Regeling vervallen per 01-09-2010

Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

Geldend van 29-08-2004 t/m 31-08-2010

Intitulé

Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 maart 1991, nr. 91-43;

gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

besluit:

I. in te trekken de Procedureverordening Planschadevergoeding, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 mei 1973;

II. vast te stellen de navolgende Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

artikel 49 : artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

commissie : de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 6 van deze verordening;

verzoeker : de belanghebbende in de zin van artikel 49, door of namens wie een verzoek tot schadevergoeding wordt ingediend.

Artikel 2

  • 1. Indien een belanghebbende meent, dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij zich voor het bepalen van de in dat artikel bedoelde schade en de vergoeding daarvan bij gemotiveerd verzoekschrift tot de gemeenteraad wenden.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoekschrift moet vermelden:

    • -

      indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en adres;

    • -

      de aard en de omvang van de schade en zo mogelijk een specificatie van het bedrag van de schade.

  • 3. Indien het verzoekschrift de in het tweede lid genoemde gegevens niet dan wel in onvoldoende mate bevat, wordt de verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn verzoekschrift binnen vier weken nadat hem dit is medegedeeld aan te vullen of te verbeteren.

  • 4. Binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving dient het legesbedrag voor het in behandeling nemen van een verzoekschrift als genoemd in de vigerende Legesverordening door de gemeente ontvangen te zijn.

Artikel 3

Binnen acht weken na de dag waarop het verzoekschrift is ontvangen, dient de verzoeker in de gelegenheid te worden gesteld, om, al dan niet vergezeld van zijn adviseur(s), hierover een bespreking te hebben met één of meer daartoe door het college aangewezen ambtenaren. Van deze bespreking wordt een verslag opgemaakt, waarvan een afschrift zo spoedig mogelijk aan de verzoeker wordt toegezonden.

Artikel 4

  • 1. Binnen zestien weken na de dag waarop het verzoekschrift is ontvangen, kan de gemeenteraad, zonder toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 5 en volgende, besluiten:

    • a.

      het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk te verklaren;

    • b.

      het verzoek om schadevergoeding kennelijk ongegrond te verklaren.

  • 2. Met betrekking tot het besluit, bedoeld in het eerste lid is het bepaalde in artikel 3, tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1. Indien geen toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, geeft het college van burgemeester en wethouders de commissie onder toezending van het verzoekschrift, de opdracht ter zake advies uit te brengen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde opdracht wordt gegeven binnen vier weken na het verstrijken van de in artikel 4, eerste lid, bedoelde termijn.

Artikel 6

  • 1. Als commissie treedt op de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam of een, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, soortgelijke adviserende instelling of bureau.

  • 2. De leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht.

Artikel 7

Vervallen

Artikel 8

  • 1. De commissie stelt zowel de verzoeker of zijn gemachtigde als één of meer vertegenwoordigers van de gemeente in de gelegenheid hun standpunten schriftelijk of mondeling uiteen te zetten.

  • 2. De commissie is bevoegd de naar haar oordeel daarvoor verder in aanmerking komende personen te horen of uit te nodigen voor haar te verschijnen voor het geven van inlichtingen.

Artikel 9

  • 1. De commissie gaat na of naar haar oordeel de verzoeker ten gevolge van de gevallen als bedoeld in artikel 49, onder a, b, c, d, e of f, schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijze niet of niet geheel te zijner laste behoort te blijven. Zij vermeldt het resultaat van dit onderzoek met de beweegredenen in haar rapport.

  • 2. Leidt het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de commissie de ten laste van verzoeker blijvende schade en de billijke schadevergoeding.

  • 3. De commissie beraadt zich, zo nodig in overleg met partijen, omtrent de mogelijkheden die de bepalingen van het bestemmingsplan dan wel de beslissingen als bedoeld in artikel 49, eerste lid, onder b, c, d, e of f, bieden ter voorkoming of beperking van schade.

Artikel 10

  • 1. De commissie brengt schriftelijk advies uit aan de gemeenteraad binnen zestien weken na ontvangst van de in artikel 5 bedoelde opdracht.

  • 2. Een afschrift van het advies wordt gelijktijdig aan de verzoeker of zijn gemachtigde toegezonden.

Artikel 11

Binnen acht weken na ontvangst van het advies, beslist de gemeenteraad of er schade is als bedoeld in artikel 49, en zo ja, op welk bedrag de schadevergoeding moet worden bepaald, zo mede op welk tijdstip dit bedrag moet zijn uitbetaald.

Artikel 12

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na vaststelling.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedureverordening Planschadevergoeding 1991".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 maart 1991

de secretaris, F.R. van Lang

de voorzitter, Th. van Dam

Bijlage: artikelsgewijze toelichting

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

In de jurisprudentie wordt als belanghebbende aangemerkt iedere huidige of voormalige, zowel zakelijk als persoonlijk gerechtigde op een onroerend goed, die aan kan tonen dat hij/zij een belang heeft in die zin dat hij/zij schade lijdt.

Artikel 2

Lid 2 en met name lid 3 is opgenomen naar aanleiding van het voorstel van wet inzake de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet worden in zijn algemeenheid eisen gesteld aan aanvragen waaronder de onderhavige verzoekschriften. In de leden 2 en 3 zijn deze eisen nader geconcretiseerd.

Artikel 4/5

Indien het op voorhand al duidelijk is dat verzoeker in zijn verzoek om schadevergoeding niet ontvankelijk is dan wel het verzoek kennelijk ongegrond is, dient de raad de bevoegdheid te hebben over te gaan tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel kennelijk-ongegrondverklaring, zonder dat de schadebeoordelingscommissie wordt ingeschakeld. Deze bevoegdheid is neergelegd in artikel 4. Is het bovenstaande niet het geval, verdient het de voorkeur de schadebeoordelingscommissie in te schakelen door middel van artikel 5.

Artikel 6

De in dit artikel als schadebeoordelingscommissie aangewezen stichting is gespecialiseerd in het geven van adviezen omtrent zaken als bedoeld in de onderhavige verordening. De hierdoor verkregen deskundigheid en onafhankelijkheid waarborgt dat de gemeenteraad zijn uiteindelijke beslissing over het al dan niet honoreren van het verzoekschrift gemotiveerd en objectief kan nemen.

Artikel 7

Ten aanzien van verzoekschriften waarbij het toekennen van schadevergoeding een redelijke kans van slagen heeft, dienen de kosten van de door de commissie te verrichten werkzaamheden ten laste te komen van de gemeente en niet verhaald te worden op de verzoeker; het verzoek om schadevergoeding vloeit immers rechtstreeks voort uit gemeentelijke voorschriften.