Regeling vervallen per 08-11-2022

Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018

Geldend van 25-02-2021 t/m 07-11-2022

Intitulé

Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018

Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018

Het college van de gemeente Raalte,

Gelet op het bepaalde in:

  • 1.

    Artikel 36b van de Participatiewet;

  • 2.

    De door de raad vastgestelde Verordening domein sociaal gemeente Raalte;

  • 3.

    Algemene wet bestuursrecht, titel 4.3

Besluit:

Vast te stellen de ‘Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018’.

Artikel 1. Indienen verzoek

  • 1. Een verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. De aanspraak op een individuele studietoeslag ontstaat niet eerder dan de dag van aanvraag.

Artikel 2. Doelgroep

Een belanghebbende die behoort tot de doelgroep voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling kan een aanvraag indienen voor een individuele studietoeslag. Om hiervoor in aanmerking te komen is het vereist dat de belanghebbende op de datum van aanvraag aan de volgende voorwaarden

voldoet, belanghebbende:

  • a.

    is 18 jaar of ouder;

  • b.

    heeft recht op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of heeft recht op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • c.

    heeft geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet;

  • d.

    is een persoon van wie is vastgesteld dat hij wegens een arbeidshandicap met arbeid niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;

  • e.

    de studie vanwege de arbeidsbelemmering (nog) niet kan combineren met arbeidsparticipatie;

  • f.

    geen inkomen ontvangt uit arbeid;

  • g.

    geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening.

Artikel 3. De verdiencapaciteit

  • 1. Aan de hand van verschillende factoren stelt het college vast of belanghebbende niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie. Daarvoor kan het college een loonwaardemeting uit (laten) voeren, maar ook aan de hand van aantoonbare beperkingen en rapporten van behandelend artsen/specialisten. De Wegwijzer van Dariuz kan uitkomst bieden bij het vaststellen van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

  • 2. Het college beoordeelt of belanghebbende niet in staat is om met arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Indien nodig kan extern (medisch) advies worden aangevraagd.

  • 3. Ingeval belanghebbende onderwijs volgt in de vorm van ZMLK (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen), praktijkonderwijs (PRO) of clusteronderwijs, dan is aannemelijk dat er beperkingen/belemmeringen aanwezig zijn waardoor hij (nog) niet in staat is om met arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen. Het college gaat er bij deze personen vanuit gezien het feit dat onderwijs wordt gevolgd, dat er sprake is van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

Artikel 4. Aanspraak individuele studietoeslag

  • 1. De aanvraag om een individuele studietoeslag kan slechts eenmaal in een studiejaar worden ingediend.

  • 2. Het studiejaar als bedoeld in het eerste lid loopt van 1 augustus tot 1 augustus in het volgende jaar.

Artikel 5. Hoogte individuele studietoeslag

De individuele studietoeslag bedraagt maximaal € 1.200,- per jaar. Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 6. Betaling individuele studietoeslag

  • 1. Een individuele studietoeslag wordt in twee termijnen binnen het studiejaar uitbetaald.

  • 2. (vervallen)

Artikel 7. Afwijken individueel geval

Het college kan, met inachtneming van het bepaalde in de wet en de Verordening domein sociaal gemeente Raalte, in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 8. Citertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2015.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als de ’Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018’.

Ondertekening

Aldus vast gesteld te Raalte op 9 januari 2018,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,
de secretaris
Karin Cornelissen
de burgemeester
Martijn Dadema

Toelichting beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018

Algemeen

De Invoeringswet Participatiewet introduceert een studieregeling in de Participatiewet: de individuele studietoeslag. Hiermee krijgt het college de mogelijkheid mensen, van wie is vastgesteld dat ze (nog) niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen, een individuele studietoeslag te verstrekken zolang ze studeren.

Het afronden van een studie versterkt de positie op de arbeidsmarkt. Een diploma is een bewijs tegenover werkgevers dat iemand gemotiveerd is en mogelijk meer in zijn mars heeft. Mensen met een arbeidshandicap hebben volgens de regering een extra steuntje in de rug nodig als het gaat om studeren. Voor hen is de drempel om te lenen een stuk hoger, omdat de kans op een baan later lager is. Een studieregeling stimuleert mensen om toch de stap te zetten om naar school te gaan of een studie te gaan volgen. Ook biedt het een financiële compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan.

De individuele studietoeslag wordt aangemerkt als een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5, onderdeel d, van de Participatiewet). De individuele studietoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor degenen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen en wordt daarom als belaste toeslag verstrekt.

Doelgroep

Een persoon die behoort tot de doelgroep voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet kan een aanvraag indienen voor een individuele studietoeslag. Artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet spreekt overigens zowel over verzoek als aanvraag. Het college kan op een dergelijk verzoek - gelet op de individuele omstandigheden van een persoon - een individuele studietoeslag verlenen. Hiervoor is vereist dat deze persoon op de datum van de aanvraag:

  • ·

    18 jaar of ouder is;

  • ·

    recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of recht heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • ·

    geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet heeft; en

  • ·

    een persoon is van wie is vastgesteld dat hij met arbeid niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.

Dat een persoon recht moet hebben op studiefinanciering of een WTOS-tegemoetkoming, betekent niet dat ook daadwerkelijk studiefinanciering of een tegemoetkoming moet worden ontvangen. Het recht op studiefinanciering bestaat, afhankelijk van iemands gekozen opleiding, leeftijd en inkomen. Of van dit recht gebruik gemaakt wordt, is niet in de Participatiewet geregeld en is daarom ook geen vereiste voor het ontvangen van een individuele studietoeslag. Voor het recht op een individuele studietoeslag is het dan ook voldoende dat een persoon aanspraak heeft op studiefinanciering of een tegemoetkoming. De aanvrager van de toeslag - moet aantonen dat hij aanspraak of recht op studiefinanciering of een tegemoetkoming heeft, bijvoorbeeld door een beschikking van DUO of door een bewijs van inschrijving bij een opleiding te overleggen waarvoor deze aanspraak bestaat.

De artikelen 12, 43, 49 en 52 van de Participatiewet zijn niet van toepassing bij verlening van de individuele studietoeslag (artikel 36b, tweede lid, van de Participatiewet). Dit betekent onder meer het volgende. De aanvrager in de leeftijd tot 21 jaar hoeft niet eerst een beroep te doen op zijn ouder(s). De aanvraag moet worden ingediend bij het college. Een individuele studietoeslag kan niet als lening worden verstrekt als een persoon met de studietoeslag schulden wil aflossen. De individuele studietoeslag kan niet worden verstrekt in de vorm van een voorschot.