Regeling vervallen per 17-06-2021

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES Vastgesteld bij besluit v.d. raad van 4-9-2003, nr. GRIFFIER/2003/6662 en gewijzigd bij besluit v.d. raad van 8-5-2006 nr. GRIFFIER/2006/5986 (1), 7-9-2006, nr. GRIFFIER/2006/8375 (2), 26-4-2007 nr. GRIFFIER/2007/5773 (3), 6-3-2008 nr. BPO/2007/17037 (4), 22-4-2010 nr. 185999 (5), 30-6-2011 nr. 209598 (6), 30-6-2011 nr. 228486 (7), 12-1-2012 nr. 242518 (8), 20-5-2014 nr. 357743 (9), 28-1-2016 nr. 435339 (10), 29-9-2016 nr. 446985 (11), 7-5-2018, nr. 700172 (12)

Geldend van 22-06-2018 t/m 16-06-2021

Intitulé

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES Vastgesteld bij besluit van de raad van 4 september 2003, nr. GRIFFIER/2003/6662 en gewijzigd bij besluit van de raad van 8 mei 2006 nr. GRIFFIER/2006/5986 (1e), 7 september 2006, nr. GRIFFIER/2006/8375 (2e), 26 april 2007 nr. GRIFFIER/2007/5773 (3e), 6 maart 2008 nr. BPO/2007/17037 (4e), 22 april 2010 nr. 185999 (5e), 30 juni 2011 nr. 209598 (6e), 30 juni 2011 nr. 228486 (7e), 12 januari 2012 nr. 242518 (8e), 20 mei 2014 nr. 357743 (9e), 28 januari 2016 nr. 435339 (10e), 29 september 2016 nr. 446985 (11e), 7 mei 2018, nr. 700172 (12e)

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van de griffier van 7 mei 2018, nr. 700172;

besluit:

de Verordening op de raadscommissies gemeente Putten als volgt te wijzigen (12e wijziging)

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid:

    lid van een raadscommissie

  • b.

    voorzitter:

    voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiesecretaris:

    secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier:

    griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering:

    vergadering van een raadscommissie.

HOOFDSTUK 2 Instelling, Taken en Samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

    • 1.

      De raad stelt de volgende raadscommissies in:

      • a.

        De commissie Ruimte.

      • b.

        De commissie Samenleving.

      • c.

        De commissie Economie, Bestuur en Openbare Ruimte.

    • 2.

      De raadscommissie Ruimte overlegt over ruimtelijke ordening, wonen/ volkshuisvesting, vergunningverlening/bouwen, milieu (ODNV), grondzaken, Rimpeler, project Omgevingswet en monumenten.

    • 3.

      De raadscommissie Samenleving overlegt over welzijn, Wmo-zorg, jeugdbeleid en jeugdzorg, participatie en sociale zaken, sport, onderwijs, volksgezondheid, cultuur en erfgoed.

    • 4.

      De commissie Economie, Bestuur en Openbare Ruimte overlegt over financiën, economie, recreatie en toerisme, openbare ruimte (inclusief mobiliteit), openbare orde en veiligheid, organisatieontwikkeling en bedrijfsvoering, burgerzaken, internationale betrekkingen, handhavingsbeleid, regionale samenwerking, burgerparticipatie en communicatie, projecten dorpscentrum, dienstverlening (incl. gebouwen) en nieuwe woningbouwlocaties, en duurzaamheid.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    a.Het voeren van overleg met het college of de burgemeester over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen dan wel het uitbrengen van een advies over een dergelijk voorstel of onderwerp.

  • b.

    Het voeren van overleg met het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid genoemde onderwerpen.

  • c.

    Het uitbrengen van een advies aan de raad uit eigener beweging.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit maximaal twee raadsleden per fractie.

  • 2. De raadsleden worden door de raad op voordracht van de desbetreffende fractie benoemd.

  • 3. De raad kan per fractie in plaats van raadsleden als bedoeld in lid 1 van dit artikel ook personen van buiten de raad tot commissielid benoemen. Indien de benoeming binnen 36 maanden na de raadsverkiezingen plaatsvindt, hoeven deze personen niet op de kandidatenlijst gestaan te hebben tijdens de laatste verkiezingen van de raad.

