Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Putten

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE PARTICIPATIEWET

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2015, nr. 370116;

gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Participatiewet;

besluit:

in te trekken de Verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Putten;

vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Cliëntenraad

  • 1. De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college.

  • 2. De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken personen.

  • 3. De cliëntenraad bestaat uit maximaal 6 personen.

  • 4. De cliëntenraad kent boventallige zetels voor gewezen cliënten voor de duur van maximaal een jaar.

Artikel 2 Benoeming en zittingsduur

  • 1. Het college benoemt de leden van de cliëntenraad voor een periode van 3 jaar.

  • 2. De cliëntenraad benoemt uit zijn midden een voorzitter voor een termijn van 3 jaar.

  • 3. Leden zijn na het verstrijken van hun zittingsduur onmiddellijk herbenoembaar;

  • 4. Het lidmaatschap vervalt bij het beëindigen van de uitkering. De betreffende cliënt kan overeenkomstig artikel 1 lid 4 direct aansluitende maximaal 12 maanden een boventallige zetel innemen.

  • 5. Het college ontslaat een lid op eigen verzoek of naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de cliëntenraad.

Artikel 3 Ambtelijk secretaris

Het college stelt een ambtenaar van de gemeente aan als ambtelijk secretaris om te waarborgen dat de cliëntenraad in staat is zijn taken naar behoren te vervullen. Tevens kan de beleidsmedewerker Werk en Inkomen ambtelijk worden toegevoegd.

HOOFDSTUK 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR, HET COLLEGE, DE CLIËNTENRAAD EN DE AMBTELIJK SECRETARIS

Artikel 4 Taken van gemeentebestuur

  • 1. Het gemeentebestuur vraagt over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies aan de cliëntenraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2. Van een tijdstip als bedoeld in het eerste lid is sprake als de adviesaanvraag aan de cliëntenraad wordt toegezonden uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen.

Artikel 5 Ondersteuning cliëntenraad

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:

  • a.

    stelt het een vergaderruimte ter beschikking;

  • b.

    geeft het de leden van de cliëntenraad toegang tot kantoormiddelen zoals een kopieermachine en een printer;

  • c.

    zorgt het ervoor, met inachtneming van artikel 4, tweede lid, dat adviesaanvragen en conceptbeleid de ambtelijk secretaris tijdig bereiken;

  • d.

    stelt het ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als daarom door de cliëntenraad is verzocht;

  • e.

    zorgt het ervoor dat aan de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt voor zover dat nodig is voor het naar behoren functioneren van de cliëntenraad;

  • f.

    verstrekt het de informatie, bedoeld onder e, op een zodanig tijdstip dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming, en

  • g.

    indien van toepassing, ziet het erop toe dat de cliëntenraad wordt geïnformeerd over de redenen van afwijking van het door de cliëntenraad gevraagd of ongevraagd gegeven advies.

Artikel 6 Taken, bevoegdheden en werkwijze van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad vergadert minimaal 3 maal per jaar.

  • 2. De cliëntenraad overlegt in beginsel eenmaal per jaar met de portefeuillehouder.

  • 3. De voorzitter is bevoegd de cliëntenraad bijeen te roepen wanneer hij dit nodig acht. Op verzoek van minimaal 3 leden kan een extra vergadering worden uitgeschreven.

  • 4. De cliëntenraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit in verband met door het college of de gemeenteraad voorgenomen beleid.

  • 5. Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk tien werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.

  • 6. De cliëntenraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften, andere zaken met betrekking tot een individuele persoon en in zaken betreffende de uitvoering van het beleid.

  • 7. Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit dient te geschieden uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering door toezending aan de voorzitter.

  • 8. Adviezen worden bij meerderheid van stemmen uitgebracht.

  • 9. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.

  • 10. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 11. De cliëntenraad kan geen advies uitbrengen indien niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 12. Indien niet voldaan is aan het in het vorige lid gestelde aantal, kan in de eerstvolgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, een advies worden uitgebracht over die voorstellen waaromtrent in de vorige vergadering geen advies kon worden uitgebracht.

  • 13. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in het voorstel of advies opgenomen.

  • 14. Het advies van de cliëntenraad wordt vermeld op alle beleidsstukken die bestemd zijn voor het college en de raad.

  • 15. In het geval het college afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel gemotiveerd vermeld.

Artikel 7 Geheimhoudingsplicht

Op de cliëntenraad is het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 8 Taken van de ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris:

  • 1.

    draagt in overleg met de cliëntenraad zorg voor een vergaderreglement en ziet toe op de naleving ervan;

  • 2.

    stelt voor aanvang van het kalenderjaar in overleg met de voorzitter van de cliëntenraad een vergaderkalender samen;

  • 3.

    stelt in overleg met de voorzitter van de cliëntenraad voorafgaand aan iedere vergadering de agenda samen;

  • 4.

    verzendt de uitnodigingen en, indien van toepassing, conceptbeleid en adviesverzoeken, met inachtneming van artikel 3, tweede lid, uiterlijk tien werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt aan de leden;

  • 5.

    ziet erop toe dat adviesvragen en conceptbeleid de leden op een zodanig tijdstip bereiken dat zij hun rol effectief kunnen vervullen. Indien nodig last hij een tussentijds extra overleg in; en

  • 6.

    maakt een verslag van de vergaderingen en zendt deze gelijktijdig met de uitnodiging van de volgende vergadering aan de leden.

