Verordening voor de subsidiëring van de amateurkunst in Purmerend

Geldend van 20-07-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening voor de subsidiëring van de amateurkunst in Purmerend

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 juli, nr. 09-77;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het voor het onderwerp amateurkunst wenselijk is een eigen, los van de Algemene Subsidieverordening Purmerend 2008 staande, subsidieverordening te maken;

besluit:

vast te stellen de Verordening voor de subsidiëring van de amateurkunst in Purmerend

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve leden:  contributiebetalende leden van een instelling, die de activiteiten ervan mede uitvoeren. De artistieke leiders, kader(leden),  commissarissen, ereleden en dergelijke worden niet als zodanig  aangemerkt;

  • b.

    activiteiten:  de artistiek gerichte werkzaamheden van een instelling;

  • c.

    amateurkunst:  kunst die niet beroepsmatig wordt bedreven;

  • d.

    basissubsidie:  de aanspraak van een instelling op financiële middelen voor periodiek terugkerende activiteiten;

  • e.

    college:  het college van burgemeester en wethouders van Purmerend;

  • f.

    instelling:  een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten op het  gebied van amateurkunst;

  • g.

    openbare presentatie:  een door een instelling georganiseerde, voor publiek toegankelijke, activiteit waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven;

  • h.

    startsubsidie:  subsidie aan een instelling als blijk van waardering of aanmoediging;

  • i.

    subsidieperiode:  een kalenderjaar;

  • j.

    subsidieplafond:  een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet;

  • k.

    wet:  de Algemene wet bestuursrecht.

  • l.

    Instelling met een lokaal verzorgingsgebied:  een instelling die activiteiten ontplooit, waaraan hoofdzakelijk door inwoners van de gemeente Purmerend deelgenomen wordt;

  • m.

    Instelling met een regionaal verzorgingsgebied:  een instelling die activiteiten ontplooit waaraan niet hoofdzakelijk door inwoners van de gemeente Purmerend deelgenomen wordt.

Artikel 2 Bevoegdheden college

  • 1. Het college kan met in achtneming van deze verordening besluiten over het verstrekken van basissubsidies en startsubsidies amateurkunst.

  • 2. Het college kan vóór 1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, een subsidieplafond voor basissubsidies en een subsidieplafond voor startsubsidies vaststellen.

  • 3. Het college stelt per subsidieplafond de wijze van verdeling vast.

Artikel 3 Aanvraag basissubsidie

  • 1. Een aanvraag voor een basissubsidie wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Het aanvraagformulier gaat vergezeld van een activiteitenplan; een jaarverslag, een jaarrekening, een begroting van de uitgaven en inkomsten en een opgave van het aantal actieve leden op 1 januari van de subsidieperiode waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3. Indien een instelling voor de eerste keer een basissubsidie aanvraagt, voegt zij aan het aanvraagformulier een exemplaar van de oprichtingsakte en de statuten als bijlagen toe.

Artikel 4 Eisen verstrekking basissubsidie

  • 1. Een instelling dient bij zijn aanvraag voor een basissubsidie aan te tonen dat:

    • a.

      de instelling gedurende tenminste twee jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief is geweest op het gebied van amateurkunst

    • b.

      de instelling aangesloten is bij een federatief amateurkunstverband of op een gelijkwaardige andere wijze amateurkunst beoefent;

    • c.

      de instelling tenminste eenmaal per jaar een openbare presentatie in de gemeente verzorgt. De instelling kondigt deze tenminste vier weken van  tevoren schriftelijk aan bij het college;

  • 2. Onverminderd het gestelde in de artikelen 4:25 en 4:43, tweede lid juncto artikel 4:35, tweede lid van de wet, kan het college de basissubsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien:

    • a.

      de aanvrager niet dan wel onvoldoende aantoont dat hij voldoet aan de in het  eerste  lid gestelde eisen;

    • b.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;

    • c.

      de activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

    • d.

      de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

Artikel 5 Vaststelling basissubsidie

  • 1. Het college beslist op een aanvraag tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de beslissing, met redenen omkleed, eenmalig met vier weken verdagen. Hiervan krijgt de aanvrager vóór afloop van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk bericht.

Artikel 6 Nadere regels college

Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de hoogte en de berekeningsgrondslag van de op grond van artikel 5 vast te stellen subsidie. Ten behoeve van de vaststelling van de hoogte en de berekeningsgrondslag gaat het college uit van het aantal actieve leden op 1 januari van de subsidieperiode waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7 Startsubsidie

  • 1. Het college kan bepalen dat een instelling die voor het eerst subsidie aanvraagt, eenmalig in aanmerking komt voor een startsubsidie.

  • 2. Deze startsubsidie bedraagt € 500,00.

  • 3. Op de in het eerste lid genoemde startsubsidie is artikel 3 van toepassing.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, worden door het college de nodige besluiten genomen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening amateurkunst Purmerend 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 juli 2009
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, D. Bijl