Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2010, nr. 196254;

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4. van degene die tijdelijk als minderjarige in de gemeente verblijft als deelnemer aan een door een school georganiseerde groepsreis, onder leiding van een of meer meerderjarige begeleiders.

  • 5. van degene die tijdelijk in de gemeente verblijft als begeleider van minderjarigen als bedoeld in lid 4.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a.

    vakantieonderkomens:

    woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als bedrijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

    b.

    mobiele kampeeronderkomens:

    tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:

    woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

    d.

    vaste standplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen, een deel van een seizoen of een jaar, plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van eenzelfde huishouden;

    e.

    jaarplaats:

    een vaste standplaats bestemd voor verblijf gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december;

    seizoenplaats:

    een vaste standplaats bestemd voor verblijf gedurende de periode 1 april tot en met 1 oktober;

    gebroken seizoenplaats:

    een vaste standplaats bestemd voor verblijf gedurende de periode 1 april tot en met 30 juni en van 1 september tot en met 31 oktober;

    voorseizoenplaats:

    een vaste standplaats bestemd voor verblijf gedurende de periode 1 april tot en met 30 juni;

    naseizoenplaats:

    een vaste standplaats bestemd voor verblijf gedurende de periode 1 september tot en met 31 oktober;

    f.

    niet-vaste standplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het, gedurende een periode uitgesloten in sub e van dit artikel, plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van eenzelfde huishouden.

  • 2. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans, op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van eenzelfde huishouden, ingeval van:

    -         een jaarplaats bepaald op 2,62;

    -         een seizoenplaats bepaald op 2,89;

    -         een gebroken seizoenplaats bepaald op 2,79;

    -         een voorseizoenplaats bepaald op 2,53;

    -         een naseizoenplaats bepaald op 2,15.

  • 3. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt voor:

    -           een jaarplaats bepaald op 66;

    -           een seizoenplaats bepaald op 52;

    -           een gebroken seizoenplaats bepaald op 34;

    -           een voorseizoenplaats bepaald op 27;

    -           een naseizoenplaats bepaald op 20.

  • 4. a. In afwijking van het bepaalde in lid twee en drie dit artikel wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag, de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van lid twee en drie van dit artikel berekende aantal.

    b. De in lid  a. bedoelde aanvraag wordt niet voor een afzonderlijke categorie toegepast.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,89

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan 50 zal of heeft belopen. Dit minimumaantal geldt niet voor de uitkomsten van de forfaitaire berekeningswijze op grond van artikel 5.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerking treden van de verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.

Artikel 14 Kwijtschelding

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Overgangsbepaling

De Verordening toeristenbelasting van 6 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting".