Mandaatbesluit bevoegdheden handhaving Omgevingsdienst

Geldend van 01-02-2018 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit bevoegdheden handhaving Omgevingsdienst

Op 23 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte besloten:

Mandatering bevoegdheden inzake handhaving

Het mandaat inzake handhaving door het college van burgemeester en wethouders van Raalte aan de directeur van de OD wordt als volgt ingevuld:

  • 1)

    Bevoegdheid tot het opleggen van herstelsancties op grond van afdeling 5.3.1 Awb jo. Art 125 Gemeentewet en paragraaf 5.4 van de Wabo in de vorm van een last onder bestuursdwang indien vereiste spoed onmiddellijk stilleggen van de overtreding noodzakelijk maakt.

  • 2)

    Bevoegdheid tot het in voorkomende gevallen opleggen van een last onder dwangsom aan overtreder op grond van afdeling 5.3.2 Awb jo. paragraaf 5.4 van de Wabo met een maximum van € 10.000,--.

  • 3)

    De bevoegdheid tot het opleggen van herstelsancties op grond van afdeling 5.3.2 Awb jo. Art 125 Gemeentewet en paragraaf 5.4 van de Wabo in de vorm van een last onder bestuursdwang. Van deze bevoegdheid wordt geen gebruik gemaakt dan na afstemming met en instemming van het bevoegd gezag.

  • 4)

    Het opleggen van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang zijn uitgezonderd van het mandaat indien naar aanleiding van het voornemen daartoe een of meer zienswijzen zijn ingediend.

Op deze mandaten is de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) van toepassing als vastgesteld door het Algemeen bestuur van de Omgevingsdienst d.d. 13 december 2017 en bekrachtigd door het college van burgemeester en wethouders van Raalte d.d. 16 januari 2018 alsmede de algemene uitgangspunten van het collegebesluit van 3 oktober 2017 inhoudende de mandatering van diverse bevoegdheden aan de directeur van de Omgevingsdienst.

In aanvulling daarop wordt vastgelegd dat het bevoegd gezag vooraf actief inhoudelijk wordt geïnformeerd door de OD over de concrete inzet van handhavingsmiddelen. Indien dit niet mogelijk is gebeurt dit zo spoedig mogelijk achteraf maar uiterlijk op de eerstvolgende werkdag volgend op de dag dat het handhavingsmiddel is ingezet