Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

Geldend van 27-02-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2015;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet  en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

(Legesverordening 2016)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    "dag": de periode van 00.00 tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    "week": een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    "maand": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    "jaar": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    "kalenderjaar": de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    attestatie de vita ten behoeve van door publiekrechtelijke lichamen toe te kennen pensioenen, lijfrenten, ouderdoms-, invaliditeits-, wezen- of weduwenuitkeringen;

  • b.

    stukken en/of opgaven en inlichtingen, welke ingevolge wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden afgegeven, gedaan of verstrekt;

  • c.

    beschikkingen of afschriften daarvan, betreffende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, bezoldiging, vergoeding of toelage betrekking hebbend op enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • d.

    beschikkingen of afschriften daarvan, op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • e.

    beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften terzake van plaatselijke belastingen;

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • g.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • h.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking totdie dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

van zuiver redactionele aard zijn;

  • a.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 van titel 1 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 3.

      hoofdstuk 3 van titel 1 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 van titel 1 (kansspelen);

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening 2015, vastgesteld door de gemeenteraad van Raalte op 6 november 2014, de Verordening tot 1e wijziging van de Legesverordening 2015, vastgesteld door het college van B&W van Raalte op 16 december 2014, Verordening tot 2e wijziging van de Legesverordening 2015, vastgesteld door de gemeenteraad van Raalte op 17 februari 2015 en de Verordening tot 3e wijziging van de Legesverordening 2015, vastgesteld door de gemeenteraad van Raalte op 28 mei 2015, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 5 november 2015.
de griffier,
Jan Bouke Zijlstra
de voorzitter,
Martijn Dadema

Tarieventabel leges Gemeente Raalte 2016

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2016

Vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2015

zaaknummer 2015-3669

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 8a

Milieuinformatie

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

Hoofdstuk 13

Gemeentegarantie

Hoofdstuk 14

Marktstandplaatsen

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16

Kansspelen

Hoofdstuk 17

Kinderopvang

Hoofdstuk 18

Ondergrondse leidingen

Hoofdstuk 19

Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20

Diversen

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4

Vermindering

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9

In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3

Seksbedrijven

Hoofdstuk 4

Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 5

Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6

Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of de omzetting van een partnerschap in een huwelijk:

1.1.1.1

in het gemeentehuis op maandag t/m vrijdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur, met uitzondering van maandag en woensdag tussen 9.00 uur en 10.00 uur 

 € 320,25

1.1.1.2

in het gemeentehuis op maandag en woensdag tussen 9.00 uur en 10.00 uur

 € 0,00

1.1.1.3

in het gemeentehuis op maandag t/m vrijdag na 17.00 uur

 € 484,25

1.1.1.4

in het gemeentehuis op zaterdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur en op een door het college aangewezen brugdag

 € 597,50

1.1.1.5

op Havezathe Den Alerdinck van maandag t/m donderdag tussen 9.00 en 17.00 uur

 € 883,80

1.1.1.6

op Havezathe Den Alerdinck van maandag t/m donderdag na 17.00 uur of op vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur

 € 993,10

1.1.1.7

op Havezathe Den Alerdinck op vrijdag na 17.00 uur of op zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur of op een door het college aangewezen brugdag

 € 1.179,95

1.1.1.8

op locatie van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur

 € 385,90

1.1.1.9

op locatie van maandag t/m vrijdag na 17.00 uur

 € 549,85

1.1.1.10

op locatie op zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur en op een door het college aangewezen brugdag

 € 663,10

1.1.1.11

op locatie op zaterdag tussen 17.00 en 21.00 uur

 € 813,40

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de ondertrouwkamer

 € 19,40

1.1.4

Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

 € 0,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje 

 € 13,65

1.1.6

Het tarief voor het in kalligrafie bijschrijven van een kind in een reeds gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapboekje

 € 4,35

1.1.7

Het tarief voor ambtelijk laten getuigen bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt per ambtenaar

 € 22,50

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

 € 22,50

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 € 64,44

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 € 51,20

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 € 64,44

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 € 51,20

1.2.3

van een tweede nationaal paspoort:

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 € 64,44

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 € 51,20

1.2.4

van een tweede nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een tweede nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.3:

1.2.4.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 € 64,44

1.2.4.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 € 51,20

1.2.5

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 € 64,44

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 € 51,20

1.2.6

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

 € 51,20

1.2.7

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.7.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 € 50,40

1.2.7.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 € 28,48

1.2.8

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

 € 47,31

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

 € 38,99

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

 € 34,10

1.3.2.2

bij een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met

 € 24,70

1.3.3

De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

 € 11,05

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

 € 22,50

1.4.4

Het tarief bedraagt ter zake het verstrekken van schriftelijke inlichtingen waarvoor de gehele dan wel een gedeelte van de basisregistratie personen doorlopen moet worden, die worden vervaardigd met behulp van de basisregistratie en die geen betrekking hebben op concrete persoonsgegevens, zoals een leeftijdsopbouw e.d., per overzicht

 € 35,10

Daarboven wordt per pagina in rekening gebracht

 € 1,35

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie personen (schriftelijke aanvraag of aanvraag aan de balie)

 € 11,10

1.4.5.1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie personen (aanvraag en betaling via internet)

 € 9,10

1.4.5.2

Het tarief voor het schriftelijk verstrekken van persoonsgegevens aan een afnemer bedraagt per verstrekking, mits bij het verzoek een no-hit bericht is gevoegd

 € 7,50

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

 € 11,10

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

n.v.t.

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de programmabegroting met meerjarenplanning

 € 14,40

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

 € 14,40

indien de stukken genoemd onder 1.7.1.1 en 1.7.1.2 per post worden verzonden worden de aldaar genoemde tarieven verhoogd met

 € 2,95

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

een jaarabonnement op de openbare vergaderstukken van de gemeenteraad, incl. begroting, per post verzonden

 € 370,00

1.7.2.2

een jaarabonnement op de openbare vergaderstukken van de gemeenteraad, incl. begroting, opgehaald van het gemeentehuis

 € 370,00

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.3.1

een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening Raalte 

 € 37,95

1.7.3.2

een exemplaar van de Bouwverordening

 € 73,10

Hoofdstuk 8 Geo-informatie

zie hoofdstuk 1.20.1

Hoofdstuk 8a Milieuinformatie

1.8a

Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8a.1

voor het op verzoek verstrekken van informatie over de aanwezigheid van bodemverontreiniging en/of ondergrondse tanks, per locatie

 € 22,50

1.8a.2

voor het op verzoek verstrekken van data uit het bodeminformatiesysteem, anders dan omschreven in 1.8a.1 of het beoordelen van onderzoeksrapporten, anders dan in het kader van de indiening van een aanvraag voor een bouwvergunning, voor elk besteed kwartier of gedeelte daarvan

 € 22,50

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

 € 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn 

 € 11,10

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of het waarmerken van een document

 € 5,65

1.9.4

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

 € 11,10

1.9.5

tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de Wet persoonsregistraties (Stbl. 1988, 665)

 € 5,65

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

zie hoofdstuk 1.20.1

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

n.v.t.

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

 € 99,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

 € 99,00

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

n.v.t.

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

n.v.t. (geregeld in verordening marktgelden)

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

 € 69,00

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen;

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

 € 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor meer dan één kansspelautomaat geldt een vast bedrag van € 22,50 + het aantal kansspelautomaten x € 34,00

1.16.1.3

Het onder 1.16.1.1 en 1.16.1.2 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de onder 1.16.1.1 en 1.16.1.2 bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd worden.

1.16.1.4

voor één kanspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

 € 226,50

1.16.1.5

voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd voor meer dan één kansspelautomaat geldt een vast bedrag van € 90,50 + het aantal kansspelautomaten x € 136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

 € 0,00

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

1.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.17.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

 € 664,00

1.17.2

tot het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

 € 664,00

1.17.3

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

 € 205,00

1.17.4

Als de aanvrager de aanvraag intrekt terwijl deze door de gemeente reeds in behandeling is genomen, maar door de gemeente nog niet verzonden is naar de GGD, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

Hoofdstuk 18 Ondergrondse kabels/leidingen

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2015 van de gemeente Raalte

 € 316,85

1.18.2.1

Het tarief van artikel 1.18.1 wordt, indien het betreft werkzaamheden binnen de bebouwde kom in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

 € 1,90

1.18.2.2

Het tarief van artikel 1.18.1 wordt, indien het betreft werkzaamheden binnen de bebouwde kom in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

 € 1,50

1.18.3.1

Het tarief van artikel 1.18.1 wordt, indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

 € 1,90

1.18.3.2

Het tarief van artikel 1.18.1 wordt, indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

 € 1,50

1.18.3.3

De in 1.18.3.1 en 1.18.3.2 genoemde tarieven worden niet in rekening gebracht als de aanvraag meer dan 50.000 meter strekkende meter sleuflengte betreft. Het tarief van onderdeel 1.18.1. wordt dan verhoogd met het bedrag als opgenomen in een ter zake opgestelde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de melding worden vastgesteld.