HOOFDSTUK 3 VERGOEDING EN NADERE REGELS

Artikel 9 Vergoeding cliëntenraad

  • 1. De leden van de cliëntenraad ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden. Deze is gelijk aan de vergoeding welke wordt toegekend aan leden van adviescommissies.

  • 2. De vergoeding wordt aangemerkt als onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk. Deze wordt als zodanig niet in mindering gebracht op uitkeringen welke de leden ontvangen, voor zover deze vergoeding niet uitgaat boven de maximale vrij te laten kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder k van de Participatiewet.

Artikel 10 Nadere regels

  • 1. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de verordening.

  • 2. Voordat het college nadere regels stelt wordt de cliëntenraad hierover gehoord.

  • 3. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Intrekken oude verordening

De Verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Putten wordt ingetrokken per 1 januari 2015.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Putten.

Bijlage TOELICHTING ALGEMEEN

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • 1.

    die algemene bijstand ontvangen;

  • 2.

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • 3.

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • 4.

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • 5.

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • 6.

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • 7.

    personen zonder uitkering;

en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Bijlage ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

 

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college.

 

Tweede lid 

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).

 

Derde lid

In dit lid is geregeld uit hoeveel personen de cliëntenraad bestaat.

 

Vierde lid

Dit lid moet worden bezien in samenhang met artikel 2 lid 4 van de verordening. Cliënten die een uitkering van de gemeente ontvangen kunnen deel uitmaken van de cliëntenraad. Indien de uitkering beëindigd wordt zou het lidmaatschap van de cliëntenraad per diezelfde datum beëindigd moeten worden. Door middel van dit lid is het mogelijk dat lidmaatschap na beëindiging van de uitkering gedurende 12 maanden na beëindiging van die uitkering nog mogelijk is.

 

Artikel 2 Benoeming en zittingsduur

 

Eerste lid

In dit lid is de benoemingsperiode geregeld.

Tweede lid

Er is uitdrukkelijk voor gekozen om de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt. Om te voorkomen dat de belangen die worden vertegenwoordigd door de voorzitter te prominent in beeld komen, is in de functie van een ambtelijk secretaris voorzien (zie artikel 3). De ambtelijk secretaris verzorgt met de voorzitter de agendering. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van 3 jaar. Deze duur is gekoppeld aan  de benoemingsduur van de cliëntenraad.

Artikel 3 Ambtelijk secretaris

Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtelijk secretaris aan de cliëntenraad toegevoegd. Deze kan de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en de cliëntenraad anderzijds stroomlijnen.

 

 

HOOFDSTUK 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR, HET COLLEGE, DE CLIËNTENRAAD EN DE AMBTELIJK SECRETARIS

 

Artikel 4 Taken van het gemeentebestuur

Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies vragen aan de cliëntenraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk 4 weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen, wordt toegezonden aan de cliëntenraad, dan kan het advies van de cliëntenraad van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.

Nadere toelichting als het derde lid overgenomen wordt

Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.

Artikel 5 Ondersteuning cliëntenraad

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de cliëntenraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad.

Artikel 6 Taken, bevoegdheden en werkwijze van de cliëntenraad

De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Het advies wordt uiterlijk 10 werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.

Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.

Ieder lid van de cliëntenraad is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit moet uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering gebeuren. De agendapunten moeten worden gezonden aan de voorzitter.

 

Artikel 7 Geheimhoudingsplicht

In dit artikel is geregeld dat voor leden van de cliëntenraad de geheimhoudingsplicht geldt.

 

Artikel 8 Taken van de ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college enerzijds en de cliëntenraad anderzijds. De ambtelijk secretaris zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk secretaris (mede) is belast met de agendering en verslaglegging kan hij/zij ervoor waken dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen. De ambtelijk secretaris verzendt de uitnodigingen aan de leden uiterlijk tien werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt.

 

 

HOOFDSTUK 3 VERGOEDING EN NADERE REGELS

 

Artikel 9 Vergoeding cliëntenraad

In dit artikel is de vergoeding geregeld die de leden ontvangen voor hun werkzaamheden. Er is hierbij een koppeling gemaakt met leden van andere adviescommissies. Op deze wijze ontvangen alle leden van de gemeentelijke adviescommissies dezelfde vergoeding.

Tevens is geregeld dat de vergoeding wordt aangemerkt als onkostenvergoeding zodat de vergoeding niet aangemerkt wordt als middels in de Participatiewet. De vergoeding bedraagt in 2014 € 75,05 per vergadering en ligt hiermee onder het maximale vrij te laten bedrag voor vrijwilligerswerk van € 95,-- per maand. Deze vrijlating is geregeld in artikel 7 onderdeel h van de Regeling Wwb, Ioaw en Ioaz.

 

Artikel 10 Nadere regels

In dit artikel is geregeld dat er nadere regels gesteld kunnen worden door het college en dat, indien het college deze regels stelt, de cliëntenraad hierover hoort.

Tevens is geregeld het college beslist in gevallen waarin de verordening niet voorziet.