Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Geldend van 14-11-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Vastgesteld bij besluit van de raad van 1 november 2012 nr.283607 en gewijzgid bij besluit van 31 oktober 2013 nr. 323991 (1e)

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013, nr. 323986;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de eerste wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

particulier graf:

  • een graf, urnengraf en grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

particulier urnengraf:

  • een graf, grafkelder daaronder begrepen, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

algemeen graf:

  • een graf, bij de gemeente in beheer, dienende tot het begraven van een stoffelijk overschot of het doen bijzetten van een asbus met of zonder urn;

particuliere urnennis:

  • een nis ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urn:

  • een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus:

  • een bus ter berging van as van een overledene;

rechthebbende:

  • degene, aan wie het uitsluitend recht tot het begraven en begraven houden of het bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een particulier graf of het bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een particuliere urnennis is verleend, of die dat door overschrijving heeft verworven;

gedenkteken:

  • een voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en figuren, waaronder kettingen, hekwerken en randen;

herdenkingsmonument:

  • een object bedoeld voor het bevestigen van herinneringsplaatjes;

asverstrooiveld:

  • een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats Schootmanshof, bestemd voor het doen verstrooien van as;

beheersverordening:

  • de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Putten, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 juli 2004, nr. WB/2004/6323;

particulier kindergraf:

  • een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van personen die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van personen die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebbeneikt;r

algemeen kindergraf:

  • een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot:

    • -

      het doen begraven van lijken van personen die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt;

    • -

      het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen van personen die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebbe bereikt;

herdenkingsplaatje:

  • een plaatje om te worden bevestigd op het herdenkingsmonument;

herinneringsplaats:

  • aan aangewezen plaats op de begraafplaats Schootmanshof voor het begraven van menselijke vruchten;

herinneringsmonument:

  • een object bedoeld voor het bevestigen van herinneringstranen;

herinneringstraan:

  • een plaatje om te worden bevestigd aan het herinneringsmonument.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verrichten van diensten aldaar.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag, dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tariefstelling

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Vrijstellingen

  • 1. Het recht bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt niet geheven voor het begraven of bijzetten van doodgeborenen of kort na de geboorte overleden kinderen, die in één kist met hun overleden moeder worden begraven of bijgezet.

  • 2. Voor het begraven of bijzetten van doodgeborenen of kort na de geboorte overleden kinderen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven of bijgezet, wordt het recht eenmaal geheven.

  • 3. De rechten bedoeld in 6.1 van de tarieventabel worden niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven of lichten en weer in dezelfde grafruimte begraven van een lijk.

  • 4. Het recht bedoeld in 5.1 van de tarieventabel wordt niet geheven wanneer bij overlijden het recht wordt overgeschreven op naam van de overblijvende echtgenoot of echtgenote.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in 4.3 tot en met 4.7 van de tarieventabel, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 4.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in 4.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel worden geheven naar de toestand per 1 januari van het belastingjaar, volgende op dat waarin de uitgifte van het particuliere graf of de particuliere urnennis heeft plaatsgevonden, dan wel de vergunning voor het aanbrengen van een gedenkteken of voor het gebruik van de herdenkingssteen is verleend.

  • 2. Vervalt een particulier graf of particuliere urnennis of vervallen voorwerpen van een graf of de herdenkingssteen aan de gemeente, dan blijven de rechten verschuldigd tot en met 31 december van het jaar, waarin dit graf of die voorwerpen aan de gemeente vervalt of vervallen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De onderhoudsrechten zijn verschuldigd in één termijn, welke vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De overige rechten zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde rechten wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, juncto artikel 300 van de Gemeentewet, met uitzondering van de rechten als bedoeld in artikel 10, lid 1.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding van citeertitel

  • 1.

    De Verordening lijkbezorgingsrechten van 4 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als Verordening lijkbezorgingsrechten.

Tarieventabel

behorende bij "Verordening lijkbezorgingsrechten"

HOOFDSTUK 1 VERLENEN VAN RECHTEN

1.1.

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 30 jaar wordt geheven

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een periode van 30 jaar wordt geheven

1.134,00

567,00

1.2.

1.2.1

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven

voor een periode van 10 jaar

724,00

1.2.2.

voor een periode van 20 jaar

1.134,00

1.2.3.

voor een periode van 30 jaar

1.580,00

1.3.

Voor het verlenen van het recht op het gebruik van de herdenkingssteen voor het aanbrengen van een herinneringsplaatje, voor een periode van 10 jaar of het nadien verlengen voor eenzelfde periode, wordt een recht geheven van

148,00

1.3.1.

Voor het aanbrengen van een herinneringstraan op het herinneringsmonument

25,00

1.4.

Voor het verstrooien van as op het asverstrooiveld wordt per asbus een recht geheven van

216,00

1.5.

1.5.1.

1.6.

1.6.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven van

Idem, voor een verlenging met 20 jaar

Voor het verlenen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1 met 10 jaar worden een recht geheven van

Idem, voor een verlenging met 20 jaar

378,00

756,00

189,00

378,00

1.7.

Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.2 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het recht als bij 1.2.1.

1.8.

Wanneer een bijzetting plaatsvindt in een reeds uitgegeven graf, waarvan de resterende periode van het verleende uitsluitend recht korter is dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar, dient verlenging plaats te vinden. Het tarief bedraagt per jaar dat verlenging noodzakelijk is, een tiende deel van het tarief als vermeld in de artikelen 1.5 of 1.6.

HOOFDSTUK 2 BEGRAVEN

2.1.

Voor het begraven of herbegraven van een stoffelijk overschot wordt geheven:

2.1.1.

in een particulier graf (klasse I)

960,00

2.1.2.

in een particulier graf (klasse II)

480,00

2.1.3.

in een particulier kindergraf

360,00

2.1.4.

2.1.5.

in een algemeen graf

in een algemeen kindergraf

480,00

240,00

2.1.6.

Voor het begraven van menselijke vruchten op de herinneringsplaats

75,00

2.2

Voor een door burgemeester en wethouders verleende ontheffing, om onder voorwaarden het begraven in één graf van drie stoffelijke overschotten mogelijk te maken, zoals bedoeld in artikel 10 van de Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen, wordt een recht geheven van

€ 

310,00

HOOFDSTUK 3 BIJZETTEN VAN ASBUSSEN EN URNEN/ASVERSTROOIING

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1.

in een urnennis

480,00

3.1.2.

in een particulier graf (klasse I)

960,00

3.1.3.

in een particulier graf (klasse II)

480,00

3.1.4.

in een particulier kindergraf

360,00

3.1.5.

3.1.6.

in een algemeen graf

in een algemeen kindergraf

480,00

240,00

HOOFDSTUK 4 GRAFBEDEKKING EN ONDERHOUD

4.1.

Voor het afgeven van een vergunning terzake van het plaatsen, ver- en herplaatsen van voorwerpen op graven, zoals bedoeld in de beheersverordening voor de begraafplaatsen en het stichten van grafkelders, wordt geheven:

4.1.1

voor de aanleg van een grafkelder (exclusief de rechten als genoemd in Hoofdstuk 1 en 2)

1.134,00

4.1.2.

voor het openen en sluiten van een grafkelder

282,00

4.1.3.

voor het plaatsen van één of meer voorwerpen, zoals gedenktekens, zerken, kruisen, hekken en dergelijke op een eigen of een algemeen graf

62,00

4.1.4.

voor het verwijderen en opnieuw plaatsen van de in 4.1.3. genoemde voorwerpen

137,00

4.1.5.

voor het verplaatsen van de in 4.1.3 genoemde voorwerpen in verband met het lichten en overbrengen van een stoffelijk overschot of asbus naar een ander graf, dan wel urnennis

282,00

4.1.6

voor het aanbrengen van een grafgroenraam ten tijde van de teraardebestelling

26,50

4.2.

