Regeling vervallen per 01-01-2020

Verlofregeling Regio Rivierenland

Geldend van 30-12-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verlofregeling Regio Rivierenland

Het Dagelijks  Bestuur van de Regio Rivierenland,

Gelet op het bepaalde in de Wet Arbeid en Zorg en de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling Regio Rivierenland, hoofdstuk  6 ;

Mede gelet op de instemming vande Ondernemingsraad d.d. 3 december 2009:

Besluit

Vast te stellen de navolgende  Verlofregeling Regio Rivierenland.

Definities

CAR:  VWO: Collectieve  Arbeidsvoorwaardenregeling Uitwerkingsovereenkomst

Medewerker: persoon met een vaste / tijdelijke aanstelling / arbeidsovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 2 CAR IUWO.

Dienst: AVRI, GGD, Bestuursdienst

Fulltime dienstverband: medewerker met een dienstverband van 36 uur.

Parttime dienstverband: medewerker met een dienstverband van minder dan 36 uur.

Verlof: vakantieverlof als bedoeld in hoofdstuk 6 CARIUWO, compensatie uren worden in deze niet bedoeld en niet genoemd. Hiervoor wordt verwezen naar de werktijdenregeling.

WAZ: Wet Arbeid en Zorg

Artikel 1 Opbouw verlof

  • 1. Een medewerker met een fulltime dienstverband heeft jaarlijks recht op 165,5 uren (basis)verlof. Hiervan zijn er 14,4 uur bovenwettelijk. De financiële waarde van de bovenwettelijke uren wordt opgenomen in het Individueel Keuzebudget. Deze uren zijn daarom niet als zodanig te zien op de verlofkaart van de medewerker.

  • 2. De medewerker die werkzaam is in een functie met salarisschaal 10 of hoger heeft recht op 14,4 extra  verlofuren of te wel 2 dagen van 7,2  uur.

  • 3. Medewerkers  die vallenin het onderstaande  overzicht maken aanspraak  op extra  verlofuren op basis van diensttijd of opbasis van leeftijd, waarbij de gunstigste variant (meeste aantal dagen) wordt toegepast:

    • a.

      Op basis van leeftijd

      Extra uren

      In dagen

      18 jaar

      21,6

      3

      19 jaar

      14,4

      2

      20 jaar

      7,2

      1

      30 tlm 34 jaar

      7,2

      1

      3S t/m  39 jaar

      14,4

      2

      40 t/m 44 jaar

      21,6

      3

      4S tlm 49 jaar

      28,8

      4

      SO t/m  S4 jaar

      36,0

      S

      SS en ouder

      43,2

      6

    • b.

      Op basis van dienstjaren (regio  rivierenland)

      Extra uren

      In dagen

      1S dienstjaren

      14,4

      2

      2S dienstjaren

      28,8

      4

      3S dienstjaren

      43,2

      6

  • 4. het maximale verlof waar een medewerker recht op heeft is 216 uren of 30 dagen.

  • S. Voor medewerkers dieparttime werken wordt het verlof naar rato van de omvang van het dienstverband berekend.

Artikel 2 Opbouw verlof tijdens ziekte

De medewerker die langer dan 6 maanden voor tenminste 55% arbeidsongeschikt is wordt gekort op zijn / haar verlof. Over de 6 maanden voorafgaand aan de datum van herstel vindt normaleverlof opbouw plaats. Voorbeeld: medewerker is gedurende 7 maanden ziek, verlof wordt gekort over 1 maand.

Artikel 3 Opname verlof

  • 1. De medewerker ontvangt jaarlijks een verlofkaart met daarop het aantal verlofuren waaropmen recht heeft. Het verlof wordt vooraf aangevraagd bij de direct leidinggevende.

  • 2. Als het belang van de dienst het noodzakelijk maakt, kan de leidinggevende bepalen dathet verlof op een ander tijdstip opgenomen dient te worden.

Artikel 4 Opname verlof tijdens ziekte

Indien een medewerker wegens ziekte slechts gedeeltelijk werkt, bijvoorbeeld halve dagen, en hijin deze periode vakantiedagen wil opnemen, dan gelden deze dagen als volle vakantiedagen, met andere woorden; er dient dan het aantal uren van zijn vakantietegoed te worden afgeschreven alsof de medewerker volledig werkt.

Artikel 5 Overschrijven verlof

  • 1. Het aantal uren verlof dat de medewerker naar een volgend jaar mee kan nemen bedraagtmaximaal 72 uur bij een fulltime dienstverband. Het aantal mee te nemen uren verlof naar een volgend jaar en het aantal aan te kopen verlofuren voor een volgend jaar, conformartikel 5 regeling koop en verkoop verlofuren, mag gezamenlijk niet meer dan 108 uurbedragen.

  • 2. In bijzondere omstandigheden kan een leidinggevende beslissen dat er een hoger aantaluren verlof als vermeld in lid 1 kan worden meegenomen.

  • 3. Voor medewerkers met een parttime dienstverband wordt het genoemde in het eerste lid naar rato toegepast.

Artikel 6 Ziek tijdens verlof

  • 1. Indien de medewerker ziek wordt tijdens zijn / haar verlof kunnen de verlofuren worden teruggegeven wanneer aan de voorwaarde in lid 2 van dit artikel wordt voldaan.

  • 2. Een telefonische ziekmelding bij de leidinggevende door de medewerker onder vermelding van verblijfsadres en een artsenverklaring.

Artikel 7 Ontslag en verlof

Indien bij ontslag verlof resteert kan uitbetaling plaatsvinden. Uitbetaling vindt alleen plaats als demedewerker niet in staat was het resterende verlof op te nemen.

Artikel 8 Verlof op feestdagen

  • 1. De medewerker heeft verlof op de volgende feestdagen (zonder aftrek van verlof- uren):Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Koninginnedag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag,Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag.

  • 2. Voor medewerkers met een andere levensbeschouwelijke opvatting kunnen door de directeur van een dienst feestdagen vastgesteld worden anders dan de nationalefeestdagen of de verlofdagen genoemd in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 9 Verlof bij familiegebeurtenissen

De werkgever stelt de medewerker in de gelegenheid aanwezig te zijn bij bijzondere gebeurtenissen. Bij de volgende bijzondere gebeurtenissen op een reguliere werkdag van de medewerker kan verlof met behoud van bezoldiging verleend worden:

Gebeurtenis

Aantal dagen

1.

Bevalling partner

aanwezigheid bevalling

2.

Huwelijk:

a. Medewerker  zelf

2 dagen

b. Van bloedverwanten in 1e en 2e graad

1dag

3.

Huwelijksjubileum bij 25 jaar, 40 jaar, 50 jaar en 60 jaar:

a. Medewerker  zelf

1 dag

b. Van bloedverwanten in 1e en 2e graad

1dag

4.

Overlijden:

a. Van partner,bloed-  en aanverwanten in de 1e  graad

4 dagen

b. Van bloed- en aanverwanten in de 2e graad

2 dagen

c. Van bloed- en aanverwanten in de 3e en 4e graad

1 dag

Artikel 10 Verlof bij verhuizing

Indien de medewerker verhuist heeft de medewerker recht op 1 verlofdag met behoud vanbezoldiging. Het recht bestaat 1 x per 3 jaar.

Artikel 11 Calamiteitenverlof

Wanneer er sprake is van een calamiteit (een plotselinge gebeurtenis, waarvoor zonder uitstel maatregelen genomen moeten worden) kan aan de medewerker een verlofdag toegekend worden met behoud van bezoldiging.

Artikel 12 Zorgverlof

  • 1. De medewerker heeft recht op kortdurend zorgverlof wanneer de noodzaak bestaat dat hij / zij een zieke naaste verzorgt. Onder naaste wordt verstaan: de partner, de ouders, ouders van de partner, eigen kinderen, kinderen van de partner, bloedverwanten in de 1e graad.

  • 2. Zorgverlof kan geheel of gedeeltelijk zonder behoud van bezoldiging worden verleend.

  • 3. Een medewerker met een fulltime dienstverband heeft recht op maximaal 72 uur zorgverlof op jaarbasis. Het verlof komt voor de helft voor rekening van de werkgever en voor de helft voor de rekening van de medewerker.

  • 4. De medewerker dient bij voorkeur vooraf een verzoek om zorgverlof in bij de leidinggevende. Indien dat niet mogelijk is kan het verzoek achteraf aangevraagd worden.

Artikel 13 Zwangerschap- en bevallingsverlof

  • 1. De vrouwelijke medewerker heeft gedurende minimaal 16 weken recht op zwangerschap­en bevallingsverlof. Het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf 6 weken voor de vermoedelijke datum van bevalling, zoals aangegeven in een aan de werkgever overlegdeschriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, tot en met de vermoedelijke datum van de bevalling. Het zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling.

  • 2. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken vermeerderd met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke datum van bevalling, minder dan 6 weken heeft bedragen. De duur van het zwangerschap- en bevallingsverlof samen kan langer dan 16 weken duren indien de bevalling later heeft plaatsgevonden dan de uitgerekende datum.

