Regeling vervallen per 02-05-2023

Controleverordening 2021 Regio Achterhoek

Geldend van 01-01-2021 t/m 01-05-2023

Intitulé

Controleverordening 2021 Regio Achterhoek

Het algemeen bestuur van de Regio Achterhoek besluit,

gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit Accountantscontrole decentrale overheden (BADO),

vast te stellen:

de verordening voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële administratie van de Regio Achterhoek

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountant:

een door het algemeen bestuur benoemde:

  • -

    registeraccountant of

  • -

    accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingenregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of

  • -

    organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • b.

    accountantscontrole:

de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door het algemeen bestuur benoemde accountant van:

  • -

    het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

  • -

    het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

  • -

    De inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken.

waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole:

het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheersbehandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving zoals bedoeld in het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1.

    De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het algemeen bestuur te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 jaar.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bereidt in overleg met het algemeen bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor. 

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen wordt voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering;

en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:

  • f. de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;

  • g. de regionale producten en of afdelingen met bijbehorende afwijkende rapporterings-toleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan het algemeen bestuur in het programma van eisen opnemen, dat het algemeen bestuur jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de producten van de organisatie en de afdelingen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.

Artikel 3. Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne- en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, besluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    Bij de jaarrekening stelt het dagelijks bestuur de rechtmatigheid vast en legt hier verantwoording over aan het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountants-verklaring en het verslag van bevindingen voor 1 augustus aan het algemeen bestuur.

  • 6.

    Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt voor vaststelling van de jaarrekening door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, evenals de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek overleg plaats tussen de accountant en de portefeuillehouder financiën (vertegenwoordiger uit het AB), de secretaris en de financieel adviseur.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot inzage in het financiële systeem en alle documenten, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot het kantoor van de Regio Achterhoek.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat alle medewerkers van de Regio Achterhoek zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan de door het algemeen bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voorzover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het dagelijks bestuur is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de Regio Achterhoek is.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, CBS, e.a.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het dagelijks bestuur bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang is van de Regio Achterhoek.

Artikel 7. Rapportering

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.

  • 2.

    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie van het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, de secretaris, de financieel adviseur dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • 3.

    De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het algemeen bestuur door de accountant aan het dagelijks bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren.

  • 4.

    De accountant bespreekt voorafgaand aan de behandeling van de jaarstukken door het algemeen bestuur het verslag van de bevindingen met de voor dit doel door het algemeen bestuur ingestelde vertegenwoordiging van het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 4 lid 3.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2021 en van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2021 en later.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de “Controleverordening Regio Achterhoek” vastgesteld door het algemeen bestuur op 18 december 2006.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘’Controleverordening 2021 Regio Achterhoek’’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur 10 maart 2021.

de voorzitter, mr. M. Boumans MBA MPM

de secretaris, drs. S. Veneman MBA

 

Toelichting op de artikelen

Artikel 1. Definities

In de Wet gemeenschappelijke regelingen is in artikel 68 lid 6 bepaald dat de artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet (GW) van toepassing zijn op gemeenschappelijke regelingen. Op grond hiervan wordt in deze verordening bij het begrip accountantscontrole aangehaakt bij de artikelen 186 GW (besluiten van hogere overheden zoals Besluit Begroting en Verantwoording), 197 GW (vereisten aanbieding jaarrekening door dagelijks bestuur) en 213 GW (aanwijzing accountant door algemeen bestuur).

