Regels voor I: grafbedekking en II: graven, asbezorging en gedenkplaats op de gemeentelijke begraafplaats

Geldend van 01-06-2017 t/m heden

Intitulé

Regels voor I: grafbedekking en II: graven, asbezorging en gedenkplaats op de gemeentelijke begraafplaats

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede, derde en vierde lid en op artikel 17, tweede lid van de Verordening Begraafplaatsen Gemeente Putten vastgesteld op 7 oktober 2010;

besluit:

vast te stellen de volgende nadere regels voor I: grafbedekking en nadere regels voor de II: graven, asbezorging en gedenkplaats op de gemeentelijke begraafplaats.

HOOFDSTUK I GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 1 Inleiding

De nadere regels verstaan onder:

  • a.

    grafbedekking:

    gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting

  • b.

    gedenkteken:

    voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften, figuren of rand;

  • c.

    grafbeplanting:

    winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • d.

    gedenkplaat:

    afdekplaat voor de urnennis;

  • e.

    monument:

    een voorwerp op de begraafplaats Schootmanshof, bedoeld voor het aanbrengen van herdenkingsplaatjes om overledenen te gedenken;

  • f.

    herdenkingsplaatje:

    een roestvast-stalen plaatje op het monument op de begraafplaats Schootmanshof;

  • g.

    rechthebbende:

    degene aan wie het uitsluitend recht tot begraven en begraven houden of het bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een eigen graf of het bijzetten en bijgezet houden van een asbus in een eigen urnennis is verleend of dat door overschrijving heeft verworven.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken, gedenkplaat of herdenkingsplaatje behoort een werk-/productietekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werk-/productietekening dient tenminste voor te komen:

    Voor het gedenkteken:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

  • Voor de gedenkplaat:

    • a.

      een voor- en zijaanzicht met breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal en de wijze van bevestiging van de gedenkplaat voor de nis.

  • Voor het herdenkingsplaatje:

    • a.

      een vooraanzicht;

    • b.

      kwaliteit roestvast-staal, 304 (amerikaanse benaming) of 1.4301 volgens EN 10088-2;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. uit- cq ingefreesd, gelaserd of opgelegd zijn;

    • d.

      de indeling van het opschrift;

    • e.

      het soort plastisch blijvende lijm c.q. pasta waarmee het plaatje op het monument wordt bevestigd.

      Indien de nabestaanden er voor kiezen geen gedenkplaat te plaatsen voor de urnennis moet de urn of asbus met behulp van een, door de gemeente/begraafplaatsbeheerder goedgekeurde, plastisch blijvende lijm c.q. pasta vastgezet worden in de urnennis.

  • 3.

    Geen vergunning zal worden verleend voor:

    • a.

      afbeeldingen, (portret)foto’s, etsen o.i.d. van personen met afmetingen, inclusief lijst, groter dan 10 bij 15 cm. Vrijstelling is mogelijk, mits de afbeelding van het gezicht geen grotere maatvoering kent dan 10 bij 15 cm en de gehele foto door het college niet aanstootgevend wordt geacht;

    • b.

      een afbeelding van een landschap waar geen sprake is van enkel ongerepte natuur;

    • c.

      hekjes of palen ter aanduiding van de grootte van het graf;

    • d.

      gedenkteken met ingebeitelde inscripties of letters, minder dan 3 mm diep;

    • e.

      gedenkteken waarop of waarin verfstof of enig ander preparaat is aangebracht;

    • f.

      gedenkteken of onderdelen daarvan, welke bestaan uit cement of hoogovenslakken;

    • g.

      het gebruik van grind, marmerslag of een ander los duurzaam materiaal met een doorsnede van ≤25 mm, tenzij dit wordt aangebracht op een betonplaat die voldoet aan het bepaalde in artikel 4 lid 1 van deze regeling en het materiaal wordt opgesloten tussen banden;

    • h.

      het gebruik van grind, marmerslag of een ander los duurzaam materiaal met een doorsnede van ≥ 25 mm, tenzij dit wordt aangebracht op een betonplaat die voldoet aan het bepaalde in artikel 4 lid 1 van deze regeling en het materiaal op de betonplaat in specie wordt gelegd;

    • i.

      het plaatsen van banken of andere bouwkundige elementen.

  • 4.

    Nadere regels voor het plaatsen van gedenktekens:

    • a.

      Een zonder vergunning geplaatst gedenkteken kan, op kosten van de opdrachtgever, door de gemeente worden verwijderd, zonder dat de opdrachtgever recht heeft op schadeloosstelling.

    • b.

      Het gedenkteken moet zuiver en gericht in rij worden opgesteld. Dit tot genoegen van de manager van de afdeling Ruimte of de door hem aangewezen vertegenwoordiger.

    • c.

      Alle (sporen van) afval, ontstaan door- of ten gevolge van werkzaamheden door derden, moeten onzichtbaar gemaakt of worden opgeruimd. Eventuele kosten van herstel worden in geval van nalatigheid, aan de opdrachtgever in rekening gebracht.

  • 5.

    Tijdelijke grafmarkeringen, uitgegeven door ondernemers, mogen maximaal 1 jaar op een graf blijven staan. Het opschrift van een tijdelijke grafmarkering dient te worden beperkt tot de naam van de overledene en de overlijdensdatum.

Artikel 3 Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

Artikel 4 Gedenkteken

Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, gehard glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. Buiten de vaste omlijsting van het graf mogen geen uitstekende delen worden aangebracht die het beheer bemoeilijken.

Particuliere graven

  • 1.

    De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. Voor de begraafplaatsen in Putten zijn deze afmetingen 190 x 90 cm. Voor een kindergraf zijn de afmetingen 80 x 60 cm voor een staande steen en 120 x 70 cm voor een dekplaat;

  • 2.

    Het monument mag maximaal 1,00 meter boven het maaiveld uitkomen;

  • 3.

    De onderdelen moeten vast zitten aan het gedenkteken.

Algemene graven

Op een algemeen graf mag een gedenkteken worden geplaatst wat valt binnen de afmeting van 50 x 50 x 50 cm. Het gedenkteken mag dus maximaal 50 cm boven het maaiveld uitkomen en moet geplaatst worden op een fundatieplaat van 50 x 50 x 5 cm. Deze fundatieplaat moet minimaal 10 cm onder het maaiveld worden geplaatst.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

Artikel 6 Winterharde beplanting

De winterharde beplanting die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

Artikel 7 Bloemen, planten en ander duurzame materialen rond het graf

Aan beide zijden van het gedenkteken, mogen bloemen (in vazen), planten, en duurzame materialen worden aangebracht door rechthebbende.

Met duurzame materialen wordt bedoeld, sierbanden van natuursteen of beton, steenslag enz.

De maximale breedte van de strook aan beide zijden van het gedenkteken is de helft van de tussenstrook.

Voor het gedenkteken mogen geen bloemen, planten en andere duurzame materialen worden toegepast.

Wanneer duurzame materialen in de vorm van steenslag (10 – 25 mm) wordt toegepast moet dit aangebracht worden op een kunststofdoek in een laagdikte van minimaal 5 cm. Dit steenslag moet opgesloten worden door (beton)bandjes (minimaal 5 x 15 cm). De bandjes mogen maximaal 3 cm boven het maaiveld uitsteken.

Wanneer, door onderhoud of een bijzetting, beplanting of materiaal verloren gaat wordt dit niet door de gemeente vervangen c.q. vergoed.

Artikel 8 Gedenkplaat

  • 1.

    Voor de gedenkplaat ten behoeve van het afdekken van de urnennis mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, gehard glas en keramiek. Kunststof en hout zijn niet toegestaan.

  • 2.

    De gedenkplaat moet passen in de urnennis.

  • 3.

    De gedenkplaat mag niet buiten de urnenmuur steken.

  • 4.

    Voor de urnenmuur en aan de gedenkplaat mogen geen voorzieningen worden getroffen voor het plaatsen van bloemenvazen, lantaarns enz.

Artikel 9 Herdenkingsplaatje

Het herdenkingsplaatje ten behoeve van het monument op het strooiveld, moet gemaakt zijn van roestvast staal in een matte uitvoering. Het plaatje moet een diameter (Ø) van 8 cm en een dikte van 1 cm hebben.

HOOFDSTUK II GRAVEN, ASBEZORGING EN MONUMENT

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    particulier graf:

    een graf, kindergraf, urnengraf en grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • b.

    algemeen graf:

    een graf bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • c.

    particuliere urnennis:

    een nis, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • d.

    asverstrooiveld:

    een permanent aangewezen plaats op de begraafplaats Schootmanshof, bestemd voor het (doen) verstrooien van as;

  • e.

    verstrooiingsplaats:

    het asverstrooiveld waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • f.

    monument:

    een voorwerp op de begraafplaats Schootmanshof, bedoeld voor het aanbrengen van een herdenkingsplaatje om overledenen te gedenken;

  • g.

    urn:

    een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • h.

    asbus:

    een bus ter berging van as van een overledene.

Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven

  • Alle graven worden uitgegeven conform de bepalingen in artikel 12, lid 1 van de verordening begraafplaatsen (op volgorde, in geval van overlijden) en de afwijking als bedoeld in artikel 12, lid 2 van de verordening aan het college voor te behouden en een eventueel mandaat ter zake in te trekken.

Artikel 3 Ruimingsbeleid

  • 1.

    Een verzoek tot ruimen van een graf, op grond van artikel 24, vijfde lid van de Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Putten voor het begraven van nog 2 lijken wordt voor begraafplaats Schootmanshof afgewezen.

  • 2.

    Een verzoek tot ruimen van een graf, op grond van artikel 24, vijfde lid van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Putten voor het begraven van 1 lijk wordt voor begraafplaats Schootmanshof toegekend. Hiervoor wordt een ruimingsbesluit genomen waarin is vastgelegd dat de menselijke resten op laag 2 van het graf ter aarde worden besteld.

  • 3.

    Een verzoek tot ruimen van een graf, op grond van artikel 24, vijfde lid van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Putten voor het begraven van 1 of 2 lijken wordt voor begraafplaats Engweg toegekend. Hiervoor wordt een ruimingsbesluit genomen waarin is vastgelegd dat de menselijke resten op laag 3 van het graf ter aarde worden besteld.

    Voor de keuze 1 of 2 lijken wordt een aanvraagformulier ‘ruimen graf’ opgesteld.

Artikel 4 De bezorging van as

  • 1.

    De particuliere urnengraven worden uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, met de mogelijkheid tot verlenging, telkens met 10 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 4 asbussen, met of zonder urn(en).

  • 2.

    De particuliere urnennissen worden onderverdeeld in:

    • a.

      Urnennissen, uitgegeven voor de tijd van 10 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging, telkens met 10 jaren, bestemd voor de bijzetting van ten hoogste twee asbussen met urnen.

Artikel 5 Asbestemming

De gemeente Putten heeft vier mogelijkheden voor de bestemming van as van een overledene:

  • 1.

    Begraafplaats Schootmanshof beschikt over een speciaal veld voor het uitstrooien van de as van de overledene. Op het verstrooiveld is een herdenkingsmonument aanwezig waarop een herdenkingsplaatje bevestigd kan worden.

  • 2.

    Begraafplaats Schootmanshof beschikt over een urnenmuur. Een urnennis kan worden uitgegeven voor tien en er bestaat de mogelijkheid te verlengen. Een urnennis biedt plaats aan twee asbussen met of zonder urn.

  • 3.

    Een asbus kan geplaatst worden in een urnenkelder. In een urnenkelder kunnen maximaal vier asbussen geplaatst worden. Urnenkelders worden uitgegeven voor dertig jaar.

    Aansluitend kan het recht telkens met een periode van tien jaar of twintig jaar worden verlengd.

  • 4.

    Een asbus kan geplaatst worden in een particulier graf. Een particulier graf is bestemd voor het begraven van maximaal twee personen en twee asbussen of vier asbussen.

Artikel 6 Monument

Het gebruik van het monument voor het plaatsen van een herdenkingsplaatje wordt uitgegeven voor 10 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met dezelfde periode.

Artikel 7 Onderhoud aan graven door gemeente

Met gedenkteken:

  • 1.

    Het gedenkteken wordt één keer per jaar met een hogedrukreiniger afgespoten (april t/m juni) en waar nodig een tweede keer (oktober/november).

  • 2.

    Bij verzakking wordt het gedenkteken gelicht, het graf wordt aangevuld en het gedenkteken wordt opnieuw (waterpas) gesteld.

  • 3.

    Op de begraafplaats aan de Engweg wordt een graf van vòòr 2016 met grind/marmerslag of ander los duurzaam materiaal 1 x per 4 jaar leeg gemaakt en van nieuw grind/marmerslag of ander los duurzaam materiaal voorzien. Vanaf 2016 gelden voor de begraafplaats aan de Engweg dezelfde regels als bij begraafplaats Schootmanshof, dit betekent dat rechthebbende van het graf zelf verantwoordelijk is voor het onderhoud en vervangen van grind/-marmerslag of ander los duurzaam materiaal.

  • 4.

    Per jaar wordt er één ronde gemaakt langs de monumenten voor wat betreft het (op)schilderen van teksten ("letterzetten").

  • 5.

    Scherven vloeren en tegelvloeren worden, indien noodzakelijk, opnieuw ingewassen met cement.

  • 6.

    Losse elementen, zoals letterplaten en banden, worden opnieuw vastgezet.

Zonder gedenkteken:

  • 7.

    Deze graven worden onkruidvrij gehouden en indien bedekt met gras, periodiek (1 x per week) gemaaid in de periode maart t/m oktober.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na publicatie.

  • 2.

    Zij kunnen worden aangehaald als: Regels voor de I: grafbedekkingen en II: graven, asbezorging en gedenkplaats op de gemeentelijke begraafplaats.

  • 3.

    Het besluit van burgemeester en wethouders van 28 januari 2011 nr. 210018 wordt ingetrokken.

Putten, 14 februari 2017.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Putten,

de secretaris,

mr. F.E. Contant

de burgemeester,

H.A. Lambooij