Regeling vervallen per 06-01-2005

Bezoldigingsregeling

Geldend van 08-01-2013 t/m 05-01-2005

Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 onder a van de Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum en degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten.

  • b

    Maximumsalaris: het hoogste bedrag van een schaal (exclusief de verhogingen wegens diensttijduitloop oude structuur).

  • c

    Functionele eindschaal: de schaal die op basis van de functiewaardering (op grond van de Procedureregeling functiebeschrijving en –waardering van de gemeente Hilversum) en aan de hand van de vastgestelde conversie aan een functie is verbonden.

Artikel 2 Aanvang en beëindiging bezoldiging/duur bezoldiging

Het recht op bezoldiging vangt aan op de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op bezoldiging aan op de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Vaststelling salarisniveau

Het salaris van de ambtenaar wordt vastgesteld op een van de bedragen voorkomend in bijlage II of IIa van de ARH tenzij de functie waarin de ambtenaar is aangesteld voorkomt in de Bezoldigingsregeling burgerlijke stand van de gemeente Hilversum. In dat geval wordt het salaris vastgesteld op het bij die functie vermelde bedrag.

De ambtenaar wordt, met inachtneming van door het college vast te stellen Richtlijnen honoreringsbeleid van de gemeente Hilversum ingeschaald in de functionele eindschaal behorend bij zijn functie of in een van de twee direct daaraan voorafgaande schalen.

Zijn salaris wordt daarbij bepaald op:

  • a

    het bedrag vermeld achter het salarisnummer 0, wanneer hij 21 jaar of ouder is;

  • b

    het bedrag behorend bij zijn leeftijd, wanneer hij jonger is dan 21 jaar;

tenzij er naar het oordeel van het college aanleiding bestaat voor het toekennen van een hoger salaris.

Artikel 5 Periodieke verhoging van het salaris

Het salaris van de ambtenaar wordt periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag totdat het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal is bereikt.

De periodieke verhogingen worden toegekend:

  • a

    wanneer de ambtenaar op de datum van zijn aanstelling 21 jaar of ouder is en hij het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand, waarin zijn aanstelling één jaar is verstreken en nadien telkens na één jaar;

  • b

    wanneer de ambtenaar op de datum van zijn aanstelling jonger is dan 21 jaar, met ingang van de eerste dag van de maand, waarin zijn verjaardag valt en nadien telkens na één jaar.

Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid aan de ambtenaar een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.

Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na drie jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naasthogere bedrag.

Artikel 6 Extra periodiek

Het college kan aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal nog niet heeft bereikt, een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, toekennen op grond van:

  • a

    buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver;

  • b

    andere door het college van voldoende belang geachte werkzaamheden.

Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 5 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij het college anders bepaalt.

Artikel 7 Onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver

Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kan het college bepalen, dat ten aanzien van hem salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 5, achterwege worden gelaten.

Het college kan nadien bepalen, dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog worden toegekend.

Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen, welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 8 Overgang naar een hogere schaal

Het college kan de ambtenaar die nog niet is ingeschaald in zijn functionele eindschaal bevorderen naar een hogere schaal. Daarbij worden de Richtlijnen honoreringsbeleid van de gemeente Hilversum in acht genomen. Het salaris van de ambtenaar wordt dan vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de ambtenaar in de oude schaal genoot, dit onverminderd het bepaalde in artikel 6.

Voor ambtenaren die worden bezoldigd volgens bijlage II en IIa van de ARH, onverminderd het bepaalde in artikel 5, het salaris in de nieuwe schaal verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zoveel dat nodig is om te bereiken, dat het nieuwe salaris blijft uitgaan boven het salaris, dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

Voor ambtenaren die worden bezoldigd volgens bijlage II en IIa van de ARH, vindt de inschaling plaats op het bedrag direct volgend op het naasthogere bedrag, indien het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen.

Artikel 9 Garantie

Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de ARH, of herplaatsing wegens arbeidsongeschiktheid op grond van artikel 7:16 (ARH) kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen schaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 9a Arbeidsmarkttoelage

Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal een bedrag tot het maximum van de naasthogere schaal.

De arbeidsmarkttoelage eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Indien de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een arbeidsmarkttoelage aan de ambtenaar worden toegekend.

Gedurende de periode dat iemand onbetaald verlof geniet op grond van artikel 6:9 ARH bestaat geen recht op een arbeidsmarkttoelage. Bij deeltijdverlof wordt de toelage naar rato vastgesteld.

Artikel 10 Vergoeding voor wachtdiensten

De ambtenaar aan wie de verplichting als bedoeld in artikel 15:1:10 lid 2 onder c van de ARH is opgelegd ontvangt hiervoor een vergoeding per uur, tenzij bij de vaststelling van de bezoldiging met deze verplichting rekening is gehouden.

Per dag worden maximaal zestien wachtdiensturen vergoed. Acht nachtelijke uren komen niet voor vergoeding in aanmerking.

De vergoeding is afhankelijk van de mate waarin de medewerker in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt en bedraagt 30%, 20% of 10% van het uurloon behorend bij periodiek 11 van schaal 3 van bijlage II en IIa van de ARH.

