Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten

Geldend van 17-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN

Vastgesteld bij besluit van de raad van 6 november 2009 nr. 171104

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnengraf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

algemeen graf:

een graf, bij de gemeente in beheer, dienende tot het begraven van een stoffelijk overschot of het doen bijzetten van een asbus met of zonder urn;

eigen urnennis:

een nis ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

rechthebbende:

degene, aan wie het uitsluitend recht tot het begraven en begraven houden of het bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een eigen graf of het bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een eigen urnennis is verleend, of die dat door overschrijving heeft verworven;

gedenkteken:

een voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en figuren, waaronder kettingen, hekwerken en randen;

herdenkingssteen:

een voorwerp bedoeld voor het aanbrengen van herinneringsplaatjes;

asverstrooiveld:

een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats Schootmanshof, bestemd voor het doen verstrooien van as;

beheersverordening:

de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Putten, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 juli 2004, nr. WB/2004/6323.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verrichten van diensten aldaar.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag, dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tariefstelling

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Vrijstellingen

  • 1.

    Het recht bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt niet geheven voor het begraven of bijzetten van doodgeborenen of kort na de geboorte overleden kinderen, die in één kist met hun overleden moeder worden begraven of bijgezet.

  • 2.

    Voor het begraven of bijzetten van doodgeborenen of kort na de geboorte overleden kinderen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven of bijgezet, wordt het recht eenmaal geheven.

  • 3.

    De rechten bedoeld in 6.1 van de tarieventabel worden niet geheven voor het op rechter-lijk gezag opgraven of lichten en weer in dezelfde grafruimte begraven van een lijk.

  • 4.

    Het recht bedoeld in 5.1 van de tarieventabel wordt niet geheven wanneer bij overlijden het recht wordt overgeschreven op naam van de overblijvende echtgenoot of echtgenote.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in 4.3 tot en met 4.6 van de tarieventabel, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 4.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in 4.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel worden geheven naar de toestand per 1 januari van het belastingjaar, volgende op dat waarin de uitgifte van het eigen graf of de eigen urnennis heeft plaatsgevonden, dan wel de vergunning voor het aanbrengen van een gedenkteken of voor het gebruik van de herdenkingssteen is verleend.

  • 2.

    Vervalt een eigen graf of eigen urnennis of vervallen voorwerpen van een graf of de herdenkingssteen aan de gemeente, dan blijven de rechten verschuldigd tot en met 31 december van het jaar, waarin dit graf of die voorwerpen aan de gemeente vervalt of vervallen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De onderhoudsrechten zijn verschuldigd in één termijn, welke vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De overige rechten zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde rechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, juncto artikel 300 van de Gemeentewet, met uitzondering van de rechten als bedoeld in artikel 10, lid 1.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding van citeertitel

  • 1.

    De "Verordening lijkbezorgingsrechten" van 14 november 2008, sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten".