Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen2015

Geldend van 20-11-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen2015

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.30 september 2014,

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen2015.

(Verordening parkeerbelastingen 2015)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden oflossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990

  • c.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • d.

    Gehandicaptenparkeerkaart: parkeerkaart als bedoeld in artikel 49 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer of een ingevolge de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart daarmee gelijkgestelde parkeerkaart.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • -

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • -

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Vrijstelling invaliden

  • 1. Houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van parkeerbelasting mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de gehandicaptenparkeerkaart op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht.

  • 2. Voor de parkeerplaatsen die voorzien zijn van een parkeermeter geldt dat houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart, hierop mogen parkeren door gebruik te maken van een parkeerschijf, waarbij de maximale parkeerduur welke is aangegeven op de parkeermeter niet mag worden overschreden

Artikel 5. Vrijstelling bij evenementen

Het college van burgemeester en wethouders kan organisatoren van evenementen vrijstelling verlenen van de belasting bedoeld in artikel 2 tot een maximumaantal van 15 voertuigen per evenement.

Artikel 6. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 8. Ontstaan van belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 10. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 11. Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 37,50.

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing invordering en vrijstelling van de parkeerbelastingen.

Artikel 14. Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014 (Verordening parkeerbelastingen 2014)” wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2015'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2014.
de griffier,drs. J.B. Zijlstra
de voorzitter,P.A. Zoon

Bijlage 1. Tarieventabel 2015

behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2015.

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur in het met zôneborden aangegeven gebied voor betaald parkeren in het centrum van Raalte, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt : € 0,75 per uur met een maximum van € 4,00 per dag.

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per jaar:

  • a.

    algehele vergunning (A) € 0,--

  • b.

    voor een bewoner belanghebbende per jaar (B) € 50,--

  • c.

    voor marktkooplieden (M) € 0,--

  • d.

    voor particulieren (P) € 0,--

  • e.

    een servicevergunning (S) € 200,--

  • f.

    voor werknemers (W) € 80,--

  • g.

    voor een zakelijk belanghebbende per jaar (Z) € 80,--

Deze Tarieventabel 2015 behoort bij raadsbesluit van 6 november 2014, tot vaststelling van de “Verordening parkeerbelastingen 2015”.

Raalte, 6 november 2014,

De griffier van de gemeente Raalte,