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaatsen wordt geheven:

4.2.1.

voor een particulier graf met voorwerp, per jaar

85,50

4.2.2.

4.2.3

voor een particulier graf, zonder voorwerp, per jaar

voor een particulier kindergraf met voorwerp, per jaar

42,75

42,75

4.2.4.

4.2.5.

voor een algemeen graf, waarop een liggende gedenksteen is geplaatst, eenmalig een bedrag van

voor een algemeen kindergraf, waarop een liggende gedenksteen is geplaatst, eenmalig een bedrag van

601,00

401,00

4.2.6.

voor een urnennis: onderhoudskosten urnenmuur, per jaar

88,50

4.2.7.

voor een urnennis: onderhoudskosten begraafplaats, per jaar

27,75

4.2.8.

voor de herdenkingssteen: onderhoudskosten, per jaar

7,50

4.2.9.

voor de herdenkingssteen: onderhoudskosten begraafplaats, per jaar

27,75

4.3.

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2.1 tot en met 4.2.3 kunnen worden afgekocht voor onbepaalde tijd, overeenkomend met de periode dat een uitsluitend recht op een graf is gevestigd, door voldoening van een som ineens:

4.3.1.

voor een graf met voorwerp

2.270,00

4.3.2.

4.3.3

voor een graf zonder voorwerp

voor een kindergraf met voorwerp

1.135,00

1.135,00

4.3.4.

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2.1. tot en met 4.2.3. kunnen, nadat voor het graf gedurende 30 jaar onderhoudsrecht is betaald, worden afgekocht voor een periode van 10 jaar, door voldoening van een som ineens:

4.3.5

voor een graf met voorwerp

756,00

4.3.6

4.3.7

voor een graf zonder voorwerp

voor een kindergraf met voorwerp

378,00

378,00

4.4.

Het recht als bedoeld in 4.2.6 kan worden afgekocht door voldoening van een som ineens:

4.4.1.

voor een periode van 20 jaar

1.191,00

4.4.2.

voor een periode van 30 jaar

1.573,00

4.5.

Het recht als bedoeld in 4.2.7 kan worden afgekocht door voldoening van een som ineens:

4.5.1.

voor een periode van 20 jaar

379,00

4.5.2.

voor een periode van 30 jaar

503,00

4.6.

Het recht als bedoeld in 4.2.8 kan worden afgekocht voor een periode van 10 jaar door voldoening van een som ineens van

62,00

4.7

Het recht als bedoeld in 4.2.9 kan worden afgekocht

door voldoening van een som ineens:

4.7.1.

voor een periode van 10 jaar

218,00

4.7.2.

voor een periode van 20 jaar

379,00

4.7.3.

voor een periode van 30 jaar

503,00

4.8.

Indien de in de artikelen 4.3 tot en met 4.7 genoemde afkoopsommen worden voldaan vóór de vervaldag van de jaarlijkse aanslag voor de onderhoudskosten van een graf, urnennis of herdenkingssteen, zal deze aanslag volledig worden verminderd.

HOOFDSTUK 5 OVERBOEKEN VAN PARTICULIERE GRAVEN EN URNENNISSEN

5.1.

Voor het overboeken van particuliere graven of particuliere urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

29,50

HOOFDSTUK 6 OPGRAVEN, RUIMEN

6.1.

Voor het ruimen van een particulier graf op verzoek van de belanghebbende, waarbij de stoffelijke overschotten in één kist in hetzelfde graf worden begraven, wordt geheven

1.032,00

6.2.

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot ter overbrenging hiervan naar een ander graf op de algemene begraafplaatsen wordt geheven

1.032,00

6.3.

Voor het lichten van een asbus ter overbrenging naar een andere nis op de begraafplaats, wordt geheven

258,00