Regeling vervallen per 26-05-2022

BELEIDSREGEL INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2016 PARTICIPATIEWET REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG.

Geldend van 19-10-2016 t/m 25-05-2022

Intitulé

BELEIDSREGEL INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2016 PARTICIPATIEWET REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG.

Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (hierna: het Dagelijks Bestuur);

gelet op het voorstel van het MT van de Regionale Dienst Werk en Inkomen van 30 augustus 2016

gelet op de artikel 7 van de Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug;

overwegende dat het voor de bepaling van de doelgroep noodzakelijk is nadere invulling te geven aan het begrip “(geen) uitzicht hebben op inkomensverbetering”;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2016 PARTICIPATIEWET REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG.

Artikel 1- Uitzicht opinkomensverbetering

  • 1. Uitzicht op inkomensverbetering wordt in ieder geval verondersteld ten aanzien van de belanghebbende die:

    • a.

      op de peildatum uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt en/of studiefinanciering ontvangt op grond van de WSF of die een opleiding volgt en/of een bijdrage ontvangt als bedoeld in de WTOS;

    • b.

      tijdens de laatste 12 maanden van de referteperiode een opleiding of onderwijs als bedoeld in onderdeel a heeft gevolgd;

    • c.

      wegens een gedraging van de 2deof 3de categorie zoals bedoeld in artikel 7 en 8 van de Afstemmingsverordening Participatiewet RDWI KRH 2016 , IOAW en IOAZ een maatregel opgelegd heeft gekregen tijdens de laatste 24 maanden van de referteperiode;

    • d.

      overeenkomstig artikel 18 lid 4 van de wet een verlaging van de uitkering heeft gekregen tijdens de laatste 24 maanden van de referteperiode;

    • e.

      tijdens de laatste 24 maanden van de referteperiode de inlichtingenplicht ingevolge artikel 17, eerste lid van de wet heeft geschonden en bij wie een benadelingsbedrag wegens verzwegen inkomsten uit arbeid is vastgesteld;

    • f.

      door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een maatregel of een bestuurlijke boete opgelegd heeft gekregen tijdens de laatste 24 maanden van de referteperiode;

    • g.

      een hoger inkomen heeft dan bijstandsniveau maar op de peildatum op bijstandsniveau leeft wegens een minnelijke schuldregeling of WSNP-traject.

  • 2. Belanghebbenden die vallen onder de categorieën genoemd in lid 1 komen niet in aanmerking voor de individuele inkomenstoeslag.

  • 3. Als in een andere situatie dan genoemd in lid 1 kan worden vastgesteld dat er sprake is van uitzicht op inkomensverbetering, kan het Dagelijks Bestuur de aanvraag voor een individuele inkomenstoeslag afwijzen mits dit goed gemotiveerd is.

Artikel 2- Uitzondering op grond van artikel 4 lid d van de Verordening

Indien de belanghebbende gedurende de referteperiode, na een opgelegde maatregel, aantoonbaar heeft meegewerkt aan zijn reïntegratieverplichtingen kan een individuele toeslag worden toegekend.

Artikel 3- Beoordeling uitzicht op inkomensverbetering

Met inachtneming van de artikelen 3 en 4 van de Verordening beoordeelt het Dagelijks Bestuur of belanghebbende op de aanvraagdatum uitzicht, of geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

Deze beoordeling geschiedt aan de hand van:

  • a.

    de krachten en bekwaamheden van een belanghebbende(n) en

  • b.

    de inspanningen die belanghebbende heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Artikel 4- Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur kan in de gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet, dan wel in gevallen waarin toepassing van deze beleidsregel leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de belanghebbende, besluiten om op individuele gronden van de verordening of deze beleidsregel af te wijken.

Artikel 5- Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel Individuele Inkomenstoeslag 2016 Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug.

Artikel 6- Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag nadat deze is gepubliceerd en treedt in de plaats van de beleidsregel van 11 februari 2015.

Aldus besloten door het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug in zijn vergadering van 28 september 2016.