Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2012

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 september 2011,

gelet op artikel 224 van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2012.

(Verordening toeristenbelasting 2012)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3 Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    • d.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    • e.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    • f.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    • g.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 2 Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

  • 3 Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:

    a. het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen;

    b. het aantal nachten als een woning in het belastingjaar geschikt is voor

    gesteld op: gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

    meer dan maar niet meer dan

    1° 30 nachten - 3 maanden

    2° 50 nachten 3 maanden 6 maanden

    3° 70 nachten 6 maanden 9 maanden

    4° 90 nachten 9 maanden -

     

  • 4 Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

    a. het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen.

    b. het aantal nachten als een kampeermiddel in het belastingjaar geschikt is voor

    gesteld op: gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

    meer dan maar niet meer dan

    1° 30 nachten - 3 maanden

    2° 50 nachten 3 maanden 6 maanden

    3° 70 nachten 6 maanden 9 maanden

    4° 90 nachten 9 maanden -

     

  • 5 Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen.

    • b.

      het aantal nachten gesteld op de gemiddelde bezetting per kalenderdag vermenigvuldigd met 365 dagen. De gemiddelde bezetting per kalenderdag is het gemiddelde van zes tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling binnen een afzonderlijke periode van twee maanden valt.

Artikel 6 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 0,52.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

  • 1 Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede drie maanden later.

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen van € 50,00 en hoger moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3 In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen tot € 50,00 moeten worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4 Voor de toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen toeristenbelasting, onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

  • 5 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op het in de voorgaande leden gestelde.

Artikel 11 Nadere regels en toepassing hardheidsclausule door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.Burgemeester en wethouders kunnen voor bijzondere gevallen de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De "Verordening toeristenbelasting 2011" wordt ingetrokken, met ingang van de in artikel 13 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening treedt in werking drie weken na de datum van de bekendmaking

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 november 2011.
de griffier, de voorzitter,
drs. J.B. Zijlstra P.A. Zoon