aanlegt, instandhoudt en opruimt;

  • q.

    openbare gronden: openbare gronden als bedoeld in art. 1.1., sub aa van de Telecommunicatiewet;

  • r.

    werken: een constructie, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • s.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

  • t.

    werkzaamheden van minder ingrijpende aard: werkzaamheden voor:

    - het realiseren van incidentele (huis-)aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan vijfentwintig meter in of op openbare gronden,

    - werkzaamheden daartoe aangewezen in het HIOR.

Artikel 2 - Toepasselijkheid

Deze verordening is:

• van toepassing op de aanleg, instandhouding en opruiming van:

  • -

    nutsvoorzieningen en

  • -

    kabels als bedoeld in Hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet

• tevens een verordening als bedoeld in artikel 5.4, lid 4 van de Telecommunicatiewet.

Artikel 3 - Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 2: De aanleg, instandhouding en opruiming van de nutsvoorzieningen gas, water en elektriciteit

Artikel 4 - Gedogen nutsvoorzieningen

Op de openbare gronden in eigendom en/of beheer van de gemeente is voor de nutsvoorzieningen de gedoogbepaling van artikel 5.2. van de Telecommunicatiewet van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3: Het voornemen om de werkzaamheden uit te voeren

Artikel 5 - Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met de coördinator ondergrondse infrastructuur teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op een melding van voorgenomen werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid ten behoeve van het verkrijgen van een instemmingsbesluit.

Artikel 6 - Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 5 dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bij de eerste melding van de aanbieder bij deze gemeente;

    • b.

      een machtiging indien het een melding betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen voor of namens een aanbieder;

    • c.

      naam-, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels of leidingen en van de onder)aannemer, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon, voor de werkzaamheden;

    • d.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • e.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        een opgave van het gewenste tracé;

      • -

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

  • 2. Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen, aanvullend op lid 1 bij de melding tevens de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      bij de eerste melding van de aanbieder bij deze gemeente: een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) afgegeven registratie;

    • b.

      aanvullend op het uitvoeringsplan wordt daarin ook opgenomen:

      • -

        een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en

      • -

        een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • -

        de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

Artikel 7 - Aanvullende verplichtingen

  • 1. Bij werkzaamheden waarbij meerdere gedoogplichtigen betrokken zijn dient de aanbieder een vooroverleg te organiseren waarvoor alle betrokkenen worden uitgenodigd.

  • 2. De aanbieder dient omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

Hoofdstuk 4: Het instemmingsbesluit

Artikel 8 - Beslistermijn college

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de melding. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de melding.

  • 2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan met acht weken worden verlengd. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken kan deze termijn met twaalf weken worden verlengd.

  • 3. Indien van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, doet het college daarvan voor afloop van de termijnen zoals genoemd in lid 1, een schriftelijke bevestiging met motivatie toekomen aan de aanbieder.

Artikel 9 - Werkzaamheden van minder ingrijpende aard

Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard kan een instemmingsbesluit worden genomen geldig voor de gehele gemeente en met een maximale tijdsduur van één jaar.

Artikel 10 - Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden, wijzigen of intrekken in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

  • 3. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen alsmede de informatievoorziening naar betrokkenen dient te geschieden conform het HIOR. In dat kader is het college tevens bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.

Hoofdstuk 5: Het verrichten van de graafwerkzaamheden

Artikel 11 - Melding door de grondroerder

  • 1. Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten en waarvoor een instemmingsbesluit is verleend, meldt uiterlijk vijf werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij de coördinator ondergrondse infrastructuur.

  • 2. In geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing, waarvan uitstel niet mogelijk is en de storing mogelijkerwijs buiten de normale werktijden plaatsvindt, dient melding bij de coördinator ondergrondse infrastructuur te geschieden:

    • a.

      bij voorkeur voorafgaand aan de werkzaamheden

    • b.

      doch uiterlijk binnen een werkdag na de uitvoering.

  • 3. De grondroerder overlegt gegevens waaruit genoegzaam blijkt dat er voldaan is aan de verplichtingen genoemd in artikel 7.

  • 4. De grondroerder vergoedt aan de gemeente alle schade, ook vervolgschade, voortvloeiend uit de werkzaamheden.

  • 5. De grondroerder is verplicht na einde van de werkzaamheden op zijn kosten de grond terug te brengen in de oude staat.

Artikel 12 - elektronisch informatiesysteem voor melding

  • 1. De melding als bedoeld in artikel 11 dient te worden verricht via het elektronisch informatiesysteem, ontwikkeld door het Meldpunt Opbrekingen Openbare Ruimte (MOOR).

  • 2. De aanmelder is verplicht de gegevens te verstrekken waarnaar het elektronisch informatiesysteem vraagt.

Hoofdstuk 6: Overige bepalingen

Artikel 13 - Verleggingen

Op verleggingen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    de netwerkbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van de leidingen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van bouwwerken of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente Purmerend;

  • b.

    de bijdrage van de gemeente Purmerend in de kosten van verleggingen wordt berekend volgens de vigerende afspraken met nutsbedrijven;

  • c.

    bij het ontbreken van afspraken als bedoeld achter b. geldt het volgende: indien de kabel of leiding door toedoen van de gemeente binnen een periode van vijf jaar na aanleg en oplevering van de kabel of leiding dient te worden verlegd, zullen de daaraan verbonden kosten door de gemeente aan het nutsbedrijf worden vergoed; na afloop van deze periode komen de aan het verleggen van een kabel of leiding verbonden kosten niet ten laste van de gemeente;

  • d.

    de gemeente en de netwerkbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de kabel of leiding de schade van elkaar zo veel mogelijk beperken;

  • e.

    ingeval een verzoek tot het nemen van maatregelen is gedaan, gaat de netwerkbeheerder zo snel mogelijk over tot de gevraagde maatregelen.

Artikel 14 - Kabels en leidingen die geen deel uitmaken van openbaar netwerk

  • 1. De netwerkbeheerder van nutsvoorzieningen stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar netwerk in of op openbare gronden.

  • 2. De netwerkbeheerder van nutsvoorzieningen verstrekt jaarlijks een overzicht van alle niet in gebruik zijnde kabels en leidingen.

  • 3. het college kan verlangen dat kabels en leidingen die geen deel uitmaken van een openbaar netwerk op kosten van de netwerkbeheerder van nutsvoorzieningen worden opgeruimd.

Hoofdstuk 7: Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 15 - Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 16 - Overtreding

  • 1. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde met betrekking tot nutsvoorzieningen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan overtreding van het bij of krachtens deze verordening worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 17 - Naleving voorschriften

  • 1. Indien een netwerkbeheerder of grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften van het instemmingsbesluit, kan het college het instemmingsbesluit intrekken en de oorspronkelijke situatie (laten) herstellen voor rekening van netwerkbeheerder of grondroerder.

  • 2. Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart respectievelijk uitgevoerd vervalt de verleende instemming, tenzij aantoonbaar sprake is van overmacht, zulks ter beoordeling van het college. De grondroerder is verplicht het college of de coördinator zo spoedig mogelijk en gemotiveerd te informeren over eventuele vertragingen.

Hoofdstuk 8: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18 - Overgangsbepalingen

Op de aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, ook voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatiekabelsverordening Purmerend 1999 /of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze Verordening, is met ingang van de datum van inwerkingtreding deze Verordening van toepassing.

Artikel 19 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking ervan.

  • 2. Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum wordt de Telecommunicatiekabels-verordening Purmerend 1999 ingetrokken.

Artikel 20 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: " Verordening voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen gemeente Purmerend 2008" .

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 2009
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, A.Ph. Hertog