1.18.3.4

Indien een begroting als in onderdeel 1.18.3.3 is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.18.4

Het tarief van artikel 1.18.1 wordt, indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en andere beheerders van openbare grond, netbeheerders en/of andere belanghebbenden, per overleg verhoogd met

 € 211,25

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

1.19.1

een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, Voertuigreglement en de Wegenverkeerswet 1994

 € 33,35

1.19.2

n.v.t.

1.19.3

een eerste aanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

 € 71,60

1.19.3.1

een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

 € 16,65

1.19.3.2

een verlengingsaanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij er op het moment van aanvraag niet blijkt dat een medische (her-)keuring noodzakelijk is

 € 42,90

1.19.3.3

een verlengingsaanvraag tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij er op het moment van aanvraag blijkt dat een medische (her-)keuring noodzakelijk is

 € 71,60

1.19.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het bord E1 voor zover dit zich binnen de voetgangerszone in het centrum van Raalte bevindt.

 € 12,60

1.19.5

een verzoek tot ontheffing "Route Gevaarlijke Stoffen"

 € 122,45

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het:

1.20.1.1

verstrekken van een kopie/digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, milieuvergunning, APV/horeca/bijzondere wetten-vergunning, bestemmingsplan, bouwvergunning of bodemonderzoek (maximaal 5 documenten/tekeningen/bestanden per vergunning)

 € 15,00

1.20.1.2

verstrekken van een kopie/digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, milieuvergunning, APV/horeca/bijzondere wetten-vergunning, bestemmingsplan, bouwvergunning of bodemonderzoek (6 tot 20 documenten/tekeningen/bestanden per vergunning)

 € 22,50

1.20.1.3

Voor digitaal versturen van stukken zoals genoemd in 1.20.1.1 en 1.20.1.2 die ter inzage liggen worden geen kosten in rekening gebracht. 

1.20.1.3

Voor kopieen van de stukken zoals genoemd in 1.20.1.1 en 1.20.1.2 die ter inzage liggen worden alleen de kosten voor de kopieen in rekening gebracht, het tarief hiervoor bedraagt: 

1.20.1.3.1

 - A3 / A4 formaat per pagina

 € 0,20

1.20.1.3.2

 - A0 / A1 / A2 formaat per pagina

 € 10,00

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een kopie/digitale scan die niet onder 1.20.1 valt, per besteed kwartier 

 € 22,50

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek kopieren van stukken die door verzoeker analoog worden aangeleverd per pagina:

 - A4 formaat zwart-wit incidenteel en minder dan 5 pagina's

 € -

 - A3 / A4 formaat

 € 0,20

Kopieen van documenten in andere formaten worden niet gemaakt.

1.20.4

De onder 1.20.1, 1.20.2 en 1.20.3 genoemde tarieven worden niet in rekening gebracht bij levering aan derden die in opdracht van de gemeente werken.

1.20.5

Het tarief bedraagt voor het inbehandeling nemen van een melding m.b.t.:

1.20.5.1

de inzameling van geld en goed (artikel 5.13 APV van de gemeente Raalte)

 € 11,25

1.20.6

Het tarief bedraagt voor het leveren van:

1.20.6.1

een huisnummerbordje

 € 9,45

1.20.6.2

een huisnummerpaaltje

 € 19,35

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt en/of bestaande materialen worden hergebruikt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: 

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

n.v.t.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

2,5% van de bouwkosten tot € 1.000.000 te vermeerderen met:

1,4 % van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 20.000.000 te vermeerderen met:

1,1 % van de bouwkosten vanaf € 20.000.000

met een minimum van

 € 75,75

en een maximum van

 € 505.000,00

Indien de aanvraag is voorzien van een toetsrapportage van een daartoe gecertificeerd bedrijf conform de landelijke richtlijn BRL 5019 (gecertificeerde Bouwtoetsbesluit) worden de genoemde percentages verlaagd; 2,5% wordt dan 1,7%, 1,4% wordt dan 0,95% en 1,1% wordt dan 0,75%

Welstandstoets

2.3.1.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt beoordeeld door de welstandscommissie van "Het Oversticht"

 vervallen 

Extra welstandstoets

2.3.1.2

n.v.t.

