Regeling vervallen per 01-12-2020

Uitvoeringsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Putten

Geldend van 27-03-2020 t/m 30-11-2020

Intitulé

Uitvoeringsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Putten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen Uitvoeringsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Putten

1. Doel van de uitvoeringsregels

Het doel van de uitvoeringsregels is om:

  • particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur te informeren over de te volgen procedure;

  • aanvragen voor het plaatsen van oplaadinfrastructuur en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op een zelfde en gelijkwaardige manier te kunnen beoordelen en af te handelen.

Deze uitvoeringsregels zijn alleen van toepassing op publieke oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte op of aan de openbare weg, waaronder ook openbare P&R-terreinen.

2. Juridisch kader

Laadpaal als wegmeubilair

Artikel 2:10 van de APV gaat over het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan. In lid 1 staat dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, zie kader. In lid 4 staat dat het College ontheffing kan verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Artikel 2:10 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    […]

  • 3.

    […]

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

De gemeente Putten is echter van mening dat een laadpaal (of andere oplaadinfrastructuur) valt onder 'het gebruik van een weg overeenkomstig de publieke functie van een weg'. Een laadpaal wordt daarmee dan gezien als een voorwerp dat onderdeel is van de publieke functie van een weg en dient tot algemeen nut, namelijk het aanbieden van stroom. Verder, als een openbare oplaadvoorziening voor een elektrisch voertuig in overeenstemming is met de publieke functie geldt de vergunningsplicht niet. Een oplaadvoorziening voor elektrische voertuigen wordt geacht in overeenstemming te zijn met de publieke functie als er voldaan wordt aan de uitvoeringsregels (dit document) en de gemeente toestemming heeft gegeven voor het plaatsen van een oplaadvoorziening voor elektrische voertuigen. Hiermee is een laadpaal vergunning vrij en hoeft er geen ontheffing te worden verleend op basis van artikel 2:10 APV. Met deze stelling vervalt een sturingsmiddel voor het plaatsen van laadpalen, maar deze kan door het wel of niet afgeven van een verkeersbesluit worden opgevangen.

Enkele voordelen van deze werkwijze is:

  • Snelheid in het realisatieproces: het scheelt tijd voor de gemeente, omdat alle verantwoordelijkheden en eisen al eenmaal zijn vastgelegd in de overeenkomst en hoeven zodoende niet per aanvraag in een APV vastgelegd te worden. Door middel van een 'Instemmingsbesluit voor het plaatsen van een Oplaadobject' kan de goedkeuring per locatie gedaan worden en daarin wordt dan verwezen naar de overeenkomst met de marktpartij.

  • Financieel voordeel: zowel de gemeente als de marktpartij die laadpalen realiseert hoeven deze kosten niet voor haar rekening te nemen. Jaarlijkse indexering van de kosten is niet nodig.

Verkeersbesluit

Wanneer de gemeente bereid is een instemmingsbesluit te verlenen voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de weg, dan ligt het voor de hand dat de gemeente de parkeerplaats(en ) bij de oplaadvoorziening ook aanwijst als parkeerplaats voor alléén het opladen van elektrische voertuigen. Het college van burgemeester en wethouders kan hiertoe op grond van art. 18 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) jo. art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) een verkeersbesluit nemen. In zo'n verkeersbesluit wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) door middel van het plaatsen van het verkeersbord E4 met onderbord 'opladen elektrische voertuigen'.

afbeelding binnen de regeling E4: Parkeergelegenheid

afbeelding binnen de regeling Onderbord: "opladen elektrische voertuigen"

Overige vergunningen / ontheffingen

Voor het aansluiten van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op het bestaande elektriciteitsnetwerk moet de aansluiting worden aangevraagd via www.opbrekingen.nl (MOOR). Leidingenverordening en het Handboek Kabels en Leidingen zijn van toepassing op degene die de kabels gaat leggen.

3. Uitvoeringsregels

1. Begripsbepalingen

In de uitvoeringsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    elektrische voertuigen:

    een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig;

  • b.

    oplaadinfrastructuur:

    het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • c.

    oplaadpaal:

    een oplaadobject in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen;

  • d.

    aanvrager:

    de aanbieder van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur;

  • e.

    beheerder:

    de aanvrager van het instemmingsbesluit voor het plaatsen van een oplaadpaal;

  • f.

    gebruiker:

    • 1.

      een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Putten en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die aantoonbaar beschikt/beschikken over een elektrisch voertuig;

    • 2.

      een particulier die aantoonbaar eigenaar en/of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig en/of werkzaam is in gemeente Putten;

    • 3.

      een bezoeker met een elektrisch voertuig in de gemeente Putten;

  • g.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten.

2. Instemmingsbesluit en verkeersbesluit

Een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor het plaatsen van een of meerdere oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen kan alleen worden ingediend door de aanbieder van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur.

3. Aanvraag locatie oplaadpaal/-infrastructuur

Een aanvraag voor een voorgestelde locatie voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur bevat een foto en afmetingen van de oplaadpaal en een foto en topografische tekening van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste oplaadpaal en/of infrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven.

4. Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager toont aan dat er op de aangevraagde locatie daadwerkelijk behoefte bestaat bij gebruikers aan een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg. Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde oplaadinfrastructuur, wanneer potentiële gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische voertuig(en) op eigen terrein te (laten) parkeren en op te laden.

5. Definitieve locatie oplaadpaal/-infrastructuur

Het college bepaalt de definitieve locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:

  • a.

