Regeling vervallen per 20-12-2017

Verordening op de urgentiecommissie Purmerend 2010

Geldend van 14-06-2010 t/m 19-12-2017

Intitulé

Verordening op de urgentiecommissie Purmerend 2010

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2010, nr. 10-53;

besluit:

1. in te trekken de Huisvestingsverordening voor Standplaatsen van woonwagens Purmerend 2001.

2. vast te stellen de volgende: Verordening op de urgentiecommissie Purmerend 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de urgentiecommissie;

  • b.

    convenant: het vigerende Convenant Woonruimteverdeling;

  • c.

    huisvestingsverordening: de vigerende Huisvestingsverordening;

  • d.

    regio: de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang;

  • e.

    urgentie: het daarover in de Regionale Huisvestingsverordening en de nadere beleidsregels van de gemeente Purmerend bepaalde;

  • f.

    zoekprofiel: de typering van de meest passende woonruimte;

Artikel 2 Taakomschrijving

  • 1. De commissie dient burgemeester en wethouders van advies omtrent de noodzaak tot het verstrekken van een urgentieverklaring op basis van de geldende Huisvestingsverordening en eventueel door B&W vastgestelde nadere beleidsregels behorende bij de RHVV, van toepassing zijnde op de urgentieverstrekking.

  • 2. De commissie adviseert in het bijzonder omtrent onder meer:

    • a.

      het zoekprofiel;

    • b.

      het beoordelen van een weigering van een aangeboden woning;

    • c.

      de werking van het urgentiesysteem.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit drie leden:

    • -

      een lid namens de afdeling Wonen van de gemeente Purmerend;

    • -

      een lid, werkzaam, op het terrein van de volkshuisvesting (niet bij de gemeente Purmerend), bij voorkeur in de regio;

    • -

      een lid op voordracht van de Commissie Woonconsumenten.

  • 2. De leden worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 3. Op gelijke wijze als aangegeven in het tweede lid worden de drie plaatsvervangende leden benoemd.

  • 4. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar.

  • 5. Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a.

      door het verstrijken van de termijn als bedoeld in het vierde lid;

    • b.

      op schriftelijk verzoek van het lid;

    • c.

      door overlijden;

    • d.

      door ontslag door burgemeester en wethouders.

  • 6. In de vervanging van tussentijds afgetreden (plaatsvervangende) leden wordt zo spoedig mogelijk voorzien op de wijze als bedoeld in het eerste tot en met vijfde lid.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen ten behoeve van de commissie een ambtelijk secretaris aan. Deze verleent administratieve en organisatorische ondersteuning en draagt zorg voor het goed kunnen functioneren van de commissie.

  • 2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 3. De commissie stelt de taakverdeling vast tussen haarzelf en de secretaris, alsmede de werkwijze van de secretaris.

Artikel 5 Taak van de commissie

  • 1. De commissie beoordeelt alle aanvragen van woningzoekenden voor urgentie op ontvankelijkheid en bij gebleken ontvankelijkheid op gegrondheid.

  • 2. De commissie heeft tevens een signalerende en adviserende taak. De commissie kan naar aanleiding van de behandeling van aanvragen die haar bereiken, knelpunten signaleren die zich voordoen bij de uitvoering van het stelsel van woonruimteverdeling. Op grond van deze signalering kan de commissie aanbevelingen doen aan de convenantpartijen.

Artikel 6 Vergaderingen van de commissie

  • 1. De commissie komt ten minste eenmaal per jaar ter vergadering bijeen en voorts zo vaak als nodig ter behandeling van aanvragen voor urgentie bij de toewijzing van woonruimte.

  • 2. De secretaris draagt zorg voor het tijdig uitnodigen van de leden van de commissie onder mededeling van de punten, vermeld op de agenda. De secretaris draagt zorg voor het verzenden aan de leden van de op de agenda betrekking hebbende stukken.

  • 3. Vergaderingen van de commissie vinden geen doorgang indien minder dan drie leden en/of plaatsvervangende leden aanwezig zijn.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor verslaglegging van de vergadering van de commissie.