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

n.v.t.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

n.v.t.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

n.v.t.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.2.2

voor een aanlegvergunning voor werken tot 1.000 m²

 € 237,30

2.3.2.3

voor een aanlegvergunning voor werken van 1.000 m² en meer

 € 1.094,40

2.3.2.4

vervallen

2.3.2.5

voor een beschikking, houdende verlenging van de termijn gesteld in een aanlegvergunning

 € 237,30

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 € 237,30

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

 € 237,30

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet in strijd met goede ruimtelijke ordening, voorheen projectbesluit):

2.3.3.3.1

voor projecten waarbij geen ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

 € 1.094,40

2.3.3.3.2

voor projecten waarbij een ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

 € 2.787,65

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 € 237,30

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 € 237,30

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 € 237,30

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 € 237,30

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 € 237,30

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

 € 237,30

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet in strijd met goede ruimtelijke ordening, voorheen projectbesluit):

2.3.4.3.1

voor projecten waarbij geen ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

 € 1.094,40

2.3.4.3.2

voor projecten waarbij een ruimtelijke onderbouwing en beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing nodig is

 € 2.787,65

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 € 237,30

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 € 237,30

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 € 237,30

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 € 237,30

2.3.4.8

indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

 € 237,30

2.3.4.9

indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

 € 237,30

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1

Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van;

Categorie Aantal m2

1 0 t/m 100 € 530,10

2 101 t/m 500 € 373,95 + € 1,59 per m² 

3 501 t/m 2.000 € 867,79 + € 0,58 per m²

4 2.001 t/m 5.000 € 1.762,13 + € 0,13 per m²

5 5.001 t/m 50.000 € 2.322,42 + € 0,03 per m²

6 Meer dan 50.001 € 3.541,17 + € 0,01 per m²

2.3.5.2

Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:

1. Uitbreiding van een inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10 % van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

2. Herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10 % van de gebruiksoppervlakte beslaat; 50 % van het legestarief vermeld onder 2.3.5.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de verordening gemeentelijke monumenten aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor de advieskosten van de monumentencommissie:

0,45 % van de bouwkosten tot € 230.000 te vermeerderen met:

0,075% van de bouwkosten van € 230.000 tot € 455.000 te vermeerderen met:

0,0375 % van de bouwkosten van € 455.000 tot € 680.000 te vermeerderen met:

0,01875 % van de bouwkosten vanaf € 680.000

met een minimum van

 € 25,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

 € 237,30

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

n.v.t.

2.3.9

Uitweg/inrit

voor een uitweg en/of inrit overeenkomstig artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Raalte

 € 65,85

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 € 170,55

2.3.11

Opslag van roerende zaken

n.v.t.

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

n.v.t.

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

n.v.t.

2.3.14

Andere activiteiten

n.v.t.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

 € 170,55

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

 € 170,55

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

 € 237,30

2.3.18.1.2

indien de provincie een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: 

 € 187,85

2.3.18.1.3

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag of een niet verdere behandeling van een omgevingsvergunning 

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, indien er nog geen beslissing op de aanvraag is genomen. De teruggaaf bedraagt:

60%

2.5.1.2

Als na het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning op grond van artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht niet verder wordt behandeld (niet ontvankelijk), bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimum voor resterend legesbedrag na teruggaaf

Van het oorspronkelijke legesbedrag blijft minimaal € 75,00 verschuldigd.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel welstand, advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.1.2, 2.3.6, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

n.v.t.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 € 75,75

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

 € 2.787,65

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening

 € 1.787,70

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeverzoek tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening of een wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als be­doeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a. en b. van de Wet ruimtelijke ordening, voor zover dit verzoek betrekking heeft op het realiseren van meer dan één woning, appar­tement of wooneenheid en het oprichten of het wijzigen van het gebruik van een bouwwerk met een omvang van meer dan 1.500 m² bruto vloeroppervlak

 € 1.094,35

2.8.4

Indien de definitieve aanvraag is vooraf gegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.8.3, waarop de definitieve aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de definitieve aanvraag mits die aanvraag wordt ingediend binnen één jaar na het besluit op het principeverzoek.

