Regeling briefadres gemeente Putten 2019

Geldend van 12-07-2019 t/m heden

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Putten 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

gelet op:

  • -

    artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

  • -

    artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP);

  • -

    de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP);

  • -

    artikel 4:81 en.4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de circulaire "BRP en briefadres" van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 november 2016, met kenmerk 2016-0000656211;

besluit:

vast te stellen de navolgende Regeling briefadres Putten 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    briefadres:

    het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • -

    briefadresgever:

    de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 Wet BRP, die een briefadres ter beschikking stelt;

  • -

    briefadreshouder:

    de ingezetene in de Basisadministratie Personen die een briefadres houdt;

  • -

    college:

    het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gezinshuishouden:

    • -

      twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • -

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • -

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd als bedoeld in artikel 2:43 van de Wet BRP;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft zoals bedoeld in artikel 29 Besluit BRP;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    • g.

      langdurig vermiste persoon;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen als bedoeld in artikel 2.41 van de Wet BRP niet wenselijk is.

Artikel 3 voorwaarden

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt op grond van de artikelen 2.38 tot en met 2.40 en 2.43 van de wet BRP.

  • 2.

    De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen zoals bedoeld in artikel 2.45 van de wet BRP.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      Een geldig identiteitsbewijs van de aangever;

    • b.

      De schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      Een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      Een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, eerste lid.

  • 4.

    Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5.

    Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2, lid 1 onder f en g, dient de noodzakelijkheid te blijken uit een onderliggend dossier.

  • 6.

    De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

  • 7.

    Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing als de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 onder b van de Wet BRP.

Artikel 4 Onvolledige aangifte

  • 1.

    De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aangifte niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4.

    Indien de aangifte onvolledig is en niet binnen de in dit artikel bedoelde termijn is aangevuld zal de aangifte buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, tenzij hij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, lid 1 onder f en lid 4;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop al aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 7.

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden. Deze termijn kan met maximaal drie maanden worden verlengd.

  • 2.

    Een briefadres op grond van artikel 2, eerste lid onder c en d mag gekozen worden voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3.

    Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 4.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 5.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 6.

    Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 Bestuurlijke boete

  • 1.

    Onverminderd het gestelde in artikel 2 tot en met 6 is zowel de briefadresgever als de briefadresnemer verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2.

    De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3.

    Aan degene die niet voldoet aan de verplichting als bedoeld in eerste lid kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste 325 euro.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt gepubliceerd.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Putten 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019,

Ondertekening

de secretaris,

mr. F.E. Contant

de locoburgemeester,

R. Koekkoek