Formulieren

Formulieren

Formulieren

Voor het openen van de formulieren dient u aan de linkerkant te klikken op formulieren en daarna op het formulier van uw keuze. Het kan zijn dat u eerst naar beneden moet scrollen met de blauwe balk om dit in beeld te krijgen.

Verzoek tot aan- en verkoop van verlofuren

Aanpassing arbeidsduur

Melding van agressie, geweld en seksuele intimidatie

Ambtsbelofte

Ambtseed

Beoordelingsformulier gewest Gooi en Vechtstreek

Declaratie consignatiediensten en telefonische bereikbaarheid, versie 01-05-2011

Detacheringsovereenkomst

Detacheringsovereenkomst (T)

Toelichting Model detacheringsovereenkomst

Detachering is niet geregeld in de CAR-UWO. Overplaatsing op grond van artikel 15:1:10 CAR-UWO is beperkt tot functies binnen het gezagsbereik van de gemeente. Een ambtenaar kan op grond van artikel 15:1:10 CAR-UWO niet verplicht worden tot detachering bij een andere werkgever. Daarom is de gedetacheerde partij in een detacheringsovereenkomst. Overigens heeft de ambtenaar wel de verplichting mee te werken aan detachering als maatregel ter bevordering van reïntegratie van een zieke werknemer (7:9, tweede lid, 7:11 en 7:16 CAR-UWO). Ook in dat geval is overigens aan te raden om de afspraken tussen drie partijen vast te leggen.

Deze model-overeenkomst is gemaakt voor detacheringen tussen gemeenten onderling, maar is ook bruikbaar voor detacheringen tussen gemeenten en andere werkgevers zoals gemeentelijke instellingen en private organisaties. Het gaat hierbij om rechtstreekse detachering zonder tussenkomst van een commercieel detacheringbureau.

Kenmerk van detachering is dat het formeel en feitelijk werkgeverschap uit elkaar worden getrokken. De uitlener is formeel werkgever, de inlener is feitelijk werkgever. Een relevante uitspraak van de CRvB over detachering is de uitspraak van 17 april 2003, TAR 2003/123. Het ging hier om een voortijdig afgebroken detachering binnen de Rijksoverheid op basis van een detacheringovereenkomst in het kader van Interim Functievervulling. Tegen de beëindiging had gedetacheerde bezwaar en beroep ingesteld. De Raad oordeelde dat de IF-functie, gelet op de aard en de inhoud, op één lijn gesteld diende te worden met een tijdelijke aanstelling. De gedetacheerde had dus met zowel de uitlener als de inlener een ambtelijke rechtsverhouding. IF-detachering impliceerde dat de werkgever aan gedetacheerde buitengewoon verlof had verleend voor de duur van de detachering. Beëindiging van de detachering wordt beschouwd als ontheffing uit de IF-functie. Wat de aard is van de door detachering ontstane ambtelijke rechtsverhouding tussen inlener en gedetacheerde is uit deze uitspraak niet geheel op te maken. In ieder geval kan geconcludeerd worden dat zowel uitlener als inlener bevoegd zijn rechtspositionele besluiten te nemen jegens gedetacheerde en dat gedetacheerde tegen deze besluiten bezwaar kan maken.

Toelichting vertegenwoordiging en ondertekening

Een besluit tot het aangaan van een overeenkomst wordt door het college genomen op grond van artikel 160 Gemeentewet. Deze bevoegdheid kan gemandateerd zijn aan een lid van het college of een ambtenaar.

De overeenkomst wordt aangegaan door de gemeente als rechtspersoon. In het privaatrecht wordt een rechtspersoon bij het aangaan van een overeenkomst altijd vertegenwoordigd. Een gemeente wordt vertegenwoordigd door de burgemeester op grond van artikel 171 Gemeentewet. Het is dus de burgemeester die de overeenkomst ondertekent. De burgemeester kan de vertegenwoordigingsbevoegdheid aan een ander opdragen. Daartoe dient de burgemeester een volmacht (privaatrechtelijk tegenhanger van mandaat) te geven aan die andere persoon. Dat kan bijvoorbeeld zijn een lid van het college, een hoofd P&O of een diensthoofd.

Indien de werkgever of inlener geen gemeente is gelden andere regels voor rechtsgeldige ondertekening.

