Regeling met betrekking tot de heffing van de gemeentelijke belastingen

Geldend van 20-03-2000 t/m heden

Intitulé

Regeling met betrekking tot de heffing van de gemeentelijke belastingen

De raad van de gemeente Putten;

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten van 20 maart 2000.

REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING VAN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voorzover deze regels in artikel 4 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1. De belastingplichtinge die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 4 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende-zaakbelastingen vindt artikel 2, eerste lid toepassing;

  • b.

    de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • c.

    de toeristenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • d.

    de hondenbelasting vindt de artikel 2 toepassing;

  • e.

    de rioolrechten vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling heffing gemeentelijke belastingen.