De vergoeding bedraagt 30% als de medewerker bij een oproep binnen maximaal een half uur ter plaatse moet zijn. De vergoeding bedraagt 10% als de medewerker volledige bewegingsvrijheid heeft omdat hij bij een oproep niet ter plaatse hoeft zijn. In andere gevallen bedraagt de vergoeding 20%.

Bij het daadwerkelijk verrichten van werkzaamheden gedurende de wachtdienst is artikel 3:2:1 van de ARH van toepassing.  

Indien de ambtenaar wachtdienst moet verrichten op een feestdag als bedoeld in artikel 4:2:1 lid 1 van de ARH wordt het vakantieverlof met 7,2 uur vermeerderd.

De wachtdienstvergoeding wordt gerekend tot de bezoldiging, indien de ambtenaar tenminste op gemiddeld 60 kalenderdagen per jaar wachtdienst verricht.

Artikel 10a Piketregeling rampenbestrijding

Het college kan piketfuncties vaststellen met het oog op de paraatheid wegens rampenbestrijding en zware ongevallen.

De leden 1, 2 en 3 van artikel 10 zijn niet van toepassing op de piketfuncties bedoeld in het eerste lid.

Het college kan ambtenaren aanwijzen ter vervulling van de piketfuncties bedoeld in het eerste lid. Deze ambtenaren vervullen gezamenlijk een piketfunctie volgens een jaarlijks dekkend piketrooster dat wordt vastgesteld door de directeur van de dienst waarbinnen de piketfunctie valt.

De ambtenaar is verplicht om bij een oproep binnen maximaal een uur ter plaatse te zijn en in staat te zijn zijn werkzaamheden te verrichten.*

De ambtenaar bedoeld in het derde lid heeft aanspraak op een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt een evenredig deel van het voor de betreffende piketfunctie beschikbare bedrag.

Voor een piketfunctie bedoeld in het eerste lid is een jaarlijkse vergoeding beschikbaar van tweemaal het bedrag behorende bij periodiek 5 van schaal 9 (ARH bijlage 2, nieuwe structuur).

De jaarlijkse vergoeding voor het piket rampenbestrijding wordt naar rato verminderd voor de duur van de periode waarover iemand volledig onbetaald verlof geniet als bedoeld in artikel 6:9 ARH.

Artikel 10b Beleidsregel vergoeding inzet rampenbestrijding

De medewerker die ten behoeve van de rampenbestrijding buiten zijn reguliere werktijd ten behoeve van de rampenbestrijding (inclusief oefeningen) wordt ingezet voor werkzaamheden als logboekschrijver of voor het bedienen van verbindingsapparatuur, ontvangt per keer een vergoeding van € 50,00 bruto, naast de gewone overwerkvergoeding.

Artikel 11 Dienstwoning

Voor het van gemeentewege aan een ambtenaar verstrekte genot van woning, gas, elektra en/of water, alsmede voor kost en inwoning, wordt op zijn bezoldiging een korting toegepast op de voet van de bepalingen, zoals deze voor de burgerlijke rijksambtenaren zijn of nader worden vastgesteld.

In bijzondere gevallen kan door het college een regeling worden getroffen, welke afwijkt van die, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 12 Inconveniëntentoeslag

Voor de ambtenaren die een functie vervullen die is gewaardeerd in de hoofdgroepen I, II en III van het gemeentelijk functiewaarderingssysteem, kan het college, met inachtneming van de resultaten van de inconveniëntengradering en aan de hand van de vastgestelde conversietabel, de inconveniëntentoeslag bepalen.

Nadere regels omtrent de gradering zijn opgenomen in de Procedureregeling inconveniëntengradering van de gemeente Hilversum.

Voor de berekening van de toeslag wordt uitgegaan van het verschil tussen periodiek 3 en 4 van schaal 5 van de bijlage II en IIa van de ARH.

Bij het wegvallen of verminderen van de toeslag, anders dan op verzoek van de ambtenaar, is de Overgangsregeling na wegvallen onregelmatige diensten van de gemeente Hilversum zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

De inconveniëntentoeslag van de ambtenaar met een samengestelde functie of een functie in deeltijd, wordt vastgesteld op een evenredig deel van de toeslag, die voor hem zou gelden bij een volledige werktijd.

Artikel 12a Bedrijfshulpverleningstoelage

De ambtenaar die door het diensthoofd is aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 of als EHBO-er en die naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren heeft uitgevoerd, ontvangt een jaarlijkse toelage.

De toelage is gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 58a van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ( ook voor de ambtenaar die gelijktijdig bedrijfshulpverlener en EHBO-er is) en wordt uitgekeerd na afloop van het jaar bij het salaris van de maand februari.

De bedrijfshulpverleningstoelage wordt naar rato verminderd voor de duur van de periode waarover iemand volledig onbetaald verlof geniet als bedoeld in artikel 6:9 ARH.

Artikel 13 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen, waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Bezoldigingsregeling gemeente Hilversum”.

Laatstelijk gewijzigd op 6 januari 2005.

Artikel 10a

Bij deeltijdverlof kun je de piketdienst blijven draaien en houdt je dus recht op de toelage.

Artikel 12a

Bij deeltijdverlof kun je bedrijfshulpverlener blijven en houdt je dus recht op de toelage.

Ondertekening


Noot
*

Ter verduidelijking van lid 4: daar valt dan voldoende nuchter zijn onder, maar ook bijvoorbeeld iemand anders regelen bij ziekte.