Bedragen lokaal geldende regelingen

Geldend van 23-03-2011 t/m heden

Intitulé

Bedragen lokaal geldende regelingen

40 Bedragen lokaal geldende regelingen

Artikel 40:1:1:1  Vergoedingen voor thuiswachtdiensten

De in artikel 3:1:1:21 bedoelde vergoeding voor het verrichten van thuiswachtdiensten bedraagt:

  • -

    € 10,31 voor thuiswachtdienst op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag,

  • -

    € 20,62 voor thuiswachtdienst op zaterdag,

  • -

    € 30,93 voor thuiswachtdienst op een zon- of feestdag.

Artikel 40:1:1:1a Vergoeding paraatheidsdiensten op basis van de Regeling paraatheidsdiensten

Voor de paraatheiddiensten zoals omschreven in artikel 3 onder 2.1 (voor zover het de achterwachtfunctie betreft), 2.2, 3.1, en 3.2 van de regeling paraatheidsdiensten wordt een vergoeding toegekend van:

  • a

    € 29,00 indien de paraatheidsdienst wordt uitgevoerd op een maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag;

  • b

    € 58,00 indien de paraatheidsdienst wordt uitgevoerd op een zaterdag, zondag of feestdag.

Voor de paraatheiddienst zoals omschreven in artikel 3 onder 2.1 (voor zover het de voorwachtfunctie betreft) van de regeling paraatheidsdiensten wordt een vergoeding toegekend van:

  • a

    € 42,00 indien de paraatheidsdienst wordt uitgevoerd op een maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag;

  • b

    € 84,00 indien de paraatheidsdienst wordt uitgevoerd op een zaterdag, zondag of feestdag.

Voor paraatheidsdiensten zoals omschreven in artikel 5 onder 6 van de regeling paraatheidsdiensten, worden de volgende vergoedingen toegekend:

  • a

    Arrestantenzorg politiebureau: € 79,81 + 1% = € 80,61 = afgerond € 80,50

  • b

    Euthanasie: € 126,48 + 1% = € 127,74 = afgerond € 127,50

  • c

    Bloedproef/urineproef/afname DNA: € 79,81 + 1% = € 80,61 = afgerond € 80,50

  • d

    Onderzoek zedendelict/slachtoffer: € 126,48 + 1% = € 127,74 = afgerond € 127,50

  • e

    Consult penitentiaire inrichting: € 104,54 + 1% = 105,59 = afgerond € 105,50

  • f

    Overige inzet voorwacht, uurtarief: € 73,59 + 1% = € 74,33 = afgerond € 74,50

  • g

    Lijkschouw: € 212,80 + 1% = € 214,93 = afgerond € 215,-

  • h

    Inzet achterwacht forensisch en infectieziekten, uurtarief: €73,59 + 1% = € 74,33 = afgerond € 74,50

  • i

    Telefonisch consult voorwacht per 15 minuten: € 18,27 + 1% = € 18,45 = afgerond € 18,50

Artikel 40:1:1:2  Reiskostenvergoeding woon- werkverkeer

De maximale vergoeding en de maximale eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 18:1:6:1, zijn vastgesteld op:

  • a

    de maximale eigen bijdrage is 44,23 euro/maand.

  • b

    de maximale vergoeding is 139,33 euro/maand, met dien verstande dat de maximaal belastingvrij te verstrekken vergoeding niet overschreden wordt.

  • c

    de berekende reiskosten worden verminderd met de eigen bijdrage, met dien verstande dat als de berekende reiskosten de maximale vergoeding overschrijden de maximale vergoeding verminderd wordt met de eigen bijdrage.

