INSTELLINGSBESLUIT SPEERPUNTBERADEN REGIO RIVIERENLAND

Geldend van 21-03-2018 t/m heden

Intitulé

INSTELLINGSBESLUIT SPEERPUNTBERADEN REGIO RIVIERENLAND

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland,

gezien het besluit van 19 november 2014 waarbij de wijze van samenwerken zoals deze op 25 juni 2014 als voornemen is voorgelegd, definitief is vastgesteld,

gelet op artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

B E S L U I T :

vast te stellen het navolgende:

INSTELLINGSBESLUIT SPEERPUNTBERADEN REGIO RIVIERENLAND

Artikel 1 begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Regio Rivierenland;

  • b.

    betrokken gemeenten: de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland;

  • c.

    Speerpuntberaad:de commissie van advies als bedoeld in artikel 24 van de wet;

  • d.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regio Rivierenland;

  • e.

    regeling: de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland;

  • f.

    ondersteuner: de ambtelijk ondersteuner van het Speerpuntberaad;

  • g.

    voorzitter: de voorzitter van het Speerpuntberaad;

  • h.

    werkgebied: het beleidsveld en de thema's waarbinnen het Speerpuntberaad zijn adviserende taken vervult.

  • i.

    wet: Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 2 Speerpuntberaden

  • 1. Er is een Speerpuntberaad Agribusiness, dat zich richt op de thema's in het vastgestelde meerjarenprogramma voor het Speerpunt Agribusiness.

  • 2. Er is een Speerpuntberaad Economie en Logistiek, dat zich richt op de thema's in het vastgestelde meerjarenprogramma voor het Speerpunt Economie en Logistiek

  • 3. Er is een Speerpuntberaad Recreatie en Toerisme, dat zich richt op de thema's in het vastgestelde meerjarenprogramma voor het Speerpunt Recreatie en Toerisme.

Artikel 3 taken en bevoegdheden

  • 1. De Speerpuntberaden zijn binnen hun werkgebied c.q. Speerpunt bevoegd het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent:

    • a.

      het vaststellen van de meerjarenprogramma's en de startdocumenten voor projecten onder de Speerpunten en de uitvoering daarvan;

    • b.

      de jaarlijkse (of periodieke) herziening dan wel de periodieke vaststelling van uitvoeringsprogramma's onder de onder a. genoemde programma's en documenten;

    • c.

      investeringsvoorstellen die gerelateerd zijn aan de onderwerpen in de meerjarenprogramma's en de startnotities zoals bedoeld onder a;

    • d.

      lobby en branding gerelateerd aan het Speerpunt;

    • e.

      andere aangelegenheden binnen het Speerpunt.

  • 2. De Speerpuntberaden oefenen hun adviserende bevoegdheden uit binnen de door het bestuur vastgestelde (financiële) kaders.

  • 3. De Speerpuntberaden kunnen stuurgroepen instellen voor subtaken, waarbij vooral de nadruk ligt op voorbereiding, uitvoering en advisering op deelterreinen van het Speerpunt. Het Speerpuntberaad beslist over de taken, bevoegdheden en samenstelling van een stuurgroep.

  • 4. De Speerpuntberaden kunnen beschikken over een eigen, jaarlijks vast te stellen werkbudget. De voorzitter van het Speerpuntberaad heeft het mandaat externe verplichtingen aan te gaan tot maximaal de hoogte van het werkbudget voor het betreffende Speerpuntberaad voor dat kalenderjaar.

  • 5. Adviezen en overige stukken die van de Speerpuntberaden uitgaan worden ondertekend door de voorzitter.

Artikel 4 samenstelling en benoeming

  • 1. Het Speerpuntberaad bestaat uit:

    • a.

      een voorzitter aangewezen door het algemeen bestuur uit zijn midden;

    • b.

      een lid per betrokken gemeente aangewezen door het college van de betrokken gemeente uit zijn midden.

  • 2. De colleges van de betrokken gemeenten wijzen voor ieder lid een plaatsvervanger aan die een lid bij verhindering of ontstentenis vervangt.

  • 3. Het algemeen bestuur wijst een plaatsvervangend voorzitter aan die de voorzitter bij verhindering of ontstentenis vervangt.

  • 4. Het lidmaatschap van een Speerpuntberaad eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de raad afloopt of zodra men ophoudt lid te zijn van het college.

Artikel 5 vergaderingen

  • 1. Het Speerpuntberaad vergadert volgens een jaarlijks vast te stellen vergaderschema, en voorts zo vaak als het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van het Speerpuntberaad dit nodig achten, of indien twee leden van een Speerpuntberaad, onder opgaaf van redenen, daarom verzoeken.