Toelichting overwegingen

Bij de overwegingen wordt omschreven wat de achtergrond en de bedoeling is van de detachering. Verwezen kan worden naar een bestuurlijke overeenkomst of besluit tot samenwerking.

Toelichting duur en omvang van detachering (artikel 1)

Detachering is in principe een tijdelijke tewerkstelling. Na afloop van de detacheringsperiode keert de gedetacheerde terug in zijn functie bij zijn werkgever (of neemt de inlener gedetacheerde formeel in dienst). Zo wordt de feitelijke situatie (feitelijke werkzaamheden) weer in overeenstemming gebracht met de formele situatie (formeel dienstverband).

Het is mogelijk om een korte detacheringsperiode bij wijze van proef af te spreken en te bepalen dat de overeenkomst wordt verlengd afhankelijk van het verloop van een functioneringsgesprek.

In het geval van detachering naar een private organisatie hanteerde het ABP in het verleden de beleidsregel dat de detachering niet langer mocht duren dan circa twee jaar. Na twee jaar kon het overheidswerknemerschap, en daarmee het deelnemerschap in het pensioenreglement, eindigen. Deze beleidsregel hing samen met de opvatting die de Centrale Raad van Beroep tot 2001 huldigde dat bij langdurige detachering van een ambtenaar bij een instelling die niet tot de openbare dienst behoorde het ambtenaarschap verloren ging. Sinds de uitspraak van de CRvB van 22 februari 2001, 99/4682 AW, geldt echter de opvatting dat een ambtelijke aanstelling alleen beëindigd kan worden door ontslag. Bij detachering loopt deelname aan de ABP-pensioenregeling door. Detachering kan dus zonder gevolgen langer dan twee jaar voortduren.

In de praktijk kan er behoefte zijn aan langdurige/permanente detachering. Dat kan een situatie zijn waarin een ambtenaar ten gevolge van privatisering of herplaatsing elders te werk wordt gesteld maar een wijziging in zijn aanspraken niet wenselijk is, bijvoorbeeld in verband met zijn gevorderde leeftijd of onzekere gezondheidstoestand. Indien bepaald wordt dat iemand gedetacheerd wordt ‘voor onbepaalde tijd’ kan deze modelovereenkomst echter niet zonder meer gevolgd worden. Een permanente detachering heeft immers meer rechtspositionele betekenis dan een normale, tijdelijke detachering. De inhoud van de overeenkomst dient dan afgestemd te worden op de omstandigheden en bedoelingen van partijen. Zo kan er vanuit de gedetacheerde en de werkgever behoefte bestaan aan meer waarborgen tegen tussentijdse beëindiging.

Ook bij structurele samenwerking tussen gemeenten op een bepaald vakgebied zal organisatorisch behoefte kunnen bestaan aan een langdurige uitleenconstructie. Het ligt voor de hand om de detacheringovereenkomst dan jaarlijks te verlengen zolang de omstandigheden zich niet wijzigen.

Duur van de detachering en artikel 2:4 CAR-UWO (‘Flexwet’) artikel 2:4 CAR-UWO gaat over het maximum aantal tijdelijke aanstellingen en de maximale tijdelijke aanstellingsduur voorafgaand aan een vast dienstverband. Een detachering is geen aanstelling en zou hier in beginsel dus buiten vallen, evenals bijvoorbeeld een periode van uitzendwerk. Er zijn echter twee uitspraken van de CRvB waarin (vormen van) detachering binnen het Rijk respectievelijk tussen gemeenten op één lijn werden gesteld met een tijdelijke aanstelling. Dit leidde er toe dat de periode van detachering meetelde in de keten van aanstellingen. Het gaat hier om de uitspraak gepubliceerd in TAR 2003/123 en om de uitspraak van de CRvB van 11 november 2004, 03/3379 AW (TAR 2005/9). In deze laatste uitspraak deed de situatie zich voor dat een wachtgelder van een gemeente na een periode van detachering bij een andere gemeente aldaar een tijdelijke aanstelling kreeg die na enkele verlengingen afliep. De Raad oordeelde dat de detachering meetelde in de keten van aanstellingen. Niet duidelijk is of iedere detachering tussen twee bestuursorganen ‘gegeven de aard en inhoud van de opdracht’ op één lijn gesteld moet worden met een tijdelijke aanstelling.

