Regeling vervallen per 01-01-2017

Besluit van het dagelijks bestuur van Regio Rivierenland houdende regels omtrent fiscalisering van reiskosten voor woon-werkverkeer Regeling fiscalisering reiskosten woon-werkverkeer Regio Rivierenland

Geldend van 15-12-2014 t/m 31-12-2016

Intitulé

Regeling fiscalisering reiskosten woon-werkverkeer Regio Rivierenland

Het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland;

overwegende:

dat het gewenst is om medewerkers van de Regio Rivierenland de mogelijkheid te bieden om de fiscaal belaste eindejaaruitkering te verlagen in ruil voor een andere bestedingsmogelijkheid, zijnde een fiscaal onbelaste tegemoetkoming in de kosten voor woon-werkverkeer;

gelet op artikel 4a:3 van de CAR-UWO waarin de mogelijkheid bestaat om aanvullende regelingen vast te stellen in het kader van het uitwisselen van arbeidsvoorwaarden;

mede gelet op de Wet op de Loonbelasting;

gehoord in de vergadering van de ondernemingsraad dd 9 oktober 2014;

gelet op de instemming van het georganiseerd overleg d.d. 27 november 2014;

besluit

vast te stellen de navolgende Regeling fiscalisering reiskosten woon-werkverkeer Regio Rivierenland

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

medewerker: de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder a van de CAR-UWO;

vaste arbeidsplaats: het gebouw van de Regio Rivierenland waarin of waar vanuit de werknemer doorgaans arbeid verricht;

werkgever: Regio Rivierenland;

woonplaats: de plaats waar de werknemer in het bevolkingsregister is opgenomen;

woon-werkverkeer: reisverkeer van woonplaats naar vaste arbeidsplaats;

zakelijke kilometers: alle kilometers die in opdracht van de werkgever worden gemaakt.

Artikel 2 Fiscale en wettelijke uitgangspunten voor deze regeling

Met het opstellen van deze regeling is rekening gehouden met de geldende belastingwetgeving. Voor de belaste en onbelaste kilometervergoeding zijn de tarieven van de fiscus bepalend.

Artikel 3 Toepasbaarheid

  • 1. Medewerkers in dienst van Regio Rivierenland kunnen, een verzoek indienen om de bruto eindejaarsuitkering te verlagen, in ruil voor een netto tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer.

  • 2. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de correcte opgave van het verzoek.

  • 3. Het verzoek bedoeld in het eerste lid wordt ingediend door middel van het formulier Fiscalisering reiskosten woon-werkverkeer ingevuld en ondertekend in te leveren bij P&O.

  • 4. Het verzoek wordt ingediend voor 1 december van het jaar.

Artikel 4 Mogelijke consequenties

  • 1. Wanneer de bruto eindejaarsuitkering verlaagd wordt, kan dit leiden tot de volgende situaties;

    • a.

      Een verlaging van de grondslag voor de berekening van het pensioen/FPU en de uit dien hoofde verschuldigde premies;

    • b.

      Een verlaging van het loon in het kader van de sociale verzekeringswetten, zoals de WAO/WIA en WW;

    • c.

      Een verlaging van het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke subsidies zoals huursubsidie, kinderopvang, etc;

    • d.

      Een verlaging van de grondslag voor de berekening van de diensttijdvrijstelling.

  • 2. Door het formulier als bedoeld in artikel 3 te ondertekenen en in te dienen, verklaart de medewerker dat hij zich bewust is van de in dit artikel beschreven consequenties.

Artikel 5 Berekening reisafstand

Voor het bepalen van de enkele reisafstand woon-werkverkeer wordt gebruik gemaakt van de routeplanner op www.anwb.nl, waarbij de berekening plaatsvindt op basis van de snelste route.

Artikel 6 Berekening belastingvrije voet

  • 1. In het geval de medewerker gebruik maakt van een eigen vervoermiddel wordt de vergoeding als volgt berekend:

    De toegestane belastingvrije tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer bedraagt voor een full-time werkende medewerker op jaarbasis: 214 dagen x totale reisafstand in kilometers (heen en terug) x € 0,19.

    Het aantal werkdagen wordt naar evenredigheid aangepast , indien:

    • de medewerker op minder dan vijf dagen per week werkt;

    • de dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar;

    • de reisafstand wijzigt door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing.

  • 2. Gebruikmaking van het openbaar vervoer

    Indien de medewerker reist per openbaar vervoer, worden de daadwerkelijke kosten vergoed. De originele vervoersbewijzen dienen te worden overgelegd.

Artikel 7 Toepasbaarheid van de regeling

  • 1. Deze regeling geldt voor alle medewerkers in dienst bij Regio Rivierenland.

  • 2. Deze regeling blijft van kracht zolang het op grond van wetgeving, jurisprudentie of beleidsregels van de Staatssecretaris van Financiën toegestaan is de eindejaarsuitkering uit te ruilen tegen een onbelaste tegemoetkoming in de reiskosten voor woon-werkverkeer.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling fiscalisering reiskosten woon-werkverkeer Regio Rivierenland" en treedt in werking per 15 december 2014.

Ondertekening

Deze regeling is vastgesteld op 3 december 2014.
Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland
de secretaris, de voorzitter,
mevr. mr. I.P.C. van Wamel – Geene de heer R. van Schelven