  • 5. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

Artikel 7 De urgentieprocedure

  • 1. Het formulier voor het doen van een aanvraag voor urgentie dient volledig ingevuld te worden ingediend bij het secretariaat van de commissie.

  • 2. De aanvrager ontvangt binnen een week na ontvangst van de aanvraag schriftelijk bericht van ontvangst.

  • 3. De aanvragen worden door de commissie mondeling behandeld in een daarvoor bijeengeroepen vergadering.

  • 4. De commissie kan de aanvrager en andere betrokken partijen in de gelegenheid stellen zich te laten horen en nadere inlichtingen te geven. Partijen worden daartoe tijdig schriftelijk opgeroepen. Partijen kunnen zich laten bijstaan door een ter zake deskundige en zich laten vertegenwoordigen.

  • 5. De commissie kan bepalen andere dan partijen genoemd in vierde lid te horen als zij meent dat dit bijdraagt tot de juiste afhandeling van de aanvraag. In dat geval zal de aanvrager en/of andere betrokken partijen in de uitnodiging voor de vergadering worden medegedeeld wie mede zijn uitgenodigd.

  • 6. De commissie kan bepalen anderen dan partijen genoemd in vierde lid in de gelegenheid te stellen schriftelijke inlichtingen te verstrekken, als zij meent dat dit bijdraagt tot de juiste afhandeling van de aanvraag. In dat geval zal de aanvrager en/of andere betrokken partijen worden medegedeeld welke andere partijen in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijke inlichtingen te verstrekken.

  • 7. De voor het horen in de vergadering van de commissie uitgenodigde personen krijgen inzage in de stukken die betrekking hebben op de aanvraag.

  • 8. De woningzoekende aan wie door burgemeester en wethouders een urgentieverklaring is verstrekt krijgt een zoekprofiel.

  • 9. Burgemeester en wethouders informeren de corporaties over de toegekende urgentieverklaring, het bijbehorende zoekprofiel en alle overige gegevens die nodig zijn voor een correcte toewijzing en verzoekt de corporaties daarmee tegelijkertijd om directe bemiddeling.

Artikel 8 Beraadslaging, beslissing en advies.

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist over de ingediende aanvraag op basis van de ingebrachte stukken welke betrekking hebben op de aanvraag en, indien van toepassing, op basis van hetgeen ter hoorzitting naar voren is gebracht.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 3. De commissie brengt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zes weken na ontvangst van de aanvraag, schriftelijk advies aan burgemeester en wethouders uit. De commissie kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

  • 4. De aanvrager wordt binnen een week na het uitbrengen van het in het derde lid bedoelde advies schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 5. Het toekennen van een urgentieverklaring betekent een bindend advies ten aanzien van de besluitvorming door burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Informatievoorziening

  • 1. Convenantpartijen zijn verplicht de commissie kennis te laten nemen van alle relevante informatie, betrekking hebbende op de aanvraag.

  • 2. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij de uitoefening van hun taak bekend is geworden, voor zover dat de aard der zaak volgt.

Artikel 10 Verslag en werkzaamheden

Jaarlijks stelt de commissie binnen zes maanden na verloop van de verslagperiode, welke loopt van 1 januari tot 31 december van enig jaar, een verslag op van haar werkzaamheden ten behoeve van de gemeenteraad en burgemeester en wethouders. Het verslag bevat ten

minste:

  • a.

    een overzicht van de behandelde aanvragen en de daarop genomen beslissingen;

  • b.

    de aanbevelingen die op grond van artikel 5, tweede lid, zijn uitgebracht;

  • c.

    de eventuele adviezen van de commissie ten aanzien van de wenselijkheid deze verordening te wijzigen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet en/dan wel waarin de toepassing van de verordening naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders zou leiden tot een bijzondere en onvoorziene hardheid, brengt de commissie een advies uit dat geen recht doet aan de strekking en de bedoeling van deze verordening, om ten gunste van de aanvrager af te wijken van de verordening.

  • 2. De commissie zoekt daarbij aansluiting bij het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12 Opvolging

De verordening op de urgentiecommissie Purmerend 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 13 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking de dag nadat zij is bekendgemaakt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de urgentiecommissie Purmerend 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 mei 2010
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, D. Bijl