  • 4. Bij de behandeling van de agendapunten treedt per agendapunt per fractie één commissielid als woordvoerder op.

  • 5. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 6. Voordat een commissielid, geen raadslid zijnde, zijn functie mag uitoefenen, legt hij in het openbaar in handen van de burgemeester de volgende eed (belofte) af: "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de commissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" ("Dat verklaar en beloof ik!").

  • 7. Bij verhindering of ontstentenis van een lid een vergadering bij te wonen kan deze zich laten vervangen door een lid van een andere commissie (raadslid of lid, geen raadslid zijnde). Dit plaatsvervangende lid heeft in dit geval dezelfde rechten en plichten als het lid dat wordt vervangen.

Artikel 5 Voorzitter

(Vervallen)

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid en van een voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid van een raadscommissie te zijn indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 4, vijfde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan een voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid en een voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 4 en 5.

Artikel 7 Griffier en commissiesecretaris

  • 1. De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar, als commissiesecretaris.

  • 2. De commissiesecretaris is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een andere medewerker van de griffie.

HOOFDSTUK 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

(Vervallen)

Artikel 9 Gemeentesecretaris

(Vervallen)

HOOFDSTUK 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

(Vervallen)

Artikel 11 Oproep

  • 1. De commissiesecretaris zendt namens het presidium ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden ter beschikking gesteld.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden ter beschikking gesteld.

Artikel 12 De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan het presidium na het ter beschikking stellen van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast.

  • 3. Wanneer een raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vagen. Het presidium bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 13 Ter beschikking stellen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met de oproep voor een ieder ter beschikking gesteld. Het presidium maakt van de ter beschikking stelling melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14.

  • 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de commissiesecretaris en verleent de commissiesecretaris een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de oproep door aankondiging in een plaatselijk verschijnend blad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente openbaar gemaakt.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

  • 1. De commissiesecretaris draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en commissiesecretaris door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Vervallen

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over elk willekeurig onderwerp dat tot het taakveld van de desbetreffende raadscommissie behoort. Aanwezige burgers die het woord willen voeren met betrekking tot een onderwerp dat op de agenda staat kunnen het woord voeren voorafgaand aan de behandeling van het betreffende agendapunt.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit daartoe voor het begin van de vergadering bij de voorzitter of commissiesecretaris met de mededeling van het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal drie minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan tien sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. Ook kunnen de leden door de commissievoorzitter in de gelegenheid worden gesteld aan de spreker vragen te stellen over hetgeen hij heeft gezegd.

  • 7. Wanneer commissieleden over hetgeen is ingesproken of over het agendapunt waaraan voorafgaand is ingesproken, hebben gesproken, krijgt de spreker eenmaal de gelegenheid hierop te reageren gedurende maximaal 1,5 minuut. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

Artikel 18 Besluitenlijst

  • 1. De ontwerpbesluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden ter besschikking gesteld gelijktijdig met de oproep.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van de besluitenlijst bij de commissiesecretaris te worden ingediend.

  • 4. De besluitenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiesecretaris, burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben. Afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      voor zover de commissie advies verstrekt een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De besluitenlijst wordt opgesteld door de commissiesecretaris.

  • 6. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 19 Spreekregels

(Vervallen)

Artikel 20 Volgorde sprekers

(Vervallen)

Artikel 21 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22 Spreektijd

(Vervallen)

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaatsheeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 2. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 3. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

(Vervallen)

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 29 Notulen

  • 1. De notulen van een besloten vergadering worden aan de leden ter vaststelling toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende besloten vergadering, tenzij niet bekend is wanneer de volgende besloten vergadering wordt gehouden. In dat geval worden deze notulen ter vaststelling aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende openbare vergadering. Een besloten vergadering wordt dan na afloop van de openbare vergadering gehouden.

  • 2. Tijdens de besloten vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 30 Geheimhouding

(Vervallen)

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

HOOFDSTUK 6 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons

(Vevallen)

HOOFDSTUK 7 Slotbepalingen

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking en niet eerder dan op 1 januari 2004.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de Verordening raadscommissie van de raad van de gemeente Putten, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 maart 2002 en sedertdien gewijzigd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Putten van 17 mei 2018, de griffier M.J. Florijn-Bonhof de voorzitter H.A. Lambooij