Regeling vervallen per 01-03-2014

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening RSD 2012

Geldend van 01-07-2012 t/m 28-02-2014

Intitulé

BeleidsregelsToelating tot de schuldhulpverlening RSD 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling ‘Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug’;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoons-gegevens bij de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede of Zeist is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg of duurzame financiële dienstverlening;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het dagelijks bestuur heeft gewend voor schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het dagelijks bestuur wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het dagelijks bestuurschuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het dagelijks bestuur, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      zwaarte c.q. omvang van de schulden;

    • b.

      psycho-sociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het dagelijks bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

  • De medewerking bestaat onder andere uit:

  • a. het nakomen van afspraken;

  • b. geen nieuwe schulden aangaan;

  • c. het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelings-

    overeenkomst.

Artikel 5. Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

    • 1.

      Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het dagelijks bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

    • 2.

      Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 6. Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het dagelijks bestuur besluiten tot

beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de schuldenaar niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

  • b.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • c.

    de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • d.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het dagelijks bestuur, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • e.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • f.

    de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • g.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is;

  • h.

    bij verhuizing van de schuldenaar buiten het verzorgingsgebied van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • a.

    Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en wettelijk), wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het product Informatie, advies en doorverwijzing.

  • b.

    Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend

    • -

      een traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk en wettelijk);

    • -

      ingevolge artikel 5 lid 1 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd wegens schending van verplichtingen zoals omschreven in artikel 4 leden 1 en 2 of

    • -

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub c, d of e, wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het productInformatie, advies en doorverwijzing.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingenin deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en wordt aangehaald als deregeling “Toelating tot de schuldhulpverlening”.