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

 € 123,65

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

 € 925,00

3.1.2

n.v.t.

3.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of verklaring als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

 € 56,00

3.1.4

een aanvraag voor het wijzigen van een vergunning ingevolge artikel 30 en 30a van de Drank- en Horecawet

 € 463,00

3.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de APV (exploitatie horecabedrijf)

 € 670,00

3.1.6

een aanvraag voor het verlenen van een toestemming als bedoeld in artikel 2.29 APV (sluitingsuur horecabedrijven) en artikel 2.30 APV (afwijking sluitingsuur)

 € 278,00

3.1.6.1

vervallen

3.1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een terrasvergunning 

 € 463,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van :

3.2.1.1

vervallen

3.2.1.2

vervallen

3.2.1.3

vervallen

3.2.1.4

een kleinschalig evenement volgens de evenementennota van de gemeente Raalte inclusief alle benodigde vergunningen en/of gerelateerde ontheffingen doch exclusief de gebruiksvergunning 

 € 112,00

3.2.1.5

een grootschalig evenement volgens de evenementennota van de gemeente Raalte inclusief alle benodigde vergunningen en/of gerelateerde ontheffingen doch exclusief de gebruiksvergunning

 € 287,00

3.2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen van een tijdelijke standplaats

 € 69,00

3.2.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen van een tijdelijke standplaats indien de aanvraag wordt gedaan door een plaatselijke non-profitorganisatie die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers

 € 0,00

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

3.3

n.v.t.

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

3.4

n.v.t.

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.5.1

een aanvraag tot een ontheffing geluidhinder als bedoeld in artikel 4.6 APV

 € 56,00

3.5.2

voor het verrichten van geluidsmetingen van gemeentewege bedragen de kosten; voor elk uur of gedeelte daarvan gedurende welke gemeten wordt

 € 92,00

3.5.3

Het uurtarief voor de kosten van een milieu-ambtenaar, die op grond van een verstrekte vergunning ingevolge de APV van de gemeente Raalte (Onderdeel "e.d. op de weg") aanwezig is, bedraagt

 € 92,00

3.5.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een ontheffing van het verbod afval te verbranden buiten inrichtingen zoals bedoeld in artikel 5.34 van de APV bedraagt het tarief

 € 116,00

3.5.5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil van derden, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening gemeente Raalte.

 € 92,00

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening;

3.6.1

Voor een inrichting met een gebruiksoppervlakte van;

Categorie Aantal m2

1 0 t/m 100 € 142,00

2 101 t/m 500 € 29,00 + € 1,13 per m²

3 501 t/m 2.000 € 597,00 + € 0,13 per m²

4 2.001 t/m 5.000 € 861,00 + € 0,02 per m²

5 5.001 t/m 50.000 € 968,00 + € 0,018 per m²

3.6.1.1

Indien de aanvraag wordt gedaan door een plaatselijke non-profitorganisatie die

zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van

maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in

hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers, bedragen de leges:

Categorie Aantal m2

1 0 t/m 100 € 36,00

2 101 t/m 500 € 8,00 + € 0,28 per m²

3 501 t/m 2.000 € 149,00 + € 0,03 per m²

4 2.001 t/m 50.000 € 215,00 + € 0,02 per m²

 

3.6.2

Wijziging/uitbreiding vergunning

Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 3.6.1 en 3.6.1.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:

1. Uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10 % van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in 3.6.1 en 3.6.1.1, met dien verstande dat de toeslag wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

2. Herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10 % van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50 % van het legestarief vermeld onder 3.6.1 en 3.6.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

3.6.3

Overdracht gebruiksvergunning 

Het tarief bedraagt voor een verklaring van overdracht van de vergunning aan de nieuwe gebruiker

 € 93,00

3.6.4

Intrekking of weigering vergunning

Indien een aanvraag om ontheffing of vergunning tijdens de behandeling door de aanvrager wordt ingetrokken of wordt geweigerd, worden volgens lid 3.6.1 en 3.6.1.1 berekende leges met 50 % verminderd.

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 € 56,00

Behorende bij raadsbesluit van 5 november 2015

De griffier van Raalte,

Jan Bouke Zijlstra