Artikel 14 Kraamverlof

  • 1. De medewerker heeft na de bevalling van de echtgenote, de geregistreerde partner, de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont of degene van wie hij het kind erkent, recht op twee dagen kraamverlof op dagen waarop hij normaal gesproken werkt.

  • 2. Het recht op kraamverlof bestaat gedurende een tijdvak van 4 weken. Dit tijdvak gaat in vanaf de eerste dag dat het kind feitelijk op hetzelfde adres als de moeder woont.

  • 3. De dagen kraamverlof worden aaneengesloten opgenomen.

Artikel 15 Ouderschapsverlof

  • 1. Op grond van de WAZ hebben ouders recht op ouderschapsverlof voor kinderen onder de leeftijd van 8 jaar. Een medewerker kan pas aanspraak maken op ouderschapsverlof nadat hij / zij een jaar in dienst is van de Regio Rivierenland.

  • 2. Ouderschapsverlof wordt de eerste dertien weken betaald en de laatste dertien weken onbetaald verleend.

  • 3. Het aantal verlofuren waar de medewerker maximaal recht op heeft bedraagt zesentwintig maal de voor hem / haar geldende arbeidsduur per week.

  • 4. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aangesloten periode van ten hoogste twaalf maanden, waarbij het aantal uur verlof per week ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week bedraagt.

  • 5. De werknemer kan verzoeken het ouderschapsverlof op een afwijkende manier op te nemen, te weten;

    • a.

      Het verlof wordt uitgesmeerd over een langere periode dan twaalf maanden;

    • b.

      Het verlof wordt opgedeeld in ten hoogste drie perioden waarbij iedere periode ten minste een maand bedraagt;

    • c.

      Het verlof bedraagt meer uren per week dan de helft van de arbeidsduur per week. De totale periode van ouderschapsverlof wordt hierdoor korter.

  • 6. De medewerker die gebruik maakt van betaald ouderschapsverlof wordt bezoldigt conform artikel 6:5 lid 2 CAR/UWO.

  • 7. Voor medewerkers die op 31 december 2005 tenminste één jaar in dienst waren van Regio Rivierenland en kinderen onder de 8 jaar hebben, geldt een overgangsregeling.

  • 8. Voor hen geldt dat zij voor die kinderen nog recht hebben op betaald ouderschapsverlof onder de oude regeling. Hiervoor gelden de volgende doorbetalingspercentages:

    • Schaal 1t/m 3 respectievelijk 90%, 85% en 80%

    • Schaal 4 en hoger:75%

  • 9. De medewerker vraagt tenminste drie maanden voor de gewenste datum van ingang het ouderschapsverlof aan.

Artikel 16 Adoptie en pleegzorgverlof

  • 1. De medewerker die kinderen adopteert of de zorg heeft voor pleegkinderen heeft recht op adoptie- of pleegzorgverlof van ten hoogste 4 aaneengesloten weken binnen een tijdvak van 18 weken.

  • 2. Het recht bestaat vanaf twee weken voor de eerste dag dat de feitelijke opneming ter adoptie of pleegzorg aanvangt.

  • 3. De dag van aanvang ten aanzien van adoptie of pleegzorg wordt door medewerker overlegd in een document waaruit blijkt dat een kind ter adoptie of pleegzorg zal worden opgenomen.

  • 4. Bij adoptie of pleegzorg van meerdere kinderen tegelijk bestaat het recht op deze verlofvorm ten aanzien van één van de kinderen.

Artikel 17 Studieverlof

  • 1. Aan de medewerker die gebruik maakt van de regeling studiefaciliteiten kan studieverlof worden toegekend.

  • 2. Hiervoor wordt verwezen naar artikel 8 van de regeling studiefaciliteiten.

Artikel 18 Verlof voor wettelijke verplichtingen

De medewerker kan verlof krijgen om kiesrecht uit te oefenen of aan andere wettelijke verplichtingen te voldoen wanneer het niet mogelijk is dit in de vrije tijd te regelen.

Artikel 19 Verlof overige gevallen

  • 1. Afgezien van de in de regeling opgenomen verlofvormen kunnen zich omstandigheden of situaties voordoen waarin naar het oordeel van de directeur de afwezigheid van de medewerker voor korte of langere tijd gerechtvaardigd is.

  • 2. Een aanvraag voor deze bijzondere verlofvorm wordt ingediend bij de directeur.

Artikel 20 Slotbepaling

De gewijzigde verlofregeling Regio Rivierenland gaat in met ingang van 1 januari 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland in de vergadering van 9 decemver 2009.
De wnd. secretaris, de voorzitter,
I.P.C. van Wamel - Geene K.C. Tammes