Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2004

Geldend van 24-11-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2004

"Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2004"(Verordening parkeerbelastingen 2004).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden oflossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:1 e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;2 e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.5. De belasting bedoeld in artikel 2, wordt niet geheven van degene die houder is van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers) of buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart. Voor de parkeerplaatsen die voorzien zijn van een parkeermeter geldt dat houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers) of buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart, hierop mogen parkeren door gebruik te maken van een parkeerschijf, waarbij de maximale parkeerduur welke is aangegeven op de parkeermeter niet mag worden overschreden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. Het college van burgemeester en wethouders kunnen bij openbaar te maken besluit de tarieventabel aanpassen.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel door middel van het werpen van geld in parkeerapparatuur en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen Euro 37,50.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen voor bijzondere gevallen de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voorzover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2003" wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2004.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2004.'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd,gehouden op 6 november 2003.de voorzitter,de griffier,

Tarieventabel 1

behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2004.

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeela, bedraagt € 0,60 per uur met een maximum van € 3,00 per dag.

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

  • a.

    Algehele vergunning ( A) € 0,--

  • b.

    voor een bewoner belanghebbende per jaar ( B ) € 50,--

  • c.

    voor marktkooplieden ( M) € 0,--

  • d.

    voor particulieren ( P ) € 0,--

  • e.

    een servicevergunning ( S) € 160,--

  • f.

    voor een zakelijk belanghebbende per jaar ( Z ) € 160,--

  • g.

    voor werknemers( W ) € 160,--

Behorende bij raadsbesluit van 6 november 2003.Vaststelling van de tarieventabel 2004 behorende bij de "Verordening parkeerbelasting 2004".Raalte, 29 september 2003De griffier van de gemeente Raalte,Tarieventabelbehorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2004.

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt vanaf 1 december 2004 € 0,75 per uur met een maximum van € 4,00 per dag.

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt vanaf 1 december 2004:

  • a.

    algehele vergunning (A) € 0,--

  • b.

    voor een bewoner belanghebbende per jaar (B) € 50,--

  • c.

    voor marktkooplieden (M) € 0,--

  • d.

    voor particulieren (P) € 0,--

  • e.

    een servicevergunning (S) € 200,--

  • f.

    voor werknemers (W) € 80,--

  • g.

    voor een zakelijk belanghebbende per jaar (Z) € 80,--

3. De tarieventabel behorende bij het raadsbesluit inzake vaststelling "verordening parkeerbelasting 2004", raadsbesluit 6 november 2003, komt per 1 december 2004 te vervallen.

Behorende bij collegebesluit van 5 oktober 2004, besluiten in het kader van de aanpassing van het betaald parkeren in Raalte.

Raalte, 5 oktober 2004

Burgemeester en wethouders van Raalte,de secretaris, de burgemeester,

Mr. H.A. Lassche Mr. J.A.M.L. Houben

Tarieventabel 2

behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2004.

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt vanaf 1 december 2004 € 0,75 per uur met een maximum van € 4,00 per dag.

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt vanaf 1 december 2004:

  • a.

    algehele vergunning (A) € 0,--

  • b.

    voor een bewoner belanghebbende per jaar (B) € 50,--

  • c.

    voor marktkooplieden (M) € 0,--

  • d.

    voor particulieren (P) € 0,--

  • e.

    een servicevergunning (S) € 200,--

  • f.

    voor werknemers (W) € 80,--

  • g.

    voor een zakelijk belanghebbende per jaar (Z) € 80,--

3. De tarieventabel behorende bij het raadsbesluit inzake vaststelling “verordening parkeerbelasting 2004”, raadsbesluit 6 november 2003, komt per 1 december 2004 te vervallen.

Behorende bij collegebesluit van 5 oktober 2004, besluiten in het kader van de aanpassing van het betaald parkeren in Raalte.Raalte, 5 oktober 2004Burgemeester en wethouders van Raalte,de secretaris, de burgemeester,Mr. H.A. Lassche Mr. J.A.M.L. Houben