  • d

    de vergoeding is afhankelijk van het aantal dagen dat betrokkene reist. Het percentage, dat van het berekende bedrag wordt uitbetaald is afhankelijk van het aantal reisdagen:

werkdagen

uitbetaald percentage van de berekende reiskosten

1 dag

30%

2 dagen

60%

3 dagen

90%

4 dagen

100%

Artikel 40:1:1:2a  Reiskostenvergoeding woon- werkverkeer en verhuiskostenvergoeding verhuisplichtige

Overeenkomstig artikel 18:1:6 de verhuisplichtige ambtenaren gedurende een beperkte periode een volledige vergoeding van de reiskosten woon- werkverkeer toe te kennen. Ingevolge het bepaalde in artikel 18:1:7 lid 1, bedraagt de vergoeding van de reiskosten de gemaakte kosten van het openbaar vervoer op basis van het tarief van de tweede klasse. Artikel 18:1:7 lid 2 bepaalt vervolgens dat de tegemoetkoming in kosten voor treinreizen per jaar tot ten hoogste de maximumprijs van een NS-trajectkaart tweede klasse. Voor 2013 bedraagt de maximumprijs van een NS-jaartrajectkaart € 3.708.

Artikel 18:1:7 lid 3 bepaalt dat de verhuisplichtige ambtenaar die met de trein reist en van de woning of het pension met ander (aansluitend) openbaar vervoer naar het eerst mogelijk NS-station kan reizen, maar van dit openbaar vervoer geen gebruik maakt en in plaats daarvan met eigen vervoer reist een tegemoetkoming op jaarbasis ontvangt. Dit bedrag is voor 2013 vastgesteld op € 97,82 op jaarbasis.

Artikel 18:1:7 lid 4 bepaalt dat verhuisplichtige ambtenaren die werken op een plaats die niet per openbaar vervoer te bereiken is, voor de duur van het dienstverband een maandelijkse vergoeding krijgen waarbij de hoogte afhangt van de enkele reisafstand en van het aantal dagen dat iemand naar de plaats van tewerkstelling reist. Ingevolge artikel 18:1:7 lid 4 wordt de maandelijkse vergoeding voor 2013 volgens onderstaande tabel vastgesteld (het betreft hier enkele reisafstanden):

1 dag p/w

2 dgn p/w

3 dgn p/w

4 of meer dgn p/w

0 tot en met 10 km

€ 8,13

€ 16,25

€ 24,38

€ 32,50

10 tot en met 15 km

€ 16,25

€ 32,50

€ 48,75

€ 65,00

15 tot en met 20 km

€ 22,75

€ 45,50

€ 68,25

€ 91,00

20 km of meer

€ 32,50

€ 65,00

€ 97,50

€ 130,00

De tegemoetkoming in de verhuiskosten overeenkomstig artikel 18:1:8 bedraagt:

  • -

    voor dubbele woonlasten voor 2013 maximaal € 292,68 per maand;

  • -

    voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, bijvoorbeeld inrichtingskosten voor 2013 maximaal € 5.853,12.

Artikel 40:1:1:3  Vervoerskosten dienstreis

Vervoerskosten:

  • a

    De vergoeding wegens vervoerskosten volgt de rijksvergoedingen; de bedragen worden automatisch jaarlijks aangepast.

  • b

    De kosten van het openbaar vervoer worden vergoed bij overlegging van de vervoerbewijzen. Bij gebruik van eigen vervoer zonder dat van de bij lid c beschreven situaties sprake is wordt € 0,09 per afgelegde kilometer vergoed bij gebruik van een motorvoertuig en bij gebruik van een fiets € 0,09 per afgelegde kilometer.

  • c

    Vergoeding voor het gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets vindt alleen plaats indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is en de directeur hiervoor toestemming heeft verleend. De vergoeding is weergegeven bij 1b.

    • I

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig € 0,19 netto per afgelegde kilometer.

    • II

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig € 0,28 netto per afgelegde kilometer wanneer de ambtenaar:

      • -

        belast is met het verrichten van werkzaamheden uit hoofde van een hem opgelegde paraatheidsdienst of

      • -

        verplicht is gesteld voor de uitoefening van zijn functie gebruik te maken van een eigen motorvoertuig of

      • -

        voor de uitoefening van zijn functie apparatuur en/of materialen dient te vervoeren.

