Regeling vervallen per 01-08-1996

Monumentenverordening Putten

Geldend van 02-12-1993 t/m 31-07-1996

Intitulé

Monumentenverordening Putten

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Vastgesteld bij besluit van de raad van 2 december 1993, nr. 3278

VERORDENING MONUMENTENVERORDENING PUTTEN

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

1.

Monumenten:

a.

alle zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;

b.

terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder a;

2.

Beschermende rijksmonumenten:

onroerende monumenten, die zijn ingeschreven in de, ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgesteld registers;

3.

Kerkelijke monumenten:

onroerende monumenten, die eigendom zijn van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en die uitsluitend of voor een overwegend deel worden gebruikt voor de uitoefening van de eredienst;

4.

Monumentencommissie:

de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigener beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 alsmede andere zaken betreffende de monumentenzorg.

Artikel 2

Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 3

  • 1. De leden van de monumentencommissie worden door de gemeenteraad benoemd, op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 2. Bij de opstelling van het voorstel houden burgemeester en wethouders rekening met de deskundigheid van de kandidaten op het gebied van de monumentenzorg.

Artikel 4

  • 1. Burgmeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de ingediende bezwaren aan de monumentencommissie na afloop van de termijn, genoemd in artikel 12, lid 8, van de Monumentenwet 1988.

  • 2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift.

  • 3. Bij overschrijding van de in lid 2 genoemde termijn wordt de monumentencommissie geacht geadviseerd te hebben.

Artikel 5 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1. Bij het inwerking treden van deze verordening wordt de Monumentenverordening Putten 1991, vastgesteld d.d. 6 juni 1991 geachte te zijn ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op besluiten die zijn genomen op grond van de in dit artikel genoemde verordening.

  • 2. De verordening treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, lid 2 van de Monumentenwet 1988.

  • 3. De verordening kan worden aangehaald als: Monumentenverordening Putten.