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

In de eerste en tweede lid van dit artikel is de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de regionale jaarrekening geregeld. Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het dagelijks bestuur verantwoording afleggen aan het algemeen bestuur over het gevoerde bestuur door overlegging de jaarrekening en het jaarverslag vaststellen (artikel 197 GW). Voor het vaststellen van deze stukken door het algemeen bestuur moet de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd, die de jaarrekening controleert in opdracht van het algemeen bestuur. Het is dan ook het algemeen bestuur, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 GW). Hoewel in theorie de mogelijkheid bestaat jaarlijks te wisselen van accountant wordt dit niet wenselijk geacht. In aansluiting op de zittingsperiode van het algemeen bestuur wordt voorgesteld eens in de vier jaar het proces van opdrachtverlening aan de accountant te doorlopen. Overigens betekent dat niet dat per definitie iedere vier jaar een nieuwe accountant opdracht verleend moet worden. In het tweede lid van dit artikel wordt vastgelegd dat het dagelijks bestuur de voorbereiding doet voor de aanbesteding van de controle.

Voor de accountantscontrole geldt het Besluit Accountantscontrole decentrale overheden (BADO). Dit Besluit bevat onder andere regels voor de omvangsbasis en goedkeuringstoleranties voor de accountantsverklaring en de rapporteringstolerantie voor het verslag van bevindingen. Een goedkeuringstolerantie is een tolerantie voor fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle in de vorm van een percentage van de totale lasten van de organisatie (de omvangsbasis). De rapporteringstolerantie is het bedrag dat voortvloeit uit de goedkeuringstolerantie en dient als norm voor rapportage in het verslag van bevindingen. Op grond van het BADO geldt de goedkeuringstoleranties 1% voor fouten in posten van de jaarrekening en eventuele specifiek door het algemeen bestuur benoemde deelverantwoordingen en 3% voor onzekerheden in de controle. Het algemeen bestuur kan deze normen aanscherpen (lager dan resp. 1% en 3%), maar niet afzwakken (hoger dan resp. 1% en 3%). De toleranties moeten al bij de aanbesteding van de accountantscontrole worden bepaald en zodoende worden opgenomen in het programma van eisen.

In principe gelden de criteria, genoemd in het in lid 3 van dit artikel genoemde programma van eisen, voor een periode van vier jaar. In het vierde lid is bepaald dat het algemeen bestuur jaarlijks specifieke aandachtspunten en aangepaste normen daarvoor kan vaststellen. Dit moet dan zijn opgenomen in het programma van eisen bij de aanbesteding en opdrachtverlening. De jaarlijks specifieke aandachtspunten worden door het algemeen bestuur vastgelegd in een jaarlijks controleprotocol. In het controleprotocol gaat de Regio Achterhoek uit van een goedkeuringstolerantie van 1% van de lasten voor fouten en 3% van de lasten voor onderzekerheden. Dit kan dus jaarlijks fluctueren. De rapporteringstoleratie is een vast bedrag van € 5.000, omdat dit als bedrag binnen een organisatie als de huidige Regio Achterhoek een redelijk bedrag betekend.

Artikel 3. Informatieverstrekking door dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag en verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door het algemeen bestuur geëiste deelverantwoordingen. Het eerste en tweede lid van dit artikel regelt de verplichtingen van het dagelijks bestuur voor de samenstelling van de jaarrekening en de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant, die achterliggende bescheiden onderzoekt voor de controle van de jaarrekening.

In het derde lid is bepaald dat het dagelijks bestuur een verklaring afgeeft aan de accountant, waarin het dagelijks bestuur verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (Letter Of Representation) genoemd. Het is geen wettelijke verplichting, maar geeft gevolg aan een door de accountant gestelde eis dat het dagelijks bestuur een dergelijke verklaring verstrekt.

In het vierde lid is opgenomen dat het bestuur een rechtmatigheidsverantwoording opneemt in de jaarrekening vanaf het verslagjaar 2021. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de naleving van de regels, die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de Regio. Het bestuur is al staatsrechtelijk en bestuurlijk verantwoordelijk voor de rechtmatigheid. Maar nu is het nog de accountant die hierover verslag uitbrengt en het gesprek voert met het algemeen bestuur. De reden van de wetswijziging is dat de overheid van mening is dat de kwaliteit van de bedrijfsvoering hiermee een impuls krijgt, daarnaast zal het gesprek over rechtmatigheid veel meer gaan plaatsvinden tussen het DB en het AB.