  • 2. Van het vergaderschema, bedoeld in het eerste lid, kan worden afgeweken.

  • 3. Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen, waarbij elke gemeente een stem heeft. De voorzitter stemt niet mee. Indien de stemmen staken, dan beslist de voorzitter.

  • 4. Uit het reglement van orde voor het Algemeen Bestuur zijn de volgende bepalingen van overeenkomstige toepassing voor de vergaderingen van de Speerpuntberaden: artikel 2, leden 1 en 2, artikel 5, artikel 6, artikel 7, artikel 11, artikel 12, artikel 16,en artikel 37.

Artikel 6 ondersteuner

  • 1. De ondersteuner van het Speerpuntberaad is een daartoe door de secretaris van Regio Rivierenland aangewezen medewerker in dienst van of werkzaam voor het openbaar lichaam Regio Rivierenland.

  • 2. Bij verhindering of ontstentenis wordt de ondersteuner van het Speerpuntberaad vervangen door een daartoe aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. De ondersteuner is het Speerpuntberaad behulpzaam in alles wat de aan hem opgedragen taak aangaat.

  • 4. De ondersteuner woont de vergaderingen van het Speerpuntberaad bij.

Artikel 7 slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie ervan.

  • 2. Dit besluit kan worden aangehaald als : Instellingsbesluit Speerpuntberaden Regio Rivierenland.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland van 24 juni 2015.
Het algemeen bestuur voornoemd,
De voorzitter,
De secretaris

Toelichting Instellingsbesluit Speerpuntberaden

Algemeen

Met ingang van 2015 is de bestuurlijke samenwerking binnen Regio Rivierenland georganiseerd via drie Speerpuntberaden,namelijk :

  • -

    het Speerpuntberaad Agribusiness

  • -

    het Speerpuntberaad Economie en Logistiek

  • -

    het Speerpuntberaad Recreatie en Toerisme

De Speerpuntberaden zijn ingericht als adviescommissies aan het dagelijks en algemeen Bestuur van Regio Rivierenland.

De speerpuntberaden richten zich op de procesmatige aansturing van onze drie regionale speerpunten. Dit doen zij aan de hand van een meerjarenprogramma. Elk meerjarenprogramma omschrijft welke opgaven gerealiseerd gaan worden en welke bestuurlijke projecten bijdragen aan het gestelde doel. Een meerjarenprogramma moet de instemming hebben van de meerderheid van de raden en van het Algemeen Bestuur. Het is aan het speerpuntberaad om de uitvoering van het programma te regisseren. Daartoe heeft elk beraad de regie over de projecten die onder het beraad worden uitgevoerd, bewaakt het de samenhang en vervult het een verbindende en coördinerende rol. Een essentiële taak van elk speerpuntberaad is het maken van afspraken over hoe het betreffende speerpunt wordt uitgedragen naar hogere overheden en maatschappelijke partners. Aspecten als lobby, regiomarketing en subsidieverwerving zullen dan ook vaak aan bod komen. Hierbij wordt uitdrukkelijk de verbinding met het bedrijfsleven, maatschappelijke partijen, onderwijs- en onderzoeksinstellingen gezocht.

Binnen elk speerpuntberaad worden besluiten genomen door de afgevaardigde collegeleden op basis van een collegemandaat. Het zijn dus de colleges die de besluiten nemen. Binnen de speerpuntberaden worden geen beleidsinhoudelijke keuzes gemaakt. De bestuurlijke projectgroepen die onder regie van een speerpuntberaad vallen gaan over beleidsinhoudelijke keuzes.

Artikelsgewijze toelichting

Voor zover nodig wordt hieronder voor een aantal artikelen een nadere toelichting gegeven.

 

Artikel 1 begripsbepalingen

Dit artikel geeft ter verduidelijking en om misverstanden te voorkomen een definitie van een aantal belangrijke begrippen.

 

Artikel 3 taken en bevoegdheden

Op grond van artikel 24 van de wet dient het algemeen bestuur de bevoegdheden van een commissie van advies (de typering van de Speerpuntberaden) te regelen. In artikel 3, eerste lid en tweede lid, van dit besluit is bepaald welke bevoegdheden een Speerpuntberaad heeft. Het Speerpuntberaad heeft uitsluitend adviserende bevoegdheden over de onderwerpen genoemd in het eerste lid voor zover deze onderwerpen betrekking hebben op het werkgebied c.q. het beleidsterrein van een Speerpuntberaad. Dit betekent dat het bestuur – met redenen omkleed – kan afwijken van een advies van een Speerpuntberaad. Een Speerpuntberaad kan zowel gevraagd als ongevraagd het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur adviseren.