    • III

      bij gebruik van een eigen bromfiets € 0,09 per afgelegde kilometer.

Verblijfkosten:

  • a

    De vergoeding wegens verblijfkosten volgt de rijksvergoedingen de bedragen worden automatisch jaarlijks aangepast.

  • b

    De hoogte van de vergoedingen bedraagt:

    • I

      voor ieder vol etmaal dat de dienstreis duurt een bedrag van € 4,43 voor kleine uitgaven overdag

    • II

      een bedrag van € 13,23 voor kleine uitgaven 's avonds

    • III

      € 13,90 voor een lunch

    • IV

      € 21,03 voor een avondmaaltijd

    • V

      € 85,92 voor logies

    • VI

      € 8,39 voor een ontbijt

  • c

    De aanspraak op de onder het eerste lid, onderdelen a t/m f, bedoelde vergoedingen bestaat slechts indien voor het verkrijgen van de respectievelijke verstrekkingen kosten gemaakt moesten worden in een daarvoor bestemde gelegenheid. De vergoedingen worden alleen betaald bij overlegging van de rekening.

  • d

    Bij aansluitende dienstreizen kan de avondcomponent als bedoeld in het eerste lid niet langer dan voor de eerste acht avonden worden toegekend. Voor ieder volgend etmaal dat binnen die dienstreizen valt, wordt het bedrag van de avondcomponent gehalveerd.

  • e

    Voor een (deel van) een dienstreis van kortere duur dan een etmaal worden de uit te keren bedragen voor verblijfkosten berekend overeenkomstig het eerste, het tweede en het derde lid, met dien verstande dat:

    • -

      de dagcomponent slechts wordt toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat ten minste 4 uren in de dienstreis valt;

    • -

      de avondcomponent en de ontbijtcomponent slechts worden toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde, dat een overnachting in de dienstreis valt;

    • -

      de lunchcomponent respectievelijk de dinercomponent slechts worden toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat de tijd tussen 12.00 uur en 14.00 uur respectievelijk tussen 18.00 uur en 21.00 uur geheel in de dienstreis valt.

Bij overwerk geldt dat indien nodig bovenstaande regeling wordt toegepast. De noodzaak wordt in overleg met de directeur vastgesteld. De werktijd moet bovendien tenminste 2 uur verlengd zijn.

Artikel 40:1:1:4  Bedragen van invloed op hoofdstuk 4a – uitwisselen van arbeidsvoorwaarden

De in artikel 4a:3:1:5 onder b bedoelde aanschafwaarde van de personal computer bedraagt voor het jaar 2013 maximaal € 0,00.

Van de fiets mag maximaal € 749,00 incl. BTW kosten vergoed worden, bij aanschaf van een fiets wordt éénmalig € 0,00 belast, dit bedrag wordt op het nettoloon ingehouden als eigen bijdrage. Als een fiets duurder is, dan worden de extra kosten door de betrokkene zelf betaald. Bovendien kan voor de verzekering van deze fiets gebruik gemaakt worden van dit systeem.

Bovendien is het mogelijk om eenmaal (per jaar voor € 82,00) fietsbenodigdheden (accessoires, onderhoud, regenkleding) aan te schaffen ook voor de eigen fiets.

Het maximum spaarbedrag als bedoeld in artikel 4a:3:1:7, onder a, bedraagt voor 2013  € 613,--.

  • a

    Het bedrag, dat belast wordt bij verstrekking van een OV-jaarkaart 4a:3:1:11 lid b is in 2013 € 54,- bij een 2e klas OV-jaarkaart.

  • b

    De berekening van de vergoeding conform 4a:3:1:11 lid f voor het woon-werkverkeer in het cafetariasysteem is als volgt: (dagen 260-54) x afstand retour per dag x € 0,18 x aantal werkdagen per week/5. Het berekende bedrag wordt gedeeld door 12 om de vergoeding per maand te berekenen.