Bij het kiezen voor aanstelling of detachering in een opeenvolgende reeks moet voorts rekening worden gehouden met de beginselen van behoorlijk bestuur. Een opeenvolging van detacheringen en aanstellingen mag geen misbruik opleveren.

In de praktijk moet men bedacht zijn op detacheringsituaties waarin de gedetacheerde ofwel niet terug kan keren naar zijn oorspronkelijke functie bij de werkgever ofwel niet terug wil keren naar die functie. In beide gevallen kan gedetacheerde er belang bij hebben om bij de inlener in dienst te komen. Indien voorafgaand aan de detachering duidelijk is dat gedetacheerde na afloop niet in zijn functie bij de werkgever terug zal keren, zullen partijen over deze situatie met elkaar afspraken moeten maken.

Omvang van de detachering Detachering kan zowel voor de volledige omvang van het dienstverband als voor een (klein) gedeelte daarvan. Dat laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het instellen van een pool van medewerkers op een bepaald vakgebied tussen meerdere gemeenten.

Toelichting verplichtingen gedetacheerde (artikel 3)

Leiding en verantwoordelijkheid van de inlener: een wezenlijk kenmerk van detachering is dat het dienstverband met de werkgever in stand blijft terwijl de werknemer feitelijk werkt bij de inlener. De werkgever blijft formeel het bevoegd gezag behouden terwijl de feitelijke, dagelijkse leiding over de werkzaamheden bij de inlener komt te liggen.

Voorschriften van de inlener: deze kunnen betrekking hebben op de vakinhoud maar ook op de veiligheid en gezondheid van de gedetacheerde. Er bestaat een direct verband tussen de zeggenschap van de inlener over de werkzaamheden en gedragingen van gedetacheerde en de aansprakelijkheid van de inlener voor schade die daaruit voortvloeit.

Geldende reglementen en voorschriften: hierbij kan gedacht worden aan de regels met betrekking tot email- en internetgebruik, beveiliging, werktijden, verlofaanvragen, ziekmelding, declaraties en een gedragscode.

Toelichting verplichtingen inlener (artikel 4)

Functioneringsgesprekken: er kan uiteraard een andere frequentie dan éénmaal per half jaar worden afgesproken. Ook de werkgever dient als bevoegd gezag op de hoogte te zijn van het functioneren van gedetacheerde. Indien gewenst kan de werkgever bij het functioneringsgesprek aanwezig te zijn. Afhankelijk van de omstandigheden kan ook worden bepaald dat de inlener beoordelingsgesprekken met gedetacheerde voert dan wel als informant aanwezig is bij beoordelingsgesprekken tussen werkgever en gedetacheerde.

De inlener heeft een zorgplicht ten aanzien van gedetacheerde, onder meer op grond van de arbowet. In het ambtenarenrecht wordt aansluiting gezocht bij de zorgplicht zoals geregeld in artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek.

Voor de inlener geldt overigens geen verificatieplicht ten aanzien van de gedetacheerde in het kader van de Wet op de identificatieplicht; deze ligt bij de werkgever.

Toelichting salaris en overige arbeidsvoorwaarden (artikel 5)

Handhaving rechtspositie: kenmerk van detachering is dat het dienstverband met de werkgever in stand blijft. Hoofdregel is dat de voor dat dienstverband geldende rechtspositie van toepassing blijft. Waar dat wenselijk is kunnen in deze overeenkomst andere afspraken worden gemaakt.

Zo zijn in deze modelovereenkomst de werktijdenregeling en de vergoedingsregelingen voor dienstreizen en dienstkleding van de inlener van toepassing verklaard, waaraan eventueel ook de vergoedingsregeling woon-werkverkeer toegevoegd kan worden. Verder zijn enkele bepalingen uit de CAR-UWO over schade van toepassing verklaard in de relatie tussen inlener en gedetacheerde.

In het kader van de Wet op de ondernemingsraden (artikel 1, derde lid) behoudt gedetacheerde zijn medezeggenschapsrechten bij de werkgever. In het geval de inlener toepassing heeft gegeven aan artikel 6, vierde lid, van de WOR kan gedetacheerd personeel bovendien bij de inlener actief en passief kiesrecht hebben.

