Regeling vervallen per 20-11-2015

Beleidsregel Zoektermijn Jongeren tot 27 jaar Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug 2012 Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2012 t/m 19-11-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

BELEIDSREGEL ZOEKTERMIJN JONGEREN TOT 27 JAAR REGIONALE SOCIALE DIENST KROMME RIJN HEUVELRUG 2012 WET WERK EN BIJSTAND

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling “Regeling Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug” (hierna: Dagelijks Bestuur),

gelet op het voorstel van het MT van de RSD van <>,

gelet op artikel 41 lid 4 van de Wet werk en bijstand (Wwb),

overwegende dat het wenselijk is de termijn na eerste melding binnen welke jongeren tot 27 een aanvraag kunnen indienen te begrenzen,

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

Artikel 1 – Aanvraag algemene bijstand na zoektermijn

  • 1. De jongere als bedoeld in artikel 7, derde lid onder b van de Wwb, dient een eventuele aanvraag voor algemene bijstand in, zo spoedig mogelijk na afloop van de zoektermijn als bedoeld in artikel 41, vierde lid van de Wwb, doch uiterlijk binnen twee weken na afloop van deze zoektermijn.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur neemt aanvragen die later worden ingediend dan twee weken na afloop van de zoektermijn als bedoeld in artikel 41, vierde lid van de Wwb, niet in ontvangst. Indien de jongere toch aanspraak wenst te maken op algemene bijstand, gaat een nieuwe zoektermijn van vier weken in.

Artikel 2 – Aanvraag algemene bijstand binnen zoektermijn

Het DB kan besluiten de aanvraag van de jongere als bedoeld in artikel 41, vierde lid van de Wwb, niet in ontvangst te nemen, indien deze aanvraag voor het verstrijken van de zoektermijn is ingediend. Een aanvraag die wel is ingediend, wordt in beginsel door het Dagelijks Bestuur op grond van artikel 4:5, eerste lid Algemene wet bestuursrecht, buiten behandeling gelaten omdat er onvoldoende gegevens aanwezig zijn om het recht op bijstand vast te kunnen stellen.

Artikel 3 – Aanvraag algemene bijstand gezin

Het Dagelijks Bestuur neemt de aanvraag voor algemene bijstand van het gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid onder c van de Wwb, niet in behandeling op grond van artikel 4:5, eerste lid Algemene wet bestuursrecht, indien een of meerdere meerderjarige kinderen tot 27 jaar die behoren tot dit gezin, na afloop van de vier weken zoektermijn, geen of onvoldoende inlichtingen verstrekken, die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het recht op bijstand voor het gezin.

TOELICHTING

Met de inwerkingtreding van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wwb per 1 januari 2012, zijn de verplichtingen voor jongeren tot 27 jaar aangescherpt. Onder andere is voor de jongere tot 27 jaar een zoektermijn van vier weken ingevoerd. In deze periode dient de jongere aantoonbare inspanningen te verrichten om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en zijn mogelijkheden voor de terugkeer naar regulier onderwijs te onderzoeken.

Het Dagelijks Bestuur heeft ten aanzien van een aantal elementen die samenhangen met voornoemde zoektermijn, beleidsvrijheid om hieraan invulling te geven. Na afloop van de vier weken zoektermijn kan de jongere een aanvraag indienen.

In het eerste lid van artikel 1 is bepaald dat de jongere de aanvraag voor algemene bijstand zo spoedig mogelijk indient nadat zijn zoektermijn van 4 weken is verstreken. Dit doet de jongere uiterlijk binnen een termijn van 2 weken na afloop van deze zoektermijn.

In het tweede lid van artikel 1 is geregeld dat, indien een aanvraag niet binnen twee weken na het aflopen van de zoektermijn wordt ingediend, ervan wordt uitgegaan dat de jongere geen uitkering (meer) nodig heeft. Voor aanvragen die later worden ingediend, geldt een nieuwe zoektermijn.

Op grond van artikel 41 lid 4 kan de jongere de aanvraag niet eerder indienen dan vier weken na de melding. Wil de jongere eerder dan na afloop van deze vier weken een aanvraag indienen, dan kan het Dagelijks Bestuur besluiten deze niet in ontvangst te nemen. Dit wordt ook direct meegedeeld aan de jongere. Wordt de aanvraag onverhoopt toch in ontvangst genomen, dan zal het Dagelijks Bestuur na afloop van de vier weken constateren dat ze over te weinig gegevens beschikt om het recht op bijstand vast te stellen (artikel 43 lid 4 Wwb). Het Dagelijks Bestuur kan dan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 4:5 Awb). Dit kan natuurlijk alleen als de klant in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen.

Dit is geregeld in artikel 2.

In feite geldt dit laatste ook voor het gezin, waarvan de jongere onderdeel uitmaakt. Indien het gezin, naast de jongere, bestaat uit één of meer personen van 27 jaar of ouder, dient het gezin direct bij melding de aanvraag in voor algemene bijstand. De verplichtingen voor de jongere, die samenhangen met de vier weken zoektermijn, blijven evengoed van toepassing voor deze jongere. Indien de jongere na vier weken geen of onvoldoende inlichtingen verstrekt die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het recht op bijstand, kan het Dagelijks Bestuur, gelet op het feit dat niet alle benodigde gegevens van alle gezinsleden aanwezig zijn, het recht op bijstand niet vaststellen. De aanvraag zal derhalve buiten behandeling worden gesteld (artikel 3 lid 1).

In de situatie waarin de jongere na vier weken onvoldoende of geen inspanningen blijkt te hebben geleverd, zal een maatregeloverweging plaatsvinden op grond van de maatregelverordening Wwb (artikel 3 lid 2).