De meerjarenprogramma's gelden in principe voor een periode van vier jaar en worden jaarlijks herzien/bijgesteld of via een uitwerkingsplan concreet gemaakt voor het bewuste jaar. Het bestuur zal voor zowel voorafgaand aan de vaststelling van het vierjarige  meerjarenprogramma als de jaarlijkse bijstelling daarvan aan het Speerpuntberaad advies vragen. Desgewenst zal het bestuur ook aan het Speerpuntberaad advies vragen ten aanzien van investeringsvoorstellen en andere aangelegenheden binnen het beleidsveld van het Speerpuntberaad. Voorts kan het Speerpuntberaad ook uit eigen beweging het bestuur adviseren omtrent aangelegenheden binnen het eigen Speerpunt.

In artikel 3, tweede lid, is bepaald dat het Speerpuntberaad haar adviserende bevoegdheden uitoefent binnen de door het bestuur van de regeling vastgestelde (financiële) kaders. Met name dient hierbij gedacht te worden aan de financiële kaders in de begroting.

Voor subtaken kan een Speerpuntberaad gebruik maken een stuurgroep. Dit is geregeld in het derde lid. Een stuurgroep mag het Speerpuntberaad zelf instellen, de opdracht formuleren en de samenstelling. Hiervoor is een besluit nodig in de vergadering van het Speerpuntberaad. Uiteraard kan een stuurgroep alleen worden ingesteld voor onderwerpen die onder de verantwoordelijkheid van het Speerpuntberaad vallen.

Op grond van het vierde lid, kan ieder Speerpuntberaad beschikken over een werkbudget dat jaarlijks via de begroting wordt vastgesteld. De voorzitters van de speerpuntberaden worden gemandateerd om tot maximaal de hoogte van het eigen werkbudget externe verplichtingen aan te gaan. Dit stelt de Speerpuntberaden in staat om naar eigen inzicht ondersteunende zaken rondom hun adviserende taak aan het bestuur te organiseren. Hierbij kan het gaan over het verrichten van (kleinschalig) onderzoek of het vergaderen op locatie en het afleggen van werkbezoeken.

Artikel 4 samenstelling en benoeming

Het Speerpuntberaad heeft 11 leden, bestaande uit een voorzitter en 10 overige leden. De voorzitter wordt aangewezen door het dagelijks bestuur uit zijn midden. Hiermee wordt de bestuurlijke binding met het bestuur van de regeling geborgd en blijven de bestuurlijke lijnen kort. De overige leden worden aangewezen door de colleges van de betrokken gemeenten uit hun midden, inclusief plaatsvervangende leden.

Het aanwijzen van collegeleden draagt ertoe bij dat de deelnemers van de regeling nauw betrokken worden.

Er wordt niet voor gekozen ook externe leden toe te laten tot de Speerpuntberaden.

Het Speerpuntberaad kan uiteraard wel informatie of advies inwinnen bij externe organisaties of deskundigen en hun mening betrekken in de advisering. In dat kader wordt in het vergaderreglement opgenomen dat het Speerpuntberaad de mogelijkheid heeft dat derden voor de vergadering van de Speerpuntberaad worden uitgenodigd om informatie/inlichtingen te verstrekken of hun mening te geven over bepaalde onderwerpen.

Uit artikel 4, vierde lid volgt dat leden van de Speerpuntberaden in principe benoemd worden voor een raadsperiode. Het lidmaatschap van de Speerpuntberaad is gekoppeld aan het lidmaatschap van het college. Dit betekent dat van rechtswege het lidmaatschap van de Speerpuntberaad eindigt indien men geen lid meer is van het college.

 

Artikel 5 vergaderingen

In het eerste lid van artikel 5 is bepaald dat het Speerpuntberaad vergadert volgens een vergaderschema.

Daarnaast kunnen het bestuur, de voorzitter van het Speerpuntberaad en tenminste twee leden van het Speerpuntberaad aangeven dat een extra vergadering dient te worden belegd indien dit noodzakelijk is.

Het reglement van orde van het algemeen bestuur wordt deels van overeenkomstige toepassing verklaard ten behoeve van de vergaderingen van het Speerpuntberaad. Het reglement van orde beoogt de vergaderingen op een ordentelijk manier te laten verlopen. Belangrijke onderwerpen die in het reglement worden geregeld zijn de agenda en stukken voor de vergadering, deelname door derden en de vergaderorde.

Artikel 6 ondersteuner

Hiermee wordt gewaarborgd dat het Speerpuntberaad voldoende ambtelijk ondersteuning heeft voor het uitoefenen van haar adviserende taak. De ondersteuner van het Speerpuntberaad en zijn plaatsvervanger worden aangewezen door de secretaris van de Regio en wonen de vergaderingen van de Speerpuntberaden bij.