    Indien vastgesteld door het College, een kaart waarop de potentiële toekomstige locaties staan aangegeven waar oplaadpalen geplaatst kunnen worden.

  • b.

    Het woon en/of werkadres van de potentiële gebruiker(s).

  • c.

    De behoefte aan een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur van andere gebruikers binnen een straal van hemelsbreed 200 meter van de aangevraagde locatie.

  • d.

    Zijn er al bestaande oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur aanwezig op of aan de weg binnen de genoemde straal van 200 meter, is gebruik daarvan of clustering daarmee mogelijk.

  • e.

    Is de desbetreffende ondergrond in eigendom van de gemeente.

  • f.

    Is de locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur voldoende vindbaar en zichtbaar.

  • g.

    Is het aannemelijk dat de locatie door meerdere gebruikers gedeeld kan worden (dit om te voorkomen dat er "privéparkeerplaatsen" gecreëerd worden).

  • h.

    Kan de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur worden voorzien van twee of meer aansluitpunten en kunnen - eventueel op termijn - twee of meer parkeerplaatsen worden bediend.

  • i.

    Betreft het een bestaand parkeervak / bestaande parkeervakken.

  • j.

    Blijft de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) gewaarborgd.

  • k.

    Zijn er geen belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of (openbaar) groen.

  • l.

    Past de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur in het straatbeeld. De oplaadpaal is niet hoger dan 1,8 m en heeft RAL-kleur 7016. De oplaadpaal mag niet gebruikt worden voor reclamedoeleinden, tenzij is voldaan aan het reclamebeleid.

  • m.

    Is er sprake van geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen.

In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Indien het gebruik van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur dit toelaat, kan het college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen. Het college heeft hiervoor twee mogelijkheden:

  • 1.

    door middel van een aanpassing van het bestaande verkeersbesluit. Tegen dit aanpassingsbesluit staat bezwaar en beroep open;

  • 2.

    direct in het verkeersbesluit twee parkeerplaatsen aanwijzen en de feitelijke realisering hiervan uitstellen tot een nader door het college te bepalen datum. Ook tegen dit laatste besluit van het college staat bezwaar en beroep open, omdat dan pas het feitelijk rechtsgevolg in werking treedt (ook op de tweede parkeerplaats mag dan niet meer worden geparkeerd met een niet-elektrisch voertuig). De rechter zal in dat geval - naar verwachting - globaler toetsen.

De aanvrager toont aan de hand van het aantal uren dat de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats.

6. Volgorde besluitvorming

Het instemmingsbesluit voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur wordt eerst van kracht en kan dus pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

7. Plaatsing en beheer oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager van het instemmingsbesluit voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal/-infrastructuur en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur (hekjes, biggenruggen e.d.) zijn ook voor rekening van de beheerder, tenzij de gemeente specifiek een locatie aanwijst waar wel bescherming van de laadpaal noodzakelijk is.

8. Inrichting en beheer parkeerplaatsen

De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente. In het kader van duurzaamheid worden enkel verkeersborden van bamboe toegepast op laadlocaties.

9. Bereikbaarheid

De beheerder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal/-infrastructuur.

10. Openbaarheid oplaadpaal/-infrastructuur

De oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn/haar elektrische voertuig. De beheerder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt, via algemeen beschikbare kanalen zoals deze gebruikelijk zijn in de markt voor openbare laaddiensten.

11. Interoperabiliteit

Het oplaadpunt is interoperabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.

12. Duurzaam opgewekte stroom

Om te bewerkstelligen dat elektrisch vervoertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de beheerder van de oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur alleen gegarandeerd duurzaam opgewekte stroom (laten) leveren uit Nederland.

13. Veiligheid

De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen.

14. Aansprakelijkheid

De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden wordt veroorzaakt. Gemeente Putten is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de oplaadpaal en/of andere infrastructuur is veroorzaakt. De beheerder vrijwaart hiervoor de gemeente.

15. Betaald parkeren/vergunninghouders/blauwe zone

In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor de oplaadvakken.

16. Handhaving

Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een elektrisch voertuig met de kabel aangesloten is op het oplaadpunt.

Daarnaast wordt ook gehandhaafd op het fiscaal regime, parkeervergunning, blauwe zone en andere restricties die voor alle parkeerplaatsen gelden.

17. Intrekken/wijzigen van het instemmingsbesluit en verkeersbesluit

Indien de beheerder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan de voorschriften verbonden aan het instemmingsbesluit, kan het college het instemmingsbesluit intrekken. Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken.

Het college kan het instemmingsbesluit en/of het verkeersbesluit tevens intrekken (eventueel op verzoek van de beheerder), wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven.

In deze gevallen heeft de beheerder het recht en de plicht de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van diegene die het verzoek heeft ingediend.

Het college kan het instemmingsbesluit ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de beheerder bezien of er een alternatieve locatie voor een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de gemeente, wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na afgifte van het instemmingsbesluit. Kosten zijn voor rekening van de beheerder, wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar na afgifte van het instemmingsbesluit plaatsvindt.

18. Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur

De beheerder van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur geeft op verzoek van het college inzicht in het feitelijke gebruik hiervan.

19. Bijzondere omstandigheden

Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze uitvoeringsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur in de gemeente.

In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze uitvoeringsregels af te wijken.

20. Termijn

De Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Putten treden in werking op de dag na bekendmaking ervan.

21. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Uitvoeringsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Putten

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 maart 2020.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Putten,

secretaris,

mr. F.E. Contant

burgemeester,

H.A. Lambooij