Salaris: afhankelijk van de situatie kan het salaris dan wel de bezoldiging als uitgangspunt worden genomen. Onder salaris wordt verstaan het bedrag van de geldende salarisschaal; onder bezoldiging wordt verstaan het salaris plus emolumenten en toelagen. In de regel zal het salaris van gedetacheerde ten gevolge van de detachering geen verandering ondergaan. De situatie kan zich voordoen dat de werkzaamheden van gedetacheerde bij de inlener hoger of lager ingeschaald zijn dan bij de werkgever. Ook in deze situatie kan het salaris van de gedetacheerde in principe ongewijzigd blijven. Tussen partijen kan, afhankelijk van de wederzijdse onderhandelingsposities, de ‘winst’ dan wel het ‘verlies’ van de inlener verrekend worden in de detacheringvergoeding dan wel ten goede komen aan de gedetacheerde.

Indien het gaat om detachering in een andere betrekking waarvoor een hogere schaal geldt dan de functie bij de werkgever, kan een persoonlijke toelage worden toegekend voor de duur van de detachering in de betreffende functie.

Toelagen en emolumenten: indien er sprake is van toelagen en emolumenten moet beoordeeld worden of deze gedurende de detachering in stand dienen te blijven. Persoonlijke toelagen ondergaan in beginsel geen verandering. Toelagen die samenhangen met de functie zoals een toelage bereikbaarheidsdienst of onregelmatige dienst zullen stopgezet worden indien er gedurende de detachering geen sprake is van bereikbaarheids- of onregelmatige diensten. Maar het kan ook voorkomen dat dergelijke diensten bij de inlener juist vaker aan de orde zijn dan in de functie bij de werkgever. In beide gevallen wijzigt het salaris op zichzelf niet, maar wel de bezoldiging (het salaris vermeerderd met emolumenten en toelagen, zie artikel 3:1, tweede lid, onder c, CAR-UWO).

Andere betalingen: dit kunnen bijvoorbeeld zijn een vergoeding woon-werkverkeer, een tegemoetkoming kinderopvang of overwerk.

Toelichting verlof (artikel 6)

Het eerste lid ziet op regulier verlof: vakantie en eventueel opgebouwde ADV. De verlofaanspraak wordt bepaald door de rechtspositie bij de werkgever. Gedetacheerde neemt zijn verloftegoed mee naar de inlener. Afgesproken kan worden dat gedetacheerde gedurende de detachering ADV blijft opbouwen en opnemen zoals gebruikelijk bij de werkgever. Ook verleend studieverlof kan bij het verloftegoed betrokken worden.

Inlener verleent verlof: formeel geldt de rechtspositie van gedetacheerde en verleent de werkgever het verlof. Omdat in de dagelijkse praktijk de inlener zeggenschap zal willen hebben over verlofopname is in afwijking van de formele situatie bepaald dat de inlener het verlof verleent. In het geval van deeltijd-detachering zal gedetacheerde het verlof aanvragen bij de inlener en/of werkgever, afhankelijk van waar hij de betreffende periode werkzaam zou zijn.

Bij kortdurend buitengewoon verlof kan gedacht worden aan calamiteitenverlof, ander kort verzuimverlof of kortdurend zorgverlof. Hiervoor is in dit model om praktische redenen eveneens bepaald dat de inlener dit verleent. Het opnemen van verlof met behoud van bezoldiging zoals kort verzuimverlof brengt volgens deze modelovereenkomst geen wijziging in de detacheringsvergoeding. Dat wil zeggen dat de werkgever het normale salaris uitbetaalt aan de gedetacheerde en vervolgens in rekening brengt bij de inlener. Kortdurend zorgverlof komt echter voor de helft voor de rekening van de ambtenaar. De werkgever zal dit deel van het salaris niet uitbetalen aan de ambtenaar en dus in mindering brengen op de door inlener verschuldigde detacheringsvergoeding. Zie ook artikel 9 tweede lid.

Bij langdurig verlof kan gedacht worden aan zwangerschaps- en bevallingsverlof, langdurig buitengewoon verlof, verlof wegens non-activiteit of ouderschapsverlof. Het verlenen van dergelijk verlof ligt minder voor de hand in het kader van detachering. Aangezien er een wettelijk recht op verschillende verlofvormen bestaat zal in overleg tussen partijen besloten moeten worden hoe in die situatie te handelen. Beëindiging van de overeenkomst kan bijvoorbeeld wenselijk zijn.