In het vijfde lid wordt een uiterlijke datum aan het dagelijks bestuur gesteld voor de overlegging van de gecontroleerde jaarrekening aan het algemeen bestuur. De jaarrekening moet namelijk binnen twee weken na vaststelling, maar in elk geval voor 1 augustus, aan Gedeputeerde Staten (artikel 34 Wet Gemeenschappelijke Regelingen) worden toegezonden.

Het vijfde lid van het artikel verplicht het dagelijks bestuur alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en die pas na de afgifte van de accountantsverklaring, maar voor de vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur, aan het dagelijks bestuur bekend is geworden, voor vaststelling van de jaarrekening te melden aan de het algemeen bestuur en de accountant. Het sluit verrassingen tijdens de vergadering van het algemeen bestuur.

Artikel 4. Uitvoering controle

Dit artikel regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het dagelijks bestuur ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole en mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Het dagelijks bestuur is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de Regio Achterhoek. Ook is uitwisseling van informatie mogelijk over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole.

In het vierde lid zijn de deelnemers aan het periodieke overleg benoemd.

Artikel 5. Toegang tot informatie

Om een goede controle uit te kunnen voeren moet de accountant ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Dit artikel voorziet daarin. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met het algemeen bestuur, zoals neergelegd in het programma van eisen. Het artikel legt aan het dagelijks bestuur de plicht op zorg te dragen voor een onbelemmerde toegang tot alle werkruimten van de Regio en dat de regioambtenaren volledig meewerken aan de accountantscontrole.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de Regio die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. De bevoegdheid voor overige controles en opdrachten ligt bij het dagelijks bestuur. Hierbij moet gedacht worden aan controles in het kader van een specifieke uitkering, subsidievoorwaarden derden of een eigen onderzoek. Deze specifieke controles kunnen aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant worden opgedragen (lid 1), maar kunnen ook aan een andere accountant kunnen worden uitbesteed (lid 2 en 3). Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur vooraf over deze opdrachten. Voor zover mogelijk zullen dergelijke opdrachten genoemd worden in het controleprotocol.

Artikel 7. Rapportering

Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan de algemeen en dagelijks bestuur. Aanvullend daarop kan het algemeen bestuur in het programma van eisen aanvullende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant verlangen (artikel 6). Artikel 3 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Zaken die dan wel in het programma van eisen moeten worden geregeld.

Het eerste lid van dit artikel regelt, dat het algemeen en dagelijks bestuur in geval van geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, hierover direct een schriftelijke mededeling krijgen van de accountant. Dit opdat het dagelijks bestuur (in overleg met het algemeen bestuur en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen.

Het tweede lid van dit artikel regelt, dat het management een rapportage krijgt van de uitgevoerde (deel)controles. In deze rapportage worden kleine afwijkingen en tekortkomingen, van niet bestuurlijk belang, meegedeeld. Gedacht kan worden aan opmerkingen over rubriceringfouten en (kleine) onvolkomenheden in de administratieve organisatie, die eenvoudig in onderling overleg met het management kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rapportage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden.

In het derde lid van dit artikel is bepaald dat het dagelijks bestuur,voorafgaand aan verzending van de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan het algemeen bestuur, kanttekeningen kan plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.

Tot slot is in het vierde lid van dit artikel opgenomen, dat de accountant zijn verslag van bevindingen bespreekt met de vertegenwoordiging van de Regio, zoals genoemd in artikel 4 lid 3.

Artikel 8. Inwerkingtreding

De verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 213 Gemeentewet ingestelde verordening. Het artikel bepaalt dat de verordening van toepassing is op alle stukken van het genoemde begrotingsjaar en latere jaren. De jaarstukken van het vorige begrotingsjaar moeten nog voldoen aan de bepalingen uit de oude verordening.

Artikel 9. Citeertitel

Artikel geeft de naam, waarmee in de regionale stukken naar deze verordening moet worden verwezen.