Regeling vervallen per 01-07-2021

Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen RDWI

Geldend van 30-06-2016 t/m 30-06-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen RDWI

Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen ;

gelet op het voorstel van het MT van de Regionale Dienst Werk en Inkomen van 1 maart 2016,

gelet op:

Artikel 10da van de Participatiewet

Artikel 5, lid e en 9 van de verordening re-integratie RSD 2015

De beleidsregel Loonkostensubsidie RDWI

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen RDWI

Algemene voorwaarden

Artikel 1 Doel van de inzet van persoonlijke ondersteuning en voorzieningen

Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een werknemer tijdelijk wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. De RSD kan daarom aan de duur van de persoonlijke ondersteuning een maximum verbinden. De persoonlijke ondersteuning wordt afgestemd op de begeleidingsbehoefte.

Onder begeleidingsbehoefte verstaan we de aard, duur en intensiteit van de begeleiding die de belanghebbende nodig heeft om in een baan te kunnen functioneren. De begeleiding moet ervoor zorgen dat de uitvoering van het werk zo zelfstandig en productief mogelijk gebeurt. Dit gaat verder dan de normale inwerkperiode. Het gaat om systematische begeleiding, die nodig is om iemand goed en duurzaam in het werk te laten functioneren. De voorziening persoonlijke ondersteuning is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassing op de werkplek nodig hebben, dat van een reguliere werkgever niet mag worden verwacht dat hij/zij deze mensen in dienst neemt. Concreet gaat het dan om personen die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoren en/of personen met een structurele functionele beperking, waar ook kwetsbare jongeren toe kunnen behoren.

De RSD kan aan de persoon, behorend tot de doelgroep 1, zoals omschreven in artikel 2a van de beleidsregel Loonkostensubsidie RDWI, die arbeid in dienstbetrekking verricht of gaat verrichten of arbeid op een proefplaats verricht of gaat verrichten, voorzieningen toekennen die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid, het volgen van scholing of opleiding. Verwezen wordt eveneens naar de beleidsregel Re-integratie Participatiewet RDWI en de beleidsregel Loonkostensubsidie Participatiewet RDWI.

Jobcoach

Artikel 2 Jobcoach

  • a.

    Een vorm van persoonlijke ondersteuning kan de inzet van een jobcoach zijn.

  • b.

    De RSD beoordeelt in het individuele geval of een jobcoach nodig is, welkbegeleidingsregime daarbij past en stemt met de werkgever en werknemer de wijze van jobcoaching af.

  • c.

    De jobcoach wordt ingezet vanaf het moment van plaatsing op regulier werk.

  • d.

    De jobcoach kan ook ingezet worden bij een proefplaatsing.

  • e.

    Toekenning van een jobcoach vindt plaats voor een periode van een half jaar.

  • f.

    Ieder half jaar wordt geëvalueerd of jobcoaching nog langer noodzakelijk is.

  • g.

    De inzet van een jobcoach is maximaal 52 uur per jaar, voor maximaal 2 jaar. In specifieke gevallen is het mogelijk de inzet van de jobcoach te verlengen met 1 jaar.

  • h.

    Voor de hoogte van de vergoeding wordt verder verwezen naar de vergoedingen zoals toegepast door het UWV.

  • i.

    Naast inzet van een jobcoach kan er ook gekozen worden voor een financiële tegemoetkoming om als werkgever zelf een jobcoach aan te stellen (De zogenaamde interne jobcoach)

  • j.

    De organisatie waar de jobcoach in dienst is, dient te voldoen aan het erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning van het UWV. Op dit moment is het erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 van toepassing. De jobcoachorganisatie dient door middel van een bewijsstuk aan te tonen dat de jobcoachorganisatie door het UWV erkend is als jobcoachorganisatie op basis van dit erkenningskader.

  • k.

    De dienstbetrekking, waar de jobcoach wordt ingezet, dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

    • -

      De duur van de dienstbetrekking bedraagt ten minste 6 maanden.

    • -

      Indien er aan de dienstbetrekking een proefplaatsing voorafgaat, kan jobcoaching tijdens de proefplaatsing worden ingezet op voorwaarde dat er de intentie is om na de proefplaatsing een dienstbetrekking van ten minste 6 maanden aan te gaan met betreffende persoon; en

    • -

      Er is sprake van een dienstbetrekking van ten minste 12 uur per week.

Artikel 3 Wijze inzet jobcoach

Er zijn verschillende manieren waarop jobcoaching kan worden ingezet:

  • a.

    Door een gecertificeerde jobcoach die in dienst is van de werkgever (interne jobcoach) of namens de werkgever wordt aangedragen.

  • b.

    Door belanghebbende wordt een gecertificeerde jobcoach aangedragen.

  • c.

    Door het Werkgeverservicepunt wordt een advies gegeven aan de werkgever over het inschakelen van een jobcoach.

Persoonlijke vervoersvoorzieningen

Artikel 4 Doelgroep

Het betreft personen, zoals omschreven in artikel 2a, lid 1 en 2 van de beleidsregel Loonkostensubsidie Participatiewet RDWI, waarbij sprake is van een structurele functionele beperking: de voorziening moet vanwege de handicap nodig zijn om arbeid te kunnen verrichten.

Artikel 5 Uitsluitingsgrond

Iedereen die in loondienst werkt en/of een uitkering van UWV (WW, ZW, WIA, Wajong, WAZ, WAO) heeft valt voor deze voorzieningen onder het UWV. Ook als aanvrager naast dienstbetrekking / UWV uitkering een andere uitkering heeft (ook Participatiewet) valt deze voor deze voorziening onder het UWV.

Artikel 6 Vervoersvoorzieningen

  • a.

    Vervoersvoorzieningen die er toe strekken dat de belanghebbende zijn werkplek of opleidingslocatie kan bereiken;

  • b.

    Ten aanzien van een vervoersvoorziening wordt aansluiting gezocht bij een mogelijke vervoersvoorziening vanuit de WMO;

  • c.

    Het betreft een vorm van gesloten vervoer, te denken valt aan: kilometervergoeding eigen auto; rolstoeltaxivergoeding; aanpassingen en faciliteiten aan de auto.

  • d.

    Op de vergoeding vindt een korting plaats (eigen bijdrage ter hoogte van kosten openbaar vervoer) en eventuele reiskostenvergoeding woon-werkverkeer van de werkgever. Voor de hoogte van de vergoeding wordt verder verwezen naar de vergoedingen zoals toegepast door het UWV.

  • e.

    Inkomensgrens: Er geldt voor reguliere vervoersvoorzieningen (niet voor vervoersvoorzieningen die specifiek zijn gemaakt voor gehandicapten) in principe een inkomensgrens. Deze inkomensgrens bedraagt voor 2016 € 37.167,72 en is afgeleid van de vervoersregeling UWV. Boven deze inkomensgrens is, behalve bij (rolstoel)taxivervoer, geen vergoeding mogelijk.

  • f.

    De vervoersvoorziening wordt verstrekt voor de duur van een jaar. Na een jaar vindt een herbeoordeling plaats.

Overige bepalingen

Artikel 7. Hardheidsclausule.

De RSD kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 8. Onvoorziene situaties.

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist de RSD.

Artikel 9. Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2016.

Artikel 10. Citeerartikel

Deze beleidsregels worden aangehaald al: Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen RDWI.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur d.d. 29 juni 2016.