Bij het van toepassing verklaren van de werktijdenregeling van de inlener moet er rekening mee worden gehouden dat daarin de opbouw van compensatie-uren (ADV) kan zijn opgenomen, hetgeen bijvoorbeeld niet gewenst zal zijn indien de werkgever geen ADV kent. Uit het eerste lid blijkt dat over ADV afspraken moeten worden gemaakt.

Ook de verplichting tot het opnemen van verlof op door inlener aangewezen feest- en gedenkdagen waarop de dienst van inlener gesloten is, maakt deel uit van de werktijdenregeling. Op deze dagen dient gedetacheerde verlof op te nemen. De detacheringsvergoeding wijzigt hierdoor niet.

Toelichting ziekte (artikel 7)

Langdurige ziekte: in deze modelovereenkomst bepalen partijen van te voren dat ziekte na zes weken voor rekening van de werkgever komt. Uiteraard kan de grens liggen bij een andere periode en/of bij een bepaald arbeidsongeschiktheidspercentage. In sommige gevallen kan het wenselijk zijn om bij langdurige (gedeeltelijke) ziekte de detacheringsovereenkomst te beëindigen dan wel vervanging te regelen. Zie de toelichting bij artikel 14 van deze overeenkomst.

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding: het is in deze modelovereenkomst de bedrijfarts van de werkgever die de verzuimbegeleiding uitvoert ongeacht de duur van het ziekteverzuim. Dit omdat de werkgever verantwoordelijk is voor het voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wet verbetering poortwachter.

Indien gedetacheerde arbeidsongeschikt wordt zal dit gevolgen hebben voor de gedifferentieerde premie van de werkgever, ongeacht of de eerste ziektedag in een detacheringsperiode valt.

Toelichting opleidingskosten, kosten dienstreizen, woon-werkverkeer (artikel 8)

Vergoeding opleidingskosten, reis- en verblijfskosten en dienstkleding: in dit artikel is uitgegaan van rechtstreekse verstrekking of rechtstreekse vergoeding door de inlener aan de gedetacheerde. De detacheringsvergoeding wijzigt in dat geval niet.

Woon-werkverkeer (lid 3): er kan alleen een bepaling worden opgenomen over vergoeding van kosten woon-werkverkeer indien de inlener daarvoor een vergoedingsregeling heeft vastgesteld. Wordt de reiskostenvergoeding rechtstreeks door de inlener betaald dan dient een eventuele reiskostenvergoeding door de werkgever uiteraard stopgezet te worden. Er kan ook voor gekozen worden om de kosten woon-werkverkeer bij de werkgever te laten en door te berekenen in de detacheringsvergoeding (zie artikel 9). Dat heeft de voorkeur indien er geen verschil in reiskosten voor gedetacheerde optreedt. Ook is het mogelijk de reiskostenvergoeding door de werkgever te handhaven en eventuele meerkosten ten gevolge van een grotere afstand woon-werkverkeer vanwege de detachering door de inlener rechtstreeks aan de gedetacheerde te vergoeden.

Toelichting detacheringsvergoeding (artikel 9)

Als uitgangspunt kan worden gehanteerd dat de inlener alle kosten van de werkgever vergoedt die hij zou hebben gedragen indien de gedetacheerde bij hem in dienst zou zijn. Samenstelling van de detacheringsvergoeding: in beginsel worden de totale bruto loonkosten doorberekend aan de inlener. De bruto loonkosten omvatten het salaris inclusief vakantietoelage en eindejaarsuitkering, eventuele toelagen en vergoedingen en alle sociale lasten zoals premies werknemersverzekeringen, pensioenpremie en premie IZA. Zie voor een uitleg van het begrip emolumenten en toelagen de toelichting bij artikel 5 van deze overeenkomst.

Kosten woonwerkverkeer: er kan voor gekozen worden om de vergoeding van kosten woonwerkverkeer bij de werkgever te laten en door te berekenen in de detacheringsvergoeding. Een alternatief is om de kosten woon-werkverkeer rechtstreeks door de inlener aan gedetacheerde te laten betalen (artikel 8, derde lid).

Andere betalingselementen: in artikel 5, derde lid, is bepaald dat de werkgever gehouden is het salaris en andere betalingen aan gedetacheerde te doen. Dit kan bijvoorbeeld een tegemoetkoming kinderopvang of vergoeding overwerk zijn. Deze kosten worden via de detacheringsvergoeding doorberekend aan de inlener.

