Deelverordening sport en recreatie Purmerend 2000

Geldend van 16-06-2000 t/m heden

Intitulé

Deelverordening sport en recreatie Purmerend 2000

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2000, nr. 00-50;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening welzijnsbeleid Purmerend 1999;

overwegende dat het gewenst is om in aanvulling op de Algemene subsidieverordening welzijnsbeleid Purmerend 1999 een deelverordening op het beleidsterrein sport en recreatie vast te stellen;

besluit

vast te stellen de Deelverordening sport en recreatie Purmerend 2000

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Onverminderd artikel 1 van de Algemene subsidieverordening welzijnsbeleid Purmerend 1999, wordt in deze verordening verstaan onder:

    • a.

      subsidieverordening:de Algemene subsidieverordening welzijnsbeleid Purmerend 1999;

    • b.

      accommodatie:in Purmerend te vestigen kleed- en kantineaccommodatie met een verwachte minimale levensduur van dertig jaar die gebruikt wordt door instellingen;

    • c.

      kleedaccommodatie:een gebouw of lokaliteit, qua opzet, indeling en inrichting in hoofdzaak bestemd om zich te kleden en te wassen, al dan niet gecombineerd met bergruimte;

    • d.

      kantineaccommodatie:een gebouw of lokaliteit, qua opzet, indeling en inrichting in hoofdzaak bestemd als ontmoetingsruimte;

    • e.

      gemeentegrond:grond in eigendom van de gemeente;

    • f.

      stichtingskosten:de kosten die gemoeid zijn met het vestigen van een accommodatie, hetzij door nieuwbouw, hetzij door aanpassing van een bestaand(e) gebouw of lokaliteit.Hieronder wordt in ieder geval begrepen de aanneemsom, de kosten van de centrale verwarmingsinstallatie, de kosten van meerwerk, de kosten van risicoverrekening, het architectenhonorarium, de kosten van dagelijks toezicht, een bedrag wegens renteverlies tijdens de bouw, de aansluitkosten, de leges, de kosten van registratie en de notaris- en makelaarskosten.

  • 2. In afwijking van artikel 1 van de subsidieverordening, wordt in deze verordening verstaan onder instelling:

    • a.

      een statutair in de gemeente gevestigde, volledige rechtsbevoegdheid bezittende, sport- of recreatievereniging die niet direct of indirect uitgaat van een bedrijf; of

    • b.

      een samenwerkingsverband van meerdere verenigingen als bedoeld onder a, die samen een accommodatie vestigen en/of beheren.

Artikel 2 Te subsidiëren activiteiten

Deze verordening regelt de verstrekking van subsidie aan instellingen ten behoeve van het vestigen van accommodaties.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 3 Wijze en hoogte van de subsidiëring

  • 1.
    • a.

      De vestiging van een kleedaccommodatie wordt beschouwd als een activiteit waarvoor eenmalig subsidie kan worden verstrekt.

    • b.

      De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde begroting van de stichtingskosten.

  • 2.
    • a.

      Subsidiëring van de vestiging van een kantineaccommodatie vindt plaats middels de garandering van rente en aflossing van een door de instelling ter zake aan te gane geldlening.

    • b.

      De subsidie bedraagt maximaal 75% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde begroting van de stichtingskosten.

Artikel 4 Voorwaarden

Subsidie kan slechts worden verleend:

  • a.

    voor zover de bouw van de accommodatie plaatsvindt conform het door burgemeester en wethouders goedgekeurde programma van eisen;

  • b.

    indien, voor wat betreft de bouw van een accommodatie op gemeentegrond de instelling bereid is met de gemeente een erfpachtovereenkomst aan te gaan, waarin in ieder geval is opgenomen de verplichting de kleedaccommodatie af te staan voor schoolgebruik;

  • c.

    indien, voor wat betreft de bouw van een kantineaccommodatie op grond van een derde, de instelling een recht van opstal alsmede de erfdienstbaarheden doet vestigen die burgemeester en wethouders noodzakelijk achten.

Artikel 5 Vereisten aanvraag

Onverminderd artikel 7, respectievelijk artikel 11 van de subsidieverordening, dient de subsidie-aanvraag vergezeld te gaan van:

  • a.

    een balans van de instelling per het einde van het jaar voorafgaande aan de subsidie-aanvraag;

  • b.

    een door de algemene ledenvergadering van de instelling goedgekeurd financieel verslag van het laatst afgesloten boekjaar;

  • c.

    een uitgewerkt bestek-totaalplan;

  • d.

    een financieringsplan voor de te bouwen accommodatie;

  • e.

    een uittreksel van de notulen van de algemene ledenvergadering van de instelling, waaruit blijkt dat besloten is tot vestiging van de betreffende accommodatie;

  • f.

    indien van toepassing, een afschrift van de in artikel 4, onder c, bedoelde overeenkomst inzake de vestiging van een recht van opstal en/of erfdienstbaarheden.

Artikel 6 Verplichtingen

Aan de instelling worden in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    een bebouwingsverplichting en een verplichte opleverdatum;

  • b.

    verplichtingen met betrekking tot onderhoud en beheer van de accommodatie;

  • c.

    het verzekerd houden van de accommodatie dan wel de onroerende zaak waarvan de accommodatie deel uitmaakt;

  • d.

    het verbod om de accommodatie dan wel de onroerende zaak waarvan de accommodatie deel uitmaakt te verhuren of op andere wijze in gebruik te geven voor bruiloften en andere feesten;

  • e.

    het verbod om de accommodatie dan wel de onroerende zaak waarvan de accommodatie deel uitmaakt zonder toestemming van burgemeester en wethouders te verhuren of op andere wijze in gebruik te geven dan waarvoor deze bestemd is.

Artikel 7 Bevoorschotting

Het percentage, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de subsidieverordening bedraagt maximaal 90%.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

  • 1. In alle gevallen waarin de verordening niet voorziet, worden door burgemeester en wethouders de nodige besluiten genomen.

  • 2. Indien daartoe aanleiding bestaat, horen burgemeester en wethouders, alvorens te besluiten, de desbetreffende raadscommissie.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen één of meerdere artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. Indien daartoe aanleiding bestaat, horen burgemeester en wethouders, alvorens te besluiten, de desbetreffende raadscommissie.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, worden ingetrokken de "Interim-deelverordening Sport en Rekreatie-I" en de "Deelverordening Sport en Rekreatie-II".

Artikel 11 Aanhalingstitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Deelverordening sport en recreatie Purmerend 2000.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 mei 2000

de secretaris, J. Dekker
de voorzitter, Th. van Dam