Artikel 40:1:1:5  Stagevergoeding

De stageduur wordt voor de vergoeding berekend in maanden, waarbij voor berekening gerekend wordt met 36 uur per week, dat wil zeggen bij één dag van 7,2 uur stage per week zijn 5 weken nodig om op een stageduur van 36 uur oftewel één week in de tabel te komen;

De vergoeding is als volgt:

stageduur

minder dan 1,5 maand

1,5 - 6 maanden

meer dan 6 maanden

vergoeding

€ 0,00

€ 219,32

€ 274,16

De bedragen in lid 2 zijn bruto bedragen per maand en volgen de gemeentelijke salariswijzigingen.

Als € 0,00 vergoed wordt, dan ontvangt de stagiair bij vertrek een boekenbon van € 25,00.

Artikel 40:1:1:6  Lease-auto

Het leasebedrag van de auto is in 2013 maximaal € 560,00 ex. B.T.W. per maand. Dit bedrag is gekoppeld aan de ontwikkeling van de leaseprijzen.

De inhouding op het salaris bedraagt bij privé-gebruik € 125,00/per maand (peil 1 januari 2013). Het bedrag wordt geïndexeerd aan de hand van de leaseprijs voor de werkgever.

Artikel 40:1:1:1a

Bij consultatie van de achterwacht wordt de arbeidsduur van de medewerker, per consultatie, vastgesteld op eenheid van 30 minuten voorzover de hiermee gepaard gaande werkzaamheden 30 minuten of minder bedragen. Wanneer de achterwacht binnen een aaneengesloten tijdspanne va 30 minuten twee of meerdere malen wordt geconsulteerd en wanneer het totaal van deze consultaties 30 minuten of minder bedraagt, wordt de arbeidsduur van de medewerker vastgesteld op 30 minuten.

Artikel 40:1:1:3

Op basis van de fiscale regelgeving mag de werkgever de ambtenaar voor het gebruik van zijn eigen vervoermiddel voor ‘reizen voor het werk’ maximaal € 0,19 netto per kilometer betalen. Uitgangspunt van de regeling is dat de ambtenaar bij dienstreizen in principe gebruik dient te maken van het (doelmatig) openbaar vervoer. De kosten hiervan worden volledig door de werkgever vergoed. Wanneer de ambtenaar, bij de aanwezigheid van doelmatig openbaar vervoer, toch gebruik maakt van zijn eigen motorvoertuig, dan worden de in het kader van de dienstreis verreden kilometers vergoed ad € 0,09 netto per km, tenzij er sprake is van een situatie zoals verwoord bij lid 1 onder letter c bij punt II.Voor de uitoefening van een aantal functies heeft de werkgever de ambtenaar de verplichting opgelegd dat hij gebruik dient te maken van zijn eigen motorvoertuig, bijvoorbeeld logopedisten, ambtenaren die paraatheidsdiensten verrichten, ambtenaren die thuisbezoeken afleggen of scholen bezoeken. Praktisch betekent dit dat a.g.v. deze verplichting de ambtenaar in aanmerking komt voor een vergoeding van zowel de verreden kilometers in het kader van het woon-werkverkeer als voor de feitelijk verreden dienstreiskilometers. Dit heeft te maken met het feit dat als begin en eindpunt van de dienstreis het woonadres van de ambtenaar bepalend is. Deze ambtenaren komen, bij de daadwerkelijke uitoefening van hun functies, in aanmerking voor de kilometervergoeding ad € 0,28 netto per verreden en gedeclareerde kilometer.

In dit kader wordt ook gewezen op artikel 15:1:22:8 van de AVR RDOG HM waarin wordt gesteld dat de werkgever in bijzondere gevallen de betrokkene toestemming kan geven voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig of bromfiets, in welk geval aan de betrokkene een vergoeding wordt verleend volgens het hoogste kilometer tarief.