Langdurig ziekteverzuim: in artikel 7 van deze modelovereenkomst is bepaald dat de salariskosten bij ziekteverzuim tot zes weken worden doorberekend aan inlener en bij ziekteverzuim na zes weken door de werkgever worden gedragen.

Verlof: uit artikel 6, tweede lid, vloeit voort dat verlof dat voor rekening van de gedetacheerde ambtenaar zelf komt in mindering wordt gebracht op de detacheringsvergoeding. Dit gedeelte van het salaris wordt immers ook niet door de werkgever aan gedetacheerde uitbetaald. Zie de toelichting op artikel 6.

BTW: het detacheren van personeel door een publiekrechtelijk lichaam wordt beschouwd als een prestatie die het publiekrechtelijk lichaam in zijn hoedanigheid van ondernemer (en niet als overheid) verricht. Daarom dient de inlener hierover omzetbelasting te betalen aan de uitlenende gemeente (de werkgever). De werkgever brengt bij de detachering 19,0% BTW in rekening aan de inlener. De inlenende gemeente kan de betaalde BTW declareren bij het BTW-compensatiefonds. De werkgever draagt de ontvangen BTW af aan de belastingdienst. De heffing van omzetbelasting kan alleen achterwege blijven indien de detachering plaatsvindt ter bevordering van de arbeidsmobiliteit van gedetacheerde en indien daarbij aan een aantal voorwaarden is voldaan. Zo moet het gaan om mobiliteitsbeleid dat voor het gehele personeel geldt, moet er een ‘loopbaancontract’ tussen partijen worden afgesproken en mag de detachering niet langer duren dan 12 maanden. Zie voor de voorwaarden het besluit van de plaatsvervangend directeur-generaal Belastingsdienst van 31 juli 2000, nr. RTB2000/1326M.

Bij detachering van personeel aan een (orgaan op basis van een) gemeenschappelijke regeling gelden andere regels met betrekking tot de compensatie van BTW. Meer informatie hierover is te vinden in het document ‘Transparantie samenwerkingsverbanden in het BTW-compensatiefonds’ van het Ministerie van Financiën, 2003 op www.samenwerkeninuitvoering.nl

De detacheringsvergoeding maakt in dit model deel uit van de drie-partijen-overeenkomst. Het gaat echter eigenlijk om afspraken tussen werkgever en inlener waar gedeatcheerde buiten staat. Er kan voor gekozen worden de afspraken over de detacheringsvergoeding in een afzonderlijke overeenkomst tussen werkgever en inlener vast te leggen, eventueel aangevuld met nadere zakelijke afspraken.

Toelichting geheimhouding en integriteit (artikel 10)

Het verdient aanbeveling om voorafgaand aan de detachering na te gaan of de gedetacheerde nevenactiviteiten verricht die op gespannen voet (kunnen komen te) staan met de bij inlener te verrichten werkzaamheden en daar in dat geval afspraken over te maken.

Toelichting schade en aansprakelijkheid (artikel 11)

De werkgeversaansprakelijkheid voor schade aan derden veroorzaakt door ondergeschikten wordt geregeld in artikel 6:170 Burgerlijk Wetboek. Indien er sprake is van meerdere werkgevers kunnen beiden aansprakelijk gesteld worden. Artikel 6:170 bepaalt dat de werkgever die zeggenschap heeft over de gedragingen van de ondergeschikte aansprakelijk is. De zorgverplichting van de werkgever tegenover de ondergeschikte is vastgelegd in artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek. De werkgever dient maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt bij het werk. Uit deze zorgverplichting volgt aansprakelijkheid voor schade die de ondergeschikte lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Binnen het ambtenarenrecht wordt op dit artikel aangesloten omdat het ambtenarenrecht geen vergelijkbaar artikel kent.

Aansprakelijkheid inlener: in het eerste lid is vastgelegd is dat de inlener aansprakelijk is voor schade voorzover deze verband houdt met de uitoefening van de functie door gedetacheerde. Het gaat hier om alle soorten schade: schade van derden, schade van de inlener zelf en schade van de gedetacheerde, zowel zaakschade als letselschade. Door middel van het vijfde lid kan de inlener de schade op de gedetacheerde verhalen voor zover er sprake is van eigen schuld of nalatigheid. Het zesde lid bepaalt nader hoe om te gaan met schade aan kleding, toerusting en auto van de gedetacheerde. In het geval van zware letselschade/arbeidsongeschiktheid van gedetacheerde kan afhankelijk van de omstandigheden sprake zijn van een verdeling van de aansprakelijkheid over inlener en werkgever.

Vrijwaring door inlener: het is gebruikelijk om als uitvloeisel van de aansprakelijkheid van de inlener te bepalen dat de formele werkgever door inlener wordt gevrijwaard tegen aanspraken.

Schade bij inlener door toedoen gedetacheerde: het eerste lid ziet ook op schade ontstaan bij de inlener zelf door toedoen van gedetacheerde. In het derde lid wordt uitdrukkelijk gesteld dat de werkgever daarvoor niet aansprakelijk is.

Aansprakelijkheidsverzekering: voor gemeenten geldt in het algemeen dat ondergeschikten, waaronder ook gedetacheerden, uitzendkrachten en stagiaires, adequaat zijn verzekerd op de polis van de gemeente. Indien de inlener een gemeenschappelijke regeling is (of een niet-gemeentelijke instelling) dient deze na te gaan of de juiste voorwaarden gelden en of de verzekerde som toereikend is.

Schuld en nalatigheid gedetacheerde: de inlener is in beginsel aansprakelijk voor schade (zie eerste lid). Voor het geval de schade te wijten is aan schuld of nalatigheid van gedetacheerde is artikel 15:1:12 CAR-UWO van toepassing verklaard in de relatie inlener-gedetacheerde.

Schade aan kleding, toerusting en motorrijtuig van gedetacheerde: de CAR-UWO bevat nadere bepalingen over zaakschade van de ambtenaar (brillen, kleding, auto). De artikelen 15:1:23, 15:1:24 en 15:1:25 worden door middel van deze modelovereenkomst ook van toepassing in de rechtsverhouding tussen inlener en gedetacheerde. Dat is zinvol omdat de kans op schade groter is waar feitelijk wordt gewerkt. Ook het gebruik van de eigen auto in het kader van dienstreizen kan in het kader van detachering aan de orde zijn. De inlener kan met gedetacheerde hierover vooraf afspraken maken.

Toelichting wijzigingen (artikel 12)

Financiële gevolgen van wijzingen in de arbeidsvoorwaarden die werkgever verplicht is toe te passen komen voor rekening van inlener. Het gaat daarbij om door het LOGA vastgestelde salarismaatregelen en alle overige op grond van de CAR (en voor UWO-volgers: de CAR-UWO) verplichte wijzigingen, alsmede om wijzigingen in algemene, voor werknemers of burgers geldende, regelgeving.

Toelichting einde overeenkomst (artikel 13)

In de genoemde gevallen eindigt de overeenkomst zonder dat nadere actie van partijen nodig is. Andere redenen voor het van rechtswege eindigen van de overeenkomst kunnen liggen in de afspraken over samenwerking die ten grondslag liggen aan de detacheringovereenkomst en kunnen aan dit artikel toegevoegd worden.

Toelichting tussentijdse beëindiging (artikel 14)

Met wederzijds goedvinden: in onderling wederzijds overleg zal ook het tijdstip van beëindiging vastgesteld moeten worden.

Opzeggen: uitgangpunt is dat detachering op vrijwillige medewerking van alle partijen berust. Er zijn diverse situaties denkbaar waarin één of meer partijen in redelijkheid niet gehouden kunnen worden aan de overeenkomst. Gedacht kan worden aan langdurige ziekte van de gedetacheerde, onvoldoende functioneren van de gedetacheerde, een arbeidsconflict, bijzondere gewijzigde omstandigheden bij werkgever of inlener (zoals reorganisatie) of zwaarwegende persoonlijke omstandigheden van gedetacheerde. Dringende reden: van een dringende reden bij de inlener kan onder meer sprake zijn in het geval gedetacheerde zich schuldig maakt aan plichtsverzuim van enig gewicht zoals werkweigering, herhaaldelijk ongeoorloofd verzuim of diefstal.

Andere redenen voor beëindiging kunnen liggen in de afspraken over samenwerking die ten grondslag liggen aan de detacheringovereenkomst. Indien gewenst kunnen relevante omstandigheden in de overeenkomst zelf worden vastgelegd.

In deze modelovereenkomst is niet de bevoegdheid tot het opleggen van straf bij de inlener neergelegd. Indien er sprake is van plichtsverzuim van enige betekenis kan dat een reden zijn om de overeenkomst op te zeggen. Het is verder aan de werkgever om rechtspositionele maatregelen op te leggen.

Nadere rechtspositionele waarborgen voor gedetacheerde (bijvoorbeeld de verplichting tot formele beoordeling) zijn in dit model niet opgenomen. De gedachte daarachter is dat deze bescherming in principe niet nodig is omdat bij beëindiging van de detachering gedetacheerde terugkeert in zijn oorspronkelijke positie bij de werkgever. Bij een detachering voor onbepaalde tijd kan dat anders liggen.

Een besluit in het kader van een detacheringsovereenkomst, zoals het besluit van de inlener om de detachering voortijdig te beëindigen, is een besluit in de zin van de Awb waarbij gedetacheerde belanghebbende is. Verwezen wordt naar de uitspraak van de CRvB gepubliceerd in TAR 2003/123.

Voorbereidingsformulier exit-gesprek

Vragenlijst exit-gesprek

Fietsproject, aanvulling op de arbeidsovereenkomst

Dit is een overeenkomst ter overdracht van de fiets en is onlosmakelijk verbonden met het ingevulde en ondertekende NFP fietsformulier en NFP afleverdocument van de fiets.

Functiewijziging, versie 01-12-2010

Functioneringsgesprek Dagelijks Bestuur met secretaris/directeuren

Verslag functioneringsgesprek versie januari 2011

Integriteitsverklaring

Melding opnemen levenslooptegoed

Verzoek onbetaald verlof tbv de gemeentelijke levensloopregeling, december 2010

Wijziging of beëindigen deelname aan de levensloopregeling, december 2010

Melding deelname aan de gemeentelijke levensloopregeling, december 2010

Meerkeuzemodel arbeidsvoorwaarden (cafetariamodel)

Meerkeuzemodel arbeidsvoorwaarden (cafetariamodel, hoofdstuk 4a)

Melding- en registratie nevenwerkzaamheden, december 2010

Melding van een ongeval

Formulier dat door de (sector/rayon)manager ingevuld dient te worden, direct ná een ongeval tijdens de uitoefening van de werkzaamheden van een medewerker.

Verzoek om (on)betaald ouderschapsverlof, versie december 2010

Overwerkopgave

Er is sprake van overwerk indien werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht worden verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week. Overwerkuren worden niet meegenomen in de opbouw van vakantierechten, het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering en de pensioenpremie.

Personeelsvoorstel, december 2010

Verstrekking persoonlijke beschermingsmiddelen

POP-gesprek januari 2011

Reiskosten dienstreizen auto- en parkeerkosten, versie 01-01-2010

Declaratie inhuur tijdelijk personeel, reiskosten dienstreizen auto en parkeerkosten

Reiskosten dienstreizen brom- en fietskosten, versie 01-01-2010

Declaratie inhuur tijdelijk personeel, reiskosten dienstreizen bromfiets- en fietskosten

Reiskosten dienstreizen of woon-werkverkeer, declaratie openbaar vervoer, versie 01-06-2010

Declaratie Openbaar Vervoer inhuur tijdelijk personeel, reiskosten dienstreizen of woon-/werkverkeer

Reiskosten sollicitant, declaratie, versie 01-12-2010

Reiskosten woon-werkverkeer, declaratie dagvergoeding, versie 01-12-2010

Reiskosten woon-werkverkeer, declaratie inhuur tijdelijk personeel, versie 01-01-2011

Stageovereenkomst, model

Studiekosten, declaratie, versie 19-04-2011

Aanvraag studiekostenvergoeding, versie februari 2011

Telewerkovereenkomst

Declaratie toelage onregelmatige dienst, versie 21-02-2011

Declaratie verblijfskosten

Frequent verzuim

Lang verzuim

Vrijwilligersovereenkomst

Waarschuwingsformulier bij noodgevallen

Toestemming werven van personeel, versie december 2010

Melding van zwangerschaps- en